De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Franse Les Les 17 Vorige week Anne chapitre 4/5 Voyages p. 26

Verwante presentaties


Presentatie over: "Franse Les Les 17 Vorige week Anne chapitre 4/5 Voyages p. 26"— Transcript van de presentatie:

1 Franse Les Les 17 Vorige week Anne chapitre 4/5 Voyages p. 26
Bijv. naamwoord Aimer le Les nombres 1000 QUEL JOUR SOMMES-NOUS? Aujourd’huis nous sommes vendredi le 6 mars 2015

2 Vorige les + devoirs Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25
Pas de / peu de Bijv. naamwoord Lezen chapitre 4 & 5 Samenvatting maken (ca. 10 korte zinnen) Werkboek unité 3a t/m oef. 7 Leren ca. 10 woorden uit lijst p. 133/134 - Maak met elk woord een korte zin (= 10 zinnen) nb: een korte zin = ca. 3 tot 5 woorden.

3 Bingo: p. 133/134 - 1/2/3 denken Mensen Weinig File Overal
Ik weet het niet Uitleggen Leuk Veel Inwoner Het station Op Voor Een beetje Zoals Naast De brug Eens / ooit Wat is er? Gek zijn op De kerk Het ziekenhuis Het plein jouw stad Zeg eens

4 Voyages : p. 24 – Vraagzinnen
Gewone zin + ? Est-ce que + gewone zin + ? Vraagwoord + est-ce que + gewone zin + ? Vertaal deze zinnen, met est-ce que Spreekt u Frans? Heeft u kinderen? Gaan jullie op vakantie? Waar gaan jullie op vakantie? Waarom gaan jullie op vakantie? Wie spreekt Frans? QUI QU-EST-CE QUE COMMENT POURQUOI QUEL

5 Bijvoeglijk naamwoord staat achter het ZN
Voyages : p. 25 2C t/m 26 Bijvoeglijk naamwoord staat achter het ZN Enkelvoud meervoud Mannelijk - + s Vrouwelijk + e + es beau bon joli haut long petit vieux mauvais méchant jeune vaste grand meilleur autre nouveau Deze komen vóór het zelfstandig naamwoord!!

6 Voyages : p. 25 – BIJV. NAAMW. Vertaal deze zinnen. Let op het bijv. naamwoord. Ik heb een grote auto J’ai une grande voiture. Wij hebben een klein huis. Nous avons une petite maison. Pukkie is een leuke kat Pukkie est un joli chat./ une jolie chatte. De grote kat heeft een kleine muis. Le grand chat a une petite souris. Wij kopen een moderne tafel. Nous achetons une table moderne. In Sneek zijn veel kleine cafés. À Sneek il y a beaucoup de petits cafés. Wij hebben een grote tuin Nous avons un grand jardin. Wij hebben geen grote tuin. Nous n’avons pas de grand jardin.

7 Voyages : p. 26 – j’aime le /la /les
Unité 2 Un chat Une poule Des poules Unité 3 p. 24 Pas de chat Peu de chats Beaucoup de poules Unite 3 p. 26 (aimer/adorer/détester = uitzondering) J’aime le chat J’aimes les chats Je n’aime pas les chats

8 Famille (professions parents)
CHAPITRE 1 Anne Famille (professions parents) Âge & physique Domicile (ville, maison) Quels problèmes ? école 16 ans

9 Anne - résumé Maak korte zinnen. Gebruik liever twee korte zinnen, dan één lange. Denk aan de werkwoorden. Volgorde van vertellen: D’abord = eerst Puis = dan Après = daarna Ensuite = vervolgens Enfin = tenslotte

10 Meilleure copine : Véronique
LA FAMILLIE BELGE CHAPITRE 3 Jean-Francois Marie Claire Les parents Mireille 16 ans 2 filles – 2 fils Sophie 14 ans Meilleures copines : Valérie Emilie Meilleure copine : Véronique Bernard 12 ans Joël 8 ans Copain de Sophie ?? Une petite cousine ?? 16 ans

11 CHAPITRE 4 : on visite la ville La piscine municipale Le parc Balzac
LE GYMNASE Sport Look Grand magasin GB Produits alimentaires

12 CHAPITRE 4 : acheter des frites
En face du magasin – des euros en échange – baisse le volume ! LA FRITERIE La BANQUE Est-ce que les frites sont chères ou bon marché ?

13 CHAPITRE 5 : Anne rencontre Brigitte
En désordre– tu dois - ranger – aimer – porter - uniforme La chambre de Brigitte La mère de Brigitte La nourriture belge Brigitte Anne aime le/la/les … Brigitte aime le/la/les… Projet de charité

14 Devoirs Powerpoint bekijken Anne - lezen chapitre 6 & 7
Samenvatting Anne met plaatjes /tekeningen Werkboek unité 3a t/m oef. 9 Leren tellen tot vijf miljoen drie honderd duizend.

15 Verbes: faire, avoir, être + -er
avoir = hebben être = zijn faire = doen, maken habitER = wonen travailler = werken J’ai Je suis Je fais J’habit e Tu as Tu es Tu fais Tu habit es Il a Il est Il fait Il habit e Nous avons Nous sommes Nous faisons Nous habit ons Vous avez Vous êtes Vous faites Vous habit ez Ils ont Ils sont Ils font Ils habit ent


Download ppt "Franse Les Les 17 Vorige week Anne chapitre 4/5 Voyages p. 26"

Verwante presentaties


Ads door Google