De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Werkwoordspelling invulschema.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Werkwoordspelling invulschema."— Transcript van de presentatie:

1 Werkwoordspelling invulschema

2 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

3 Werkwoordsspelling Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen
Tegenwoordige tijd

4 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Tegenwoordige tijd Verleden tijd

5 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Tegenwoordige tijd
Ik-vorm + t Verleden tijd

6 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Tegenwoordige tijd
Ik-vorm + t Verleden tijd 't Kofschip (bij zwakke werkw.)

7 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Tegenwoordige tijd
Ik-vorm + t 1 Verleden tijd 't Kofschip (bij zwakke werkw.)

8 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Tegenwoordige tijd
Ik-vorm + t 1 Verleden tijd 't Kofschip (bij zwakke werkw.)

9 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Tegenwoordige tijd
Ik-vorm + t 1 Hij verhuist naar Gent. Zij past het jurkje. De chirurg opereert de patiënt. Ik meld mij vandaag ziek. Verleden tijd 't Kofschip (bij zwakke werkw.)

10 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Tegenwoordige tijd
Ik-vorm + t 1 Hij verhuist naar Gent. Zij past het jurkje. De chirurg opereert de patiënt. Ik meld mij vandaag ziek. Verleden tijd 't Kofschip (bij zwakke werkw.) Hij verhuisde naar Gent. Zij paste het jurkje. De chirurg opereerde de patiënt. Ik meldde mij gisteren ziek.

11 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

12 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Voltooid tegenw. tijd (zijn, worden, hebben)

13 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Voltooid tegenw. tijd (zijn, worden, hebben) Voltooid verl. tijd

14 Ik-vorm + t (bij teg. tijd)
Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Voltooid tegenw. tijd (zijn, worden, hebben) 't Kofschip (bij zwak) Ik-vorm + t (bij teg. tijd) Voltooid verl. tijd

15 Ik-vorm + t (bij teg. tijd)
Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Voltooid tegenw. tijd (zijn, worden, hebben) 't Kofschip (bij zwak) Ik-vorm + t (bij teg. tijd) Voltooid verl. tijd 't Kofschip (volt. dw.) 't Kofschip (teg. tijd)

16 Ik-vorm + t (bij teg. tijd)
Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Voltooid tegenw. tijd (zijn, worden, hebben) 't Kofschip (bij zwak) Ik-vorm + t (bij teg. tijd) 2 Voltooid verl. tijd 't Kofschip (volt. dw.) 't Kofschip (teg. tijd)

17 Ik-vorm + t (bij teg. tijd)
Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Voltooid tegenw. tijd (zijn, worden, hebben) 't Kofschip (bij zwak) Ik-vorm + t (bij teg. tijd) 2 Voltooid verl. tijd 't Kofschip (volt. dw.) 't Kofschip (teg. tijd)

18 Ik-vorm + t (bij teg. tijd)
Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Voltooid tegenw. tijd (zijn, worden, hebben) 't Kofschip (bij zwak) Ik-vorm + t (bij teg. tijd) 2 Hij is naar Gent verhuisd. Zij heeft het jurkje gepast. De patiënt wordt geopereerd. Ik heb mij gisteren ziek gemeld. Voltooid verl. tijd 't Kofschip (volt. dw.) 't Kofschip (teg. tijd)

19 Ik-vorm + t (bij teg. tijd)
Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Voltooid tegenw. tijd (zijn, worden, hebben) 't Kofschip (bij zwak) Ik-vorm + t (bij teg. tijd) 2 Hij is naar Gent verhuisd. Zij heeft het jurkje gepast. De patiënt wordt geopereerd. Ik heb mij gisteren ziek gemeld. Voltooid verl. tijd 't Kofschip (volt. dw.) 't Kofschip (teg. tijd) Hij was naar Gent verhuisd. Ik had mijn oude huis gemist. Zij had m'n brief beantwoord. Ik had mij gisteren ziek gemeld.

20 Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

21 Bijvoeglijk naamwoord
Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Bijvoeglijk naamwoord

22 Bijvoeglijk naamwoord
Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Bijvoeglijk naamwoord Infinitief

23 Bijvoeglijk naamwoord
Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. Infinitief

24 Bijvoeglijk naamwoord
Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. Infinitief Schrijf hele werkwoord bij al aanwezige verleden tijd.

25 Bijvoeglijk naamwoord
Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. - Infinitief Schrijf hele werkwoord bij al aanwezige verleden tijd.

26 Bijvoeglijk naamwoord
Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. - Infinitief Schrijf hele werkwoord bij al aanwezige verleden tijd. 2

27 Bijvoeglijk naamwoord
Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. - De verwachte brief ligt op de mat. Het gelande vliegtuig is op tijd. Er zijn nu minder gepeste kinderen. Het gewitte dak ziet er weer mooi uit. Infinitief Schrijf hele werkwoord bij al aanwezige verleden tijd. 2

28 Bijvoeglijk naamwoord
Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. - De verwachte brief ligt op de mat. Het gelande vliegtuig is op tijd. Er zijn nu minder gepeste kinderen. Het gewitte dak ziet er weer mooi uit. Infinitief Schrijf hele werkwoord bij al aanwezige verleden tijd. 2 Wij moesten uren in de regen wachten. Hij wilde maar niet antwoorden. Ik kon niet meer lopen. Hij ging zwemmen.

29 EINDE


Download ppt "Werkwoordspelling invulschema."

Verwante presentaties


Ads door Google