De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Blok 7: netwerken Les 1 Christian Bokhove

Verwante presentaties


Presentatie over: "Blok 7: netwerken Les 1 Christian Bokhove"— Transcript van de presentatie:

1 Blok 7: netwerken Les 1 Christian Bokhove
Deze lessen zijn mede mogelijk gemaakt door de Universiteit Twente en i.h.b. Bert-Jan van Beijnum.

2 OSI Referentie Model Een Referentie Model (RM) is een manier om een Telematica Systeem te beschrijven. Een Referentie Model: Structureert de functionaliteit per protocol laag Beschrijft niet het protocol zelf, maar wel welke functionaliteit een protocol heeft. Verschillende standaards, verschillende RM´s.

3 OSI Referentie Model 7 6 5 Lagen 5 & 6 hebben geen praktisch nut. 4 3
Applicatie Laag: Coordinatie van Activiteiten 7 Presentatie Laag 6 Sessie Laag 5 Lagen 5 & 6 hebben geen praktisch nut. Transport Laag: Communicatie tussen processen 4 Netwerk Laag: Communicatie tussen systemen 3 Data Link Laag: Transport van frames over link 2 Fysieke Laag: Transport bits over een draad 1 Medium: Transport van Signalen

4 TCP/IP Reference Model
Applicatie HTTP FTP SMTP POP IMAP DNS RTP SNMP Transport TCP UDP Internet IP IPv6 ICMP Host-to-Network SLIP PPP FDDI Ethernet

5 The Structuur van het Blok
Applicatie Laag Les 8 Transport Laag Les 7 Netwerk Laag Les 5 en 6 Data Link Laag Les 3 en 4 Les 9 en 10 Fysieke Laag Les 1 en 2 Media

6 Functie van een medium Volgens ISO (verantwoordelijk voor standaards) is de functie van een medium: Om signalen door te geven tussen systemen die –vanwege geografische afstand- niet rechtstreeks kunnen communiceren. Signalen doorgeven heet: transmissie. Wat is een signaal? Voor nu: een fysiek fenomeen dat varieert in de tijd. Het is altijd een analoog signaal! Voorbeeld: trillende lucht wanneer je praat in telematica systemen: meestal electromagnetische signalen.

7 Soorten Transmissie Uiteindelijke doel van transmissie is om 'informatie‘ door te geven. De drager van de informatie is het signaal. Afhankelijk van het signaal hebben we: Analoge transmissie: waarbij analoge informatie naar een signaal wordt omgezet en getransporteerd door het medium Digitale transmissie: waarbij digitale informatie naar een signaal wordt omgezet en getransporteerd door het medium

8 Transmissie model bron goot(sinc) zender ontvanger medium
Bron: produceert de informatie Zender: zet informatie om naar signaal Medium: geeft het signaal door aan de ontvanger Ontvanger: zet het signaal om naar informatie Goot/Sinc: ontvangt de informatie bron goot(sinc) zender ontvanger medium

9 Transmissie model (2) Open vragen:
Wat bedoelen we precies met 'informatie'? Analoge informatie: LP of video-tape Digitale informatie: bits, CD, … Hoe moet het omzetten tussen informatie en signalen gebeuren? De eigenschappen van media zijn hier belangrijk Transmissie model voor Telematica Systemen: We gebruiken digitale transmissie: we hebben het over 'digitale informatie' (bits), maar het signaal dat door een medium gaat is altijd analoog.

10 Signalen Een medium wordt gebruikt om signalen door te geven, maar wat zijn signalen en hoe zien ze er uit? In Telematica Systemen zijn signalen electromagnetische golven, bijvoorbeeld Radio golven (AM en FM) Micro golven (satelliet transmissie) Infra-rood golven (draadloze communicatie) Licht golven (zien; glasvezel).

11 Signalen (2) Welke media worden gebruikt om deze signalen door te geven? Kabels: Twisted pair Coax Optische fibers (glasvezel) Of, door de ruimte: Ether / Lucht Water

12 Signalen (3) Hoe kunnen signalen worden beschreven?
Wiskunde. Signalen gemodelleerd als functies. Deze functies beschrijven de vorm van een signaal. Welke eigenschappen van signalen zijn belangrijk? De parameters die de vorm van een signaal bepalen. Of, grootheden die volgen uit de vorm. Typen signalen: Harmonisch, periodiek, niet-periodiek

13 Harmonische signalen Harmonische signalen als functie van tijd - x(t):
Wiskundig: x(t) = A * cos ( 2  f t +  ) Met: t = tijd [s] A = amplitude ,  = fase, f = frequentie [Hz] Grafiek: A = 1  = 0 f = 1

14 Parameters van harmonische signalen
A = 1, f = 1,  = 0 A = 1.8 A = 1.8 A = 1.8, f = 1,  = -½   = -½   = -½ 

15 Parameters van harmonische signalen (2)
De frequentie heeft ook invloed op de vorm van het signaal: f = 1 f = 2 f = 4

16 Periodieke signalen Een periodiek signaal x(t) is een signaal waarvan de vorm zichzelf herhaalt na een (eindige) periode T. Wiskundig: x(t) = x(t + T) Voorbeeld: T

17 Relatie tussen periodieke signalen & harmonische signalen
Er is een mooi verband tussen periodieke signalen en harmonische signalen Zie het practicum.. Deze constructie methode heet Fourier Analyse: x(t) = n[1..] An * cos ( 2  n f t + n ) Waarbij f = 1/T, zodat f bepaald wordt door de periode van het signaal

18 Niet-periodieke signalen
Het derde type signalen zijn: niet-periodieke signalen. Deze kunnen elke vorm aannemen. Niet-periodieke signalen bestaan ook uit harmonische signalen (fourier integraal) Voorbeelden: x(t) -2 -1 1 2 x(t) -2 -1 1 2

19 Signalen - Frequentie grafiek
Harmonische signalen Periodieke signalen Niet-periodieke signalen

20 Vragen (Boek en presentatie)
Wat is het OSI-model? Wat is het TCP/IP model? Wat is een tranmissie model? Welke media zijn er? Wat zijn harmonische signalen? Hoe ontstaan periodieke signalen?


Download ppt "Blok 7: netwerken Les 1 Christian Bokhove"

Verwante presentaties


Ads door Google