VERHOUDINGEN.

Presentatie over: "VERHOUDINGEN."— Transcript van de presentatie:

1 VERHOUDINGEN

2 Grenadine 1 deel siroop voor 5 delen water
4 cl siroop  hoeveel water? 20 cl Want: 1 5 = 4 20 10 cl siroop  30 cl water Zoeter of minder zoet? zoeter Want: 1 5 ≠ 10 30

3 Verhouding DW-PW Hoe is de verhouding nu? 30-70
Stel: DW = 24/30 + PW = 35/70 Totaal = 59/100 En als de verhouding zou zijn? 8 45 Stel: DW = … /10 + PW = … /90 Totaal = 53/100

4 SCHAAL! In meetkunde worden verhoudingen uitgedrukt met:
Voorbeeld schaal 1 : 4 cm op de tekening komt overeen met hoeveel cm in werkelijkheid? cm = km 4

5 In de keuken! 3 6 eieren personen = 8 4
Chocomousse: ingrediënten voor 4 personen 3 eieren 100 g chocolade 50 g suiker 125 ml room Hoeveel eieren heb je nodig voor 8 personen? 3 6 eieren personen = 8 4

6 Chocomousse: ingrediënten voor 4 personen
3 eieren 100 g chocolade 50 g suiker 125 ml room Hoeveel suiker heb nodig voor 12 personen? 50 150 suiker personen = 12 4

7 Chocomousse: ingrediënten voor 4 personen
3 eieren 100 g chocolade 50 g suiker 125 ml room Hoeveel chocolade heb je nodig voor 2 personen? 100 50 chocolade personen = 2 4

8 Chocomousse: ingrediënten voor 4 personen
3 eieren 100 g chocolade 50 g suiker 125 ml room Hoeveel chocolade heb je nodig voor 3 personen? 100 75 chocolade personen = 3 4

9 Besluit Verhoudingen vind je overal! Wiskunde zit overal!
Lang leve de wiskunde! Hoor ik iemand lachen? Van wie niet gelachen heeft, wordt het examen minder streng verbeterd!