De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

J. van Os Maurick College Tweede klas

Verwante presentaties


Presentatie over: "J. van Os Maurick College Tweede klas"— Transcript van de presentatie:

1 J. van Os Maurick College 2016-2017 Tweede klas
Modale werkwoorden J. van Os Maurick College Tweede klas

2 Modale werkwoorden Modale werkwoorden kunnen de zin een hele andere betekenis geven: ik wil zwemmen / ik kan zwemmen / ik mag zwemmen etc. De werkwoorden zijn regelmatig, maar hier geldt geen “feesttenten” Twee regels voor modale werkwoorden (net als in het NLs!): De uitgangen van de eerste en derde persoon zijn hetzelfde: /st/-/en/t/en De klank verandert van enkelvoud naar meervoud (ook in het NLs)

3 Können = kunnen kunnen können ev. ik kan ich kann jij kan du kannst hij/zij/het kan er/sie/es kann mv. wij kunnen wir können jullie kunnen ihr könnt zij kunnen/u kan sie/Sie können Let op: “het kan niet” wordt vertaald als “es ist nicht möglich”

4 Dürfen = mogen mogen dürfen ev. ik mag ich darf jij mag du darfst hij/zij/het mag er/sie/es darf mv. wij mögen wir mögen jullie mogen ihr mögt zij mogen/u mag sie/Sie mögen Let op: “het mag niet” wordt vertaald als “es ist nicht erlaubt”

5 Wollen = willen willen wollen ev. ik wil ich will jij wilt du willst
hij/zij/het wil er/sie/es will mv. wij willen wir wollen jullie willen ihr wollt zij willen/u wilt sie/Sie wollen

6 Sollen = moeten (advies, fatsoen)
ev. ik moet ich soll jij moet du sollst hij/zij/het moet er/sie/es soll mv. wij moeten wir sollen jullie moeten ihr sollt zij moeten/u moet sie/Sie sollen

7 Müssen = moeten (kan niet anders)
ev. ik moet ich muss jij moet du musst hij/zij/het moet er/sie/es muss mv. wij moeten wir müssen jullie moeten ihr müsst zij moeten/u moet sie/Sie müssen

8 Mögen = leuk vinden leuk vinden mögen ev. ik vind leuk ich mag jij vindt leuk du magst hij/zij/het vindt leuk er/sie/es mag mv. wij vinden leuk wir mögen jullie vinden leuk ihr mögt zij vinden leuk/u vindt leuk sie/Sie mögen In het Nederlands ka “ik vind haar aardig/leuk” ook als “ik mag haar wel” geschreven worden

9 Wissen = weten weten wissen ev. ik weet ich weiß jij weet du weißt
hij/zij/het weet er/sie/es weiß mv. wij weten wir wissen jullie weten ihr wisst zij weten/u weet sie/Sie wissen


Download ppt "J. van Os Maurick College Tweede klas"

Verwante presentaties


Ads door Google