Stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Frits Pleiter 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Oefenvragen Atoom- en kernfysica Bronnen en toestellen Wisselwerking afscherming Detectie Grootheden en eenheden Radiobiologie Risico van straling Wet- en regelgeving Dosisberekeningen Open bronnen Radioactief afval 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 1 Uit welke deeltjes is de atoomkern opgebouwd? protonen en neutronen 2 Een koperatoom bevat 29 protonen. Uit hoeveel elektronen bestaat de elektronenwolk van het neutrale koperatoom? 29 3 Wat wordt bedoeld met excitatie? Wat wordt bedoeld met ionisatie? excitatie = elektron naar hogere energietoestand brengen ionisatie = elektron verwijderen uit atoom 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 4 Wat zijn isotopen? atomen met gelijke Z en verschillende N 5 Wat zijn isomeren? atomen met gelijke Z en gelijke N 6 Wat kun je zeggen van het Z-getal van waterstof (1H), zwaar waterstof (2H) en tritium (3H)? allen dezelfde Z 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 7 Wat kun je zeggen van het N-getal van waterstof (1H), zwaar waterstof (2H) en tritium (3H)? allen verschillende N (nl. 0, 1 en 2) 8 Wat is de eenheid van activiteit? bequerel (Bq) 9 Hoeveel desintegraties per seconde (dps) is 1 Bq? 1 dps 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 10 Zou je 1 kBq een sterke of een zwakke bron noemen? zwak 11 Zou je 1 GBq een sterke of een zwakke bron noemen? sterk 12 De beginactiviteit is 100 MBq. De halveringstijd bedraagt 24 uur. Hoe groot is de activiteit na 1 dag? 100 / 2 = 50 MBq (1 dag = 24 uur) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 13 En hoe groot is de activiteit na 5 dagen? Hoeveel procent van de oorspronkelijke activiteit is dit? 100 / 32 = 3 MBq (25 = 32) ongeveer 3% 14 Hoe groot is de halveringstijd? 25 seconden 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 15 Hoe veranderen Z, N en het massagetal A bij --verval? Z = +1, N = -1, A = 0 16 Hoe veranderen Z, N en het massagetal A bij +-verval? Z = -1, N = +1, A = 0 17 Hoe veranderen Z, N en het massagetal A bij elektronvangst? Z = -1, N = +1, A = 0 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 18 Hoe veranderen Z, N en het massagetal A bij -verval? Z = -2, N = -2, A = -4 19 Hoe veranderen Z, N en het massagetal A bij -verval? Z = 0, N = 0, A = 0 20 Hoe veranderen Z, N en het massagetal A bij interne conversie? Z = 0, N = 0, A = 0 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 21 Welke secundaire processen treden op na elektronvangst? emissie van röntgen-fotonen en van Auger-elektronen 22 Welke secundaire processen treden op na interne conversie? emissie van röntgen-fotonen en van Auger-elektronen 23 Welk secundair proces treedt op na +-verval? emissie van annihilatie-straling (511 keV) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 24 De desintegratie-energie bedraagt 1000 keV. Kan +-verval plaatsvinden? nee 25 Benoem de vervalprocessen. --verval elektronvangst +-verval -verval -verval 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Atoom- en kernfysica 26 Kan een kern zowel --verval als +-verval vertonen? ja 27 Wat is annihilatie? e+ + e- 2 fotonen van elk 511 keV 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 1 Ingekapselde bronnen leveren wel of geen risico van inwendige besmetting? wel 2 Ingekapselde bronnen leveren wel of geen risico van uitwendige bestraling? wel 3 Er is wel of geen vergunning nodig voor het in bezit hebben van een ingekapselde bron? wel 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 4 Gebruik van een ingekapselde bron is wel of niet beperkt tot een radionuclidenlaboratorium? niet 5 Het nemen van veegproeven aan een ingekapselde bron is wel of niet zinloos? niet: de bron kan lek zijn 6 Een röntgenbuis produceert remstraling, of annihilatiestraling, of beide, of geen van beide? remstraling 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 7 Een röntgenbuis produceert remstraling, of karakteristieke straling, of beide, of geen van beide? beide 8 De maximale energie van remstraling hangt wel of niet af van de anodespanning? wel 9 De maximale energie van remstraling hangt wel of niet af van de anodestroom? niet 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 10 De maximale energie van remstraling hangt wel of niet af van het kathodemateriaal? niet 11 De maximale energie van remstraling hangt wel of niet af van het anodemateriaal? niet 12 De maximale energie van remstraling hangt wel of niet af van de filtering? niet 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 13 De energie van karakteristieke straling hangt wel of niet af van de anodespanning? niet 14 De energie van karakteristieke straling hangt wel of niet af van de anodestroom? niet 15 De energie van karakteristieke straling hangt wel of niet af van het kathodemateriaal? niet 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 16 De energie van karakteristieke straling hangt wel of niet af van het anodemateriaal? wel 17 De energie van karakteristieke straling hangt wel of niet af van de filtering? niet 18 De intensiteit van remstraling hangt wel of niet af van de anodespanning? wel 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 19 De intensiteit van remstraling hangt wel of niet af van de anodestroom? wel 20 De intensiteit van remstraling hangt wel of niet af van het kathodemateriaal? niet 21 De intensiteit van remstraling hangt wel of niet af van het anodemateriaal? wel 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 22 De intensiteit van remstraling hangt wel of niet af van het filtering? wel 23 De intensiteit van karakteristieke straling hangt wel of niet af van de anodespanning? wel 24 De intensiteit van karakteristieke straling hangt wel of niet af van de anodestroom? wel 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 25 De intensiteit van karakteristieke straling hangt wel of niet af van het kathodemateriaal? niet 26 De intensiteit van karakteristieke straling hangt wel of niet af van het anodemateriaal? wel 27 De intensiteit van karakteristieke straling hangt wel of niet af van het filtering? wel 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Bronnen en toestellen 28 Neutronen kan men goed afschermen met of water, of paraffine, of beton, of alle drie? alle drie 29 Neutronen kan men goed afschermen met of paraffine, of lood, of beide, of geen van beide? paraffine 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wisselwerking en afscherming 1 De dracht van 5 MeV -deeltjes in lucht bedraagt ongeveer 0,3 mm 3 mm 3 cm 3 m 3 cm 2 De dracht van 1 MeV -deeltjes in lucht bedraagt ongeveer 0,4 mm 4 mm 4 cm 4 m 4 m 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wisselwerking en afscherming 3 De dracht van 5 MeV -deeltjes in weefsel bedraagt ongeveer 3 m 30 m 0,3 mm 3 mm 3 cm / 1000 = 30 µm want dichtheid van weefsel is 1000 keer groter dan die van lucht 4 De dracht van 1 MeV -deeltjes in weefsel bedraagt ongeveer 0,4 mm 4 mm 4 cm 4 m 4 m / 1000 = 4 mm want dichtheid van weefsel is 1000 keer groter dan die van lucht 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wisselwerking en afscherming 5 Wat is foto-effect? ionisatie tgv. absorptie van een foton 6 Wat is Compton-effect? verstrooiing van een foton aan een elektron 7 Wat is paarvorming? e+ + e- 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wisselwerking en afscherming 8 Welke secundaire processen treden op na foto-effect? emissie van röntgen-fotonen en van Auger-elektronen 9 Welk secundair proces treedt op bij paarvorming? emissie van annihilatiestraling (511 keV) 10 Hoe zou je -straling afschermen? geen afscherming nodig (dracht te klein) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wisselwerking en afscherming 11 Hoe zou je --straling afschermen? perspex (lage Z ivm. remstraling) 12 Hoe zou je +-straling afschermen? perspex + lood (vanwege 511 keV annihilatiestraling) 13 Hoe zou je -straling afschermen? lood (of beton) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wisselwerking en afscherming 14 Hoe zou je Auger-elektronen afschermen? geen afscherming nodig (dracht te klein) 15 De maximale dracht van de -straling van 32P in water bedraagt 0,8 cm. Hoe groot is de maximale dracht in lucht? ongeveer 1000 0,8 cm = 800 cm = 8 m 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wisselwerking en afscherming 16 Hoe groot is de halveringsdikte van lood voor -straling van 131I 137Cs 60Co 123Sb 24Na 0,2 cm 0,6 cm 1,3 cm 1,3 cm 1,7 cm 17 Waarom zit er een knik in de transmissiekromme van 131I? omdat -fotonen van verschillende energieën worden uitgezonden (284 keV, 364 keV en 637 keV) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wisselwerking en afscherming 18 De halveringsdikte voor -straling bedraagt 1 cm. Hoe dik moet de afscherming zijn om het stralingsniveau tot 3% van de oorspronkelijke waarde te reduceren? 5 1 = 5 cm (3% = 1 / 25) 19 De lineïeke verzwakkingscoëfficiënt voor -straling bedraagt 1 cm-1. Hoe dik moet de afscherming zijn om het stralingsniveau tot 3% van de oorspronkelijke waarde te reduceren? 5 (0,7 / 1) = 3,5 cm (d½ = 0,7 / µ) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wisselwerking en afscherming 20 Bij afscherming van -straling met beton speelt de dosisopbouw-factor een grotere of een kleinere rol dan bij afscherming met lood? grotere rol 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Detectie 1 Een gasgevulde detector werkt als ionisatiekamer bij relatief lage of relatief hoge spanning? relatief lage spanning 2 Een gasgevulde detector werkt als proportionele telbuis bij relatief lage of relatief hoge spanning? geen van beide, nl. in het tussengebied 3 Een gasgevulde detector werkt als Geiger-Müllerbuis bij relatief lage of relatief hoge spanning? relatief hoge spanning 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Detectie 4 Een gasgevulde ionisatiekamer is wel of niet geschikt om de energieverdeling van straling te meten? niet geschikt (signaalgrootte te klein) 5 Een proportionele telbuis is wel of niet geschikt om de energie-verdeling van straling te meten? wel geschikt 6 Een Geiger-Müllerbuis is wel of niet geschikt om de energie-verdeling van straling te meten? niet geschikt (signalen allemaal even groot) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Detectie 7 Welk materiaal is beter geschikt om -straling te detecteren: Si (Z=14) of Ge (Z=32)? Ge (vanwege groter foto-effect) 8 Welk materiaal is beter geschikt om -straling te detecteren: Si (Z=14) of Ge (Z=32)? Si (gering foto-effect, dus minder gevoelig voor -straling uit achter-grond) 9 Rekent men een Ge-detector tot de scintillatiedetectoren of tot de ionisatiekamers? ionisatiekamer 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Detectie 10 Rekent men een TLD tot de scintillatiedetectoren of tot de ionisatiekamers? scintillatiedetector 11 Waarom moet het materiaal voor een scintillatiedetector transparant zijn? scintillatielicht moet uit het detectiemateriaal kunnen ontsnappen om de lichtgevoelige laag van de fotoversterkerbuis te bereiken 12 Een scintillatiedetector is wel of niet geschikt om de energieverdeling van straling te meten? wel geschikt 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Detectie 13 Een bron met een activiteit van 400 kBq geeft aanleiding tot een teltempo van 100 telpulsen per seconde (tps). Wat is het telrendement? 100 / 400×103 = 0,025% 14 Welk type detector zou je gebruiken voor identificatie van laag-energetische (20 keV) -straling? proportionele telbuis of NaI(Tl) met dun venster 15 Welk type detector zou je gebruiken voor identificatie van hoog-energetische (2 MeV) -straling? NaI(Tl) of Ge-detector 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Detectie 16 Welk type detector zou je gebruiken voor identificatie van laag-energetische (20 keV) -straling? vloeistofscintillatieteller, proportionele telbuis of plastic scintillator 17 Welk type detector zoudt U gebruiken voor identificatie van hoog-energetische (2 MeV) -straling? vloeistofscintillatieteller, plastic scintillator of Si-detector 18 Welk detectortype wordt zeer veel gebruikt als dosistempometer? Geiger-Müllerbuis 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Detectie 19 Welk detectortype is uitermate geschikt als besmettingsmonitor voor zachte (20 keV) -straling? proportionele telbuis met groot oppervlak of NaI(Tl) met dun venster 20 Welk detectortype is uitermate geschikt als besmettingsmonitor voor harde (2 MeV) -straling? NaI(Tl) of Ge-detector in combinatie met veegproef 21 Welk detectortype is uitermate geschikt als besmettingsmonitor voor zachte (100 keV) -straling? Geiger-Müllerbuis met dun venster (niet voor tritium) of vloeistofscintillatie-teller in combinatie met veegproef 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Detectie 22 Welk detectortype is geschikt als besmettingmonitor voor harde (1 MeV) -straling? Geiger-Müllerbuis of proportionele telbuis met dun venster of vloeistof-scintillatieteller in combinatie met veegproef 23 Welke grootheid wordt gewoonlijk met een TLD gemeten? equivalente dosis 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 1 Welke is de eenheid van activiteit? Wat is het bijbehorende symbool? bequerel Bq 2 Welke is de eenheid van exposie? Wat is het bijbehorende symbool? röntgen R 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 3 Welke is de eenheid van dosis? Wat is het bijbehorende symbool? gray Gy 4 Welke is de eenheid van equivalente orgaandosis? Wat is het bijbehorende symbool? sievert Sv 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 5 Welke is de eenheid van effectieve dosis? Wat is het bijbehorende symbool? sievert Sv 6 Welke is de eenheid van effectieve volgdosis? Wat is het bijbehorende symbool? sievert Sv 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 7 Welke grootheid wordt uitgedrukt in becquerel (Bq)? Wat is het bijbehorende symbool? activiteit A 8 Welke grootheid wordt uitgedrukt in röntgen (R)? Wat is het bijbehorende symbool? exposie X 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 9 Welke grootheid wordt uitgedrukt in gray (Gy)? Wat is het bijbehorende symbool? dosis D 10 Welke grootheid wordt uitgedrukt in sievert (Sv)? Wat is het bijbehorende symbool? equivalente orgaandosis, effectieve dosis en effectieve volgdosis HT, E en E(50) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 11 De stralingsweegfactor voor -straling bedraagt 1 5 20 100 20 12 De stralingsweegfactor voor -straling bedraagt 1 5 20 100 1 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 13 De stralingsweegfactor voor -straling bedraagt 1 5 20 100 1 14 Hoe groot is de equivalente orgaandosis, als de dosis 1 mGy bedraagt en de stralingsweegfactor wR = 20 is? 20 1 = 20 mSv 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 15 De orgaanweegfactor voor de schildklier is wT = 0,05. De dosis op de schildklier is 2 Gy. Hoe groot is de effectieve dosis? 0,05 2 = 0,10 Sv = 100 mSv 16 Is dit veel of weinig? veel 17 Zou je 1 Sv een grote of een kleine effectieve dosis noemen? zeer grote dosis (50 keer de jaarlimiet!) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 18 Zou je 1 µSv/uur een hoog of een laag equivalent dosistempo noemen? laag equivalent dosistempo (maximaal 2 mSv per werkjaar) 19 Een grote waarde van e(50) betekent een grote of een kleine radiotoxiciteit? grote radiotoxiciteit 20 De grootte van de effectieve dosiscoëfficiënt hangt wel of niet af van het radionuclide? wel 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Grootheden en eenheden 21 De grootte van de effectieve dosiscoëfficiënt hangt wel of niet af van de chemische samenstelling van de radioactieve stof? wel 22 De grootte van de effectieve dosiscoëfficiënt hangt wel of niet af van de besmettingsroute? wel 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radiobiologie 1 Ioniserende straling veroorzaakt vooral schade door directe breuk van moleculen in de cel of door ionisatie van watermoleculen? ionisatie van watermoleculen 2 Welke zijn in het algemeen de meest stralingsgevoelige cellen? cellen die snel delen 3 Welke zijn in het algemeen de minst stralingsgevoelige cellen? cellen die niet meer delen 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radiobiologie 4 Wat gebeurt er als de ongeboren vrucht gedurende de eerste week van de zwangerschap bestraald wordt? òf er gebeurt niets òf de vrucht sterft af 5 Kunnen misvormingen optreden als de ongeboren vrucht gedurende de eerste week van de zwangerschap bestraald wordt? nee 6 Kunnen misvormingen optreden als de ongeboren vrucht gedurende de tweede maand van de zwangerschap bestraald wordt? ja, want dan worden de organen gevormd 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radiobiologie 7 Kunnen misvormingen optreden als de ongeboren vrucht gedurende de tweede helft van de zwangerschap bestraald wordt? nee, want dan is de organogenese voltooid 8 Wat kan er gebeuren als de ongeboren vrucht gedurende de tweede helft van de zwangerschap bestraald wordt? groeiachterstand 9 Is er bij kansgebonden effecten sprake van een drempeldosis? nee 10 Hangt de ernst van kansgebonden effecten af van de dosis? nee 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radiobiologie 11 Is er bij schadelijke weefselreacties sprake van een drempeldosis? ja 12 Hangt de ernst van schadelijke weefselreacties af van de dosis? ja 13 Is leukemie is een kansgebonden effect of een schadelijke weefselreactie? stochastich effect 14 Is staar is een kansgebonden effect of een schadelijke weefselreactie? schadelijke weefselreactie 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radiobiologie 15 Bij bestraling van het totale lichaam sterft ongeveer de helft van het aantal bestraalde personen bij een effectieve dosis van 0,4 Sv 4 Sv 40 Sv 4 Sv 16 Na bestraling van het gehele lichaam met een dosis van 4 Sv loopt de mens 50% kans te overlijden aan het beenmergsyndroom darmsyndroom hersensyndroom beenmergsyndroom 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radiobiologie 17 Na bestraling van het gehele lichaam met een dosis van 10 Sv loopt de mens 50% kans te overlijden aan het beenmergsyndroom darmsyndroom hersensyndroom darmsyndroom of, bij genezing daarvan, beenmergsyndroom 18 Na bestraling van het gehele lichaam met een dosis van 50 Sv of meer overlijdt de mens aan het beenmergsyndroom darmsyndroom hersensyndroom hersensyndroom 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radiobiologie 19 Hoe groot is het overlijdensrisico tengevolge van een kansgebonden effect na blootstelling aan ioniserende straling? 5% per sievert 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Risico van straling 1 Wat bedoelt men met: Het risicogetal voor straling bedraagt 0,05 per sievert? bij blootstelling van een miljoen mensen aan 1 Sv zullen er gemiddeld 0,05 1 000 000 = 50 000 overlijden 2 De natuurlijke stralingsbelasting in Nederland bedraagt ongeveer 2 µSv per jaar 20 µSv per jaar 2 mSv per jaar 20 mSv per jaar 2 mSv per jaar 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Risico van straling 3 De wettelijke dosislimiet voor blootgestelde werknemers bedraagt 2 µSv per jaar 20 µSv per jaar 2 mSv per jaar 20 mSv per jaar 20 mSv per jaar 4 De wettelijke dosislimiet voor gewone werknemers bedraagt 0 mSv per jaar 0,1 mSv per jaar 1 mSv per jaar 20 mSv per jaar 1 mSv per jaar 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Risico van straling 5 Regelmatige blootstelling aan de wettelijke limiet van 20 mSv per jaar brengt een relatief hoog of een relatief laag beroepsrisico met zich mee? relatief (zeer) hoog beroepsrisico 6 Het risicogetal voor straling bedraagt 0,05 per Sv. De natuurlijke stralingsbelasting bedraagt 2 mSv per jaar. De Nederlandse bevolking telt 17 miljoen mensen. Hoeveel mensen zullen er per jaar omkomen als gevolg van straling? 17 000 000 0,002 0,05 = 1700 (per jaar sterven er 44 000 mensen aan kanker!) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Risico van straling 7 Wat is er mis met het verhaal bij deze foto en waarom? het jongetje is minstens 4 jaar en was ten tijde van het ongeval in Tsjernobyl al geboren de misvormingen moeten dus een andere oorzaak hebben 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 1 De ICRP is een onafhankelijke commissie van deskundigen adviesorgaan van de Nederlandse regering adviesorgaan van de Amerikaanse overheid adviesorgaan van de EG een onafhankelijke commissie van deskundigen 2 Bij de uitvoering van radiologische werkzaamheden moet men rekening houden met de wettelijke dosislimieten het ALARA-principe het rechtvaardigingsbeginsel al deze richtlijnen met al deze richtlijnen 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 3 Het ALARA-principe houdt in dat men streeft naar een zo laag mogelijke effectieve dosis effectieve dosis van 0 mSv per jaar effectieve dosis van maximaal 2 mSv per jaar effectieve dosis van maximaal 20 mSv per jaar zo laag mogelijke dosis (als redelijkerwijs mogelijk is) 4 De wettelijke limiet voor de effectieve dosis van een blootgestelde werknemer bedraagt 2 Sv per jaar 20 Sv per jaar 2 mSv per jaar 20 mSv per jaar 20 mSv per jaar 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 5 Voor de ooglens van een blootgestelde werknemer geldt een wettelijke jaarlimiet van 2 mSv 20 mSv 150 mSv 500 mSv 150 mSv per jaar 6 Voor handen, voeten en huid van een blootgestelde werknemer geldt een wettelijke jaarlimiet van 2 mSv 20 mSv 150 mSv 500 mSv 500 mSv per jaar 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 7 De orgaanweegfactor voor de gonaden is 0,20. De maximaal toegestane equivalente gonadendosis bedraagt 4 mSv 20 mSv 100 mSv 500 mSv 20 / 0,20 = 100 mSv per jaar 8 Bij de uitvoering van radiologische werkzaamheden dient men rekening te houden met de KEW de ARBO-wet de Wet Milieubeheer alle drie met alle drie 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 9 Het Besluit Vervoer Splijtstoffen, Ertsen en Radioactieve Stoffen is een aanbeveling van de ICRP een uitvoeringsbesluit van de KEW een uitvoeringsbesluit van de ARBO-wet geen van deze drie uitvoeringsbesluit van de KEW 10 Het Besluit Stralingsbescherming is een aanbeveling van de ICRP een uitvoeringsbesluit van de KEW een uitvoeringsbesluit van de ARBO-wet geen van deze drie uitvoeringsbesluit van de KEW 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 11 Is er een KEW-vergunning nodig als de activiteitsconcentratie wel maar de activiteit niet kleiner is dan de vrijstellingsgrens? nee 12 Is er een KEW-vergunning nodig als de activiteitsconcentratie niet maar de activiteit wel kleiner is dan de vrijstellingsgrens? nee 13 Om zonder vergunning te mogen werken moeten zowel de activiteitsconcentratie als de activiteit kleiner zijn dan de vrijstellingsgrenzen. Is deze uitspraak juist? nee: het is een òf-òf-regeling 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 14 Een blootgestelde werknemer in categorie A mag beroepshalve nooit een effectieve jaardosis ontvangen die groter is dan 1 mSv 2 mSv 6 mSv 20 mSv 20 mSv 15 Een blootgestelde werknemer in categorie B mag beroepshalve maximaal een effectieve jaardosis ontvangen van 1 mSv 2 mSv 6 mSv 20 mSv 6 mSv 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 16 Een gewone werknemer mag beroepshalve maximaal een effectieve jaardosis ontvangen van 0 mSv 0,1 mSv 1 mSv 2 mSv 1 mSv 17 Een ruimte waarin de effectieve jaardosis groter kan zijn dan 1 mSv maar kleiner is dan 6 mSv, heet gecontroleerde zone of bewaakte zone? bewaakte zone 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 18 Een ruimte waarin de te ontvangen effectieve jaardosis groter kan zijn dan 6 mSv heet gecontroleerde zone of bewaakte zone? gecontroleerde zone de volgende drie vragen zijn alleen voor niveau 5A 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Wet- en regelgeving 19 Is een röntgentoestel met een buisspanning van meer dan 100 kV vergunningsplichtig? ja 20 Is een röntgentoestel voor therapeutisch gebruik vergunnings-plichtig? ja 21 Is een röntgentoestel voor onderwijsdoeleinden vergunningsplichtig? ja 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Dosisberekeningen 1 Hoeveel werkuren telt een standaard werkdag? 8 uur 2 Hoeveel werkuren telt een standaard werkweek? 5 8 = 40 uur 3 Hoeveel werkuren telt een standaard werkjaar? 50 40 = 2000 uur 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Dosisberekeningen 4 Men kan de dosis verkleinen door sneller of door langzamer te werken? door sneller te werken 5 Men kan de dosis verkleinen door de werkafstand te vergroten of te verkleinen? door de werkafstand te vergroten 6 Men kan de dosis verkleinen door meer of door minder afscherming aan te brengen? door meer afscherming aan te brengen 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Dosisberekeningen 7 Men kan het dosistempo verkleinen door sneller of door langzamer te werken? maakt geen verschil 8 Men kan het dosistempo verkleinen door de werkafstand te vergroten of te verkleinen? door de werkafstand te vergroten 9 Men kan het dosistempo verkleinen door meer of door minder afscherming aan te brengen? door meer afscherming aan te brengen 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Dosisberekeningen 10 Het dosistempo bedraagt 2 mGy per uur. In een standaard werkweek ontvangt men een dosis van 16 mGy 16 mSv 80 mGy 80 mSv 40 2 = 80 mGy 11 Het dosistempo op 1 m bedraagt 1 mGy per uur. Het dosistempo op 10 cm is 0,01 mGy per uur 0,1 mGy per uur 10 mGy per uur 100 mGy per uur (100 / 10)2 × 1 = 100 mGy per uur 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Dosisberekeningen 12 Om de dosis te beperken kan men twee keer zo snel werken of de werkafstand verdubbelen. Wat is de beste keuze? Waarom? werkafstand verdubbelen kwadratenwet 13 Om de dosis te beperken kan men vier keer zo snel werken of de werkafstand verdubbelen. Wat is de beste keuze? Waarom? werkafstand verdubbelen haastige spoed is zelden goed 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Dosisberekeningen 14 De bronconstante van 60Co bedraagt = 3,610-13 Gy m2 Bq-1 h-1. Welke dosis ontvangt men in 1 uur op 1 m van een bron van 40 MBq? 3,5×10-13 40×106 / 12 = 14×10‑6 Sv = 14 µGy 15 En welke dosis ontvangt men in 1 standaard werkjaar? 2000 14 = 28×103 µSv = 28 mGy 16 Volgens de locale vergunning moet een versneller automatisch afslaan zodra het equivalent dosistempo in de experimenteerhal 1 µSv/h bedraagt. Welke effectieve dosis kunnen de werknemers in de hal maximaal per jaar ontvangen? 2000 1 = 2000 Sv = 2 mSv 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Dosisberekeningen 17 Een -bron geeft een veel grotere of een veel kleinere huiddosis dan een -bron van dezelfde activiteit op dezelfde afstand en in dezelfde tijd? veel grotere huiddosis de volgende vier vragen zijn alleen voor niveau 5B 18 Ligt het grootste risico van inwendige besmetting in de eenmalige opname van een grote activiteit of in de meermalige opname van een kleine activiteit? meermalige opname van een kleine activiteit 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Dosisberekeningen 19 Een vat slib dat verontreinigd is met een hoeveelheid radioactiviteit ter grootte van 10 keer de vrijgavegrens levert wel of niet een direct risico van inwendige besmetting? geen direct risico (het is onmogelijk om een vat slib oraal in te nemen) 20 Inslikken van activiteit is wel of niet riskanter dan inademen? niet zonder meer te zeggen: hangt af van het radionuclide en chemische samenstelling 21 Het is wel of geen bakerpraatje dat radioactieve stoffen door huid en handschoenen kunnen dringen? geen bakerpraatje 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Open bronnen de volgende zeven vragen alleen voor niveau 5B 1 De inrichtingseisen gesteld aan een B-laboratorium zijn strenger of minder streng dan die gesteld aan een C-laboratorium? strenger 2 De maximaal te hanteren activiteit is in een B-laboratorium in het algemeen groter of kleiner dan die in een C-laboratorium? groter 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Open bronnen 3 De maximaal te hanteren activiteit is in een D-laboratorium in het algemeen groter of kleiner dan die in een C-laboratorium? kleiner 4 Eisen gesteld in een lokale vergunning gaan wel of niet vóór eisen gesteld in de Richtlijn Radionuclidelaboratoria? de strengste eis is bepalend 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Open bronnen effectieve dosiscoëfficiënt is e(50)inh = 2,9×10-9 Sv/Bq zie ook p,q,r-tabel 5 Men wil op tafel in een C-laboratorium 50 MBq pipetteren. Is dit toegestaan? ja (p = -1, q = 2, r = 0) 6 Men wil in een zuurkast die voldoet aan de norm NEN-EN 14175 in een B-laboratorium 50 MBq indampen. Is dit toegestaan? ja (p = -4, q = 3, r = 2) 7 Men wil in een gesloten handschoenenkast in een B-laboratorium een kwartsbuisje met 500 MBq poedervormig materiaal breken en het poeder overbrengen in een bekerglas. Is dit toegestaan? ja (p = -4, q = 3, r = 3) 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Open bronnen p vorm van stof / werkzaamheden -4 gas poeders mengen of malen vloeistof tegen kookpunt spattende bewerkingen -3 vluchtige nucliden (3H-damp, jodium) poeders in gesloten systeem centrifugeren, vortexen -2 eenvoudige bewerking (RIA) labeling niet vluchtige stof -1 bewerking in gesloten systeem (elutie Tc) meten aan gesloten ampul pipetteren niet vluchtige stof opslag in laboratorium q laboratorium buiten laboratorium 1 D-laboratorium 2 C-laboratorium 3 B-laboratorium r lokale ventilatie buiten zuurkast, op tafel 1 zuurkast (niet NEN-EN 14175) 2 zuurkast (wel NEN-EN 14175) air-flow isolator (veiligheidsklasse II) 3 air-flow isolator (veiligheidsklasse III) glove box terug 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radioactief afval de volgende elf vragen alleen voor niveau 5B: 1 Een oppervlak is radioactief besmet als de besmetting groter is dan 1 Bq/cm2 4 Bq/cm2 4 Bq/m2 100 Bq/m2 4 Bq/cm2 (volgens de Richtlijn Radionuclidenlaboratoria) 2 Moet afval behandeld worden als radioactief afval als de activiteitsconcentratie kleiner is dan de vrijgavegrens? nee 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radioactief afval 3 Moet afval behandeld worden als radioactief afval als de activiteit kleiner is dan de vrijgavegrens? nee 4 Om afval als bedrijfsafval te mogen afvoeren moeten de activiteits-concentratie en de activiteit beide kleiner zijn dan de vrijgavegrens. Is deze uitspraak juist? nee: het is een òf-òf-regeling 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radioactief afval 5 Radioactief afval moet worden afgevoerd als bedrijfsafval als gevaarlijk bedrijfsafval via de chemische afvalverwerking via de COVRA? via de COVRA 6 Stickers met het opschrift "radioactieve stoffen" horen thuis in de prullebak in de blauwe milieubox bij het gevaarlijk bedrijfsafval bij het radioactief afval bij het radioactief afval 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radioactief afval 7 Mogen voorwerpen waarvan het oppervlak besmet is met minder dan 4 Bq/cm2 bij het bedrijfsafval worden gelegd? ja 8 Mag de inhoud van een telpotje in het algemeen via het riool worden geloosd? nee: geen chemisch afval via riool 9 Mag de inhoud van een telpotje in het algemeen als chemisch afval worden afgevoerd? nee: als de activiteitsconcentratie èn de activiteit beide groter zijn dan de vrijgavegrens, is afvoer via COVRA verplicht 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 Radioactief afval 10 De kosten van afvoer en verwerking van radioactief afval rijzen wel of niet de pan uit? wel 11 Afvoer van 1 vat (100 l) vast radioactief afval kost ongeveer € 10 € 100 € 1000 € 10 000 ongeveer € 1000 27/04/2017 stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5