1.5. Het Amerikaans imperialisme kwam in beweging De interne kolonisatie –Algemeen – Monroedoctrine
–2. Uitbreiding van het grondgebied: trek naar het westen 2.1. Versneld door verschillende factoren 2.2. Aankoop Louisiana, Florida, Alaska 2.3. Oorlog met Mexico: New-Mexico en Californië 2.4. Annexatie Texas
3. Tragedie van de Indianen 4. Slavernij
De buitenlandse kolonisatie = ‘a pacific power’ concessie twee Japanse havens Alaska en Aleoeteneilanden van Rusland : Spaans-Amerikaanse oorlog n.a.v. Cuba –Hawaï-archipel (in 1959 de 50ste staat) –Cuba (1902 onafh.) => Puerto Rico, Guam en Filippijnen Amerikaans Panama onafhankelijk
5. China 1899/1900: OPENDEUR-POLITIEK Neokolonialisme Zuid- Amerika o.l. VSA (20 ste eeuw)
1.6. Japan was de rijzende ster in het verre Oosten de eeuw: sterke isolatie maar toenemende westerse interesse : Meidjiperiode = modernisering en openheid
Deel 2. Het West-Europees imperialisme brokkelt af (vanaf 1914)
2.1. Het kolonialisme ondergraaft zichzelf 1. Spanningen tussen de Europese kolonisators 2. Het geïndustrialiseerde Europa komt door de 19de eeuwse kolonisatie op een toppunt wereldmacht 3.Maar: de ondermijning van een jarenlange traditie voor de gekoloniseerde volkeren
Voorbeeld: onderwijsprogramma in Duitse kolonie Togo (Historia 5 p. 81) 20 november: na een half uur schrijven en een half uur spellen een uur aardrijkskunde -Grote staten van Europa en hun hoofdsteden -De namen van de belangrijkste Duitse rivieren en de richting waarin ze stromen -De namen van de belangrijkste Duitse bergen Namiddag: opdracht: Welke goede zaken hebben de Europeanen ons gebracht: lezen uit het ‘Driekeizersboekje’
4. Ontwikkeling van een nationaal bewustzijn 5. De gevolgen van de kolonisatie laten zich voelen tot op heden
2.2. Dekolonisatie van de Afro-Aziatische wereld Na Wereldoorlog II dekolonisatieproces in een stroomversnelling Het Aziatisch ontwaken - A. Groot-Britannië: 1947: Brits-Indië wordt India en Pakistan
-B. Nederland: 1949 Indonesië -C. Frankrijk: De bittere pil: Indochina 2.3. Dekolonisatie in Afrika -A. België: 1960 Kongo
Belangrijke feiten op een rijtje -24/6/60: onafhankelijkheid: Kasavubu en Lumumba aan de macht -Lumumba’s speech op onafhankelijkheidsdag -5/6/60: Revolte in het leger -10/7/60: interventie Belgisch leger -11/7/60: onafhankelijkheid Katanga: Tsjombe -Vanaf 14/7: VN-veiligheidsraad Blauwhelmen
5/9/60: Kasavubu zet Lumumba af 14/9/60: Staatsgreep Mobutu 10/10/60- 17/01/61: –huisarrest Lumumba; –vlucht Lumumba; –opsluiting Lumumba; –overbrenging Lumumba Katanga; –moord op Lumumba 17/01/ : Mobutu definitief aan de macht
Verbetering taak 1. BELEID LUMUMBA –1. België mag Congo niet langer sociaal, economisch, politiek dicteren: onafhankelijkheid ! –2. Éénheid Congo met ruime decentralisatie –3. Fundamentele vrijheden en rechten voor het Congolese volk –4. Uitdeining deze onafhankelijkheid en visie over Afrika = Radicaal nationalisme
2. WAAROM BELGEN TEGEN –1. België geen economische, sociale, politieke invloed meer (economisch rijk gebied) –2. Lumumba brengt Congolese officieren aan het hoofd leger –3. Lumumba tegen onafhankelijkheid Katanga Katanga steun België omwille van rijke koperprovincie –4. Lumumba klaagt openlijk Belgische koloniale beleid aan –5. Lumumba roept VN-blauwhelmen om Belgen buiten te zetten
3. WAAROM VSA TEGEN –1. Breuk VN, breuk Westen –2. Communistische invloed –3. Gevaar uitdeining over rest Afrika
B. Zuid-Afrika: het apartheidsverhaal Voorbeelden: De wet op verbod van gemengde huwelijken (1949) De ontuchtwet (1950) De wet op bevolkingsregistratie (1950) De groepsgebiedenwet (27 april 1950) De wet op aparte gerieven (1953) De wet op Bantoe-onderwijs (1953) De wet op werkgelegenheden (1956) De wet op bevordering van Bantoe-zelfregering (1958)
Problemen bij de jonge staten
Deel 3. Centrum versus periferie Noord versus zuid West versus rest
1.De Derde Wereld en ontwikkeling 1.1. De Derde Wereld –1. Politieke term 1956 Alfred Sauvy –2. Kritiek op de term: S. Naipaul –3. Nuanceren kritiek: R. Doom
–4. De Derde Wereld gaat een eigen weg 1. De Organisatie van Niet-gebonden Landen 2. De Unctad (United Nations Conference on Trade and Development) GATT General Agreement on Tariffs and Trade 3. De groep van 77 –5. Hedendaagse terminologie –6. Gemeenschappelijke ontwikkelingsindicatoren: Politiek – Sociaal – Economisch – Cultureel
FASE 1 KOLONIALISME: drastische verandering sociaal - economische structuur één internationaal kapitalistisch systeem 1. kolonies: leveranciers primaire producten 2, verwerking moederland 1.2. Ontwikkeling als een proces ( )
FASE 2: EUFORIE ONAFHANKELIJKHEID via snelle industrialisatie en onderwijs => niveau IL? : stijging industriële productie en agrarische productie OL FASE 3: PROBLEMEN DUIKEN OP 1) bevolkingsgroei & verstedelijking 2) ongunstige ruilvoet => handelsdeficit 3) leningen met hoge interest in buitenland 4) voedselproductie voldeed niet KLOOF OL en IL + ook INTERNE KLOOF
1973: eerste confrontatie OL- IL: OPEC: stijging prijs aardolie Gevolg: IL: inflatie => recessie Gevolg: OL gaan massaal lenen in westen maar jaren 80: einde inflatie: dollar hoogtepunt => massale schulden OL & ° neoliberalisme oplossing: IMF & SAP's ter hulp: maar strikt kapitalistisch - economisch Resultaat: sociale gevolgen desastreus
1.3. Focus: Derde wereld ingeschakeld in een geglobaliseerde wereld Economische globalisering A. NEOLIBERALISERING: OVERHEID versus VRIJE MARKT -Privatisering -Deregulering -Voor- en nadelen B. DE MACHT VAN MULTINATIONALS WERELDWIJD