Van bovenbouwer naar brugpieper … en de rol van ouders in deze fase.

Presentatie over: "Van bovenbouwer naar brugpieper … en de rol van ouders in deze fase."— Transcript van de presentatie:

1 Van bovenbouwer naar brugpieper … en de rol van ouders in deze fase

2 Een korte schets  Oudste-jongste  Bekend-onbekend  Klein-groot

3 Psychologie van de puberteit  Puberteit: overgang van kind naar volwassene  Verloopt voor ieder kind anders  Centraal staat de ontwikkeling van de eigen identiteit Basiszekerheid voor je latere leven

4 Ontwikkeling zelfbeeld  Biologisch  Seksueel  Cognitief  Sociaal  Moreel

5 Biologische ontwikkeling  Gemakkelijk te herkennen  Veranderingen in en aan het lichaam  Aangestuurd door groei- en geslachtshormonen  Wisselende gevoelens  Hormonen in horten en stoten

6 Seksuele ontwikkeling  Pubers omringd door seksualiteit  Lijken veel te weten  Emotioneel vaak verward en onzeker  Sterke behoefte aan intimiteit  Lichaamstaal en uiterlijk soms niet in overeenstemming met wensen en verlangens

7 Cognitieve ontwikkeling  Hersens volop in ontwikkeling  Abstracte denken en denken in hypothesen  Verplaatsen in een ander  Hersens ontwikkelen zich niet gelijkmatig  Prefrontale cortex (emotionele controle, beheersing impulsen, rationele besluitvorming) ontwikkelt zich juist in puberteit.

8 Sociale ontwikkeling  Impulsieve stadium (gedrag van ‘uitproberen’; gemakkelijk corrigeerbaar) 8-10 jaar  Zelfbeschermende stadium (eigen emoties en eigen gevoelens worden beheerst) 10-12 jaar  Conformistische stadium (aanpassing aan de rest; gelijkheidsgevoel versterkt) 12-14 jaar  Zelfbewuste stadium (eigenheid en oprechtheid) 16-21 jaar

9 Puberbrein en onderwijs  Mogen wij van pubers verwachten dat zij - zelfstandig plannen, - hun werk organiseren - prioriteiten stellen - rekening houden met de consequenties van hun handelen? Opdracht voor scholen

10 Ontwikkeling van het moreel  Waarden en normen leer je in je gezin  Rol van de ouders is groot  Positief gedrag versterken  Respectvol met elkaar omgaan  Pubers op zoek naar alternatieve opvattingen, grenzen en kaders  Eigen persoonlijkheid ontwikkelen

11 De brugklasser  Treedt binnen in de wereld die door pubers wordt gedomineerd  Afscheid van kindertijd  Verwelkoming van tienertijd  Contacten en relaties belangrijker  School met taken en relaties

12 Wat vraagt de school van een brugklasser?  13-14 vakken  Verschillende leerkrachten  Verschillende lokalen  7 of 8 lessen waarin jij je aandacht moet vasthouden  Behoefte aan structuur en veiligheid  Behoefte aan actie en bewegelijkheid

13 Planning, organisatie en huiswerk  Maakwerk en leerwerk  Zelfdiscipline  Grote hoeveelheden tekst  Planning (agenda)  Zitvlees kweken

14 De klas als hechte groep  Forming (de groep wordt gevormd)  Norming (de regels worden bepaald)  Storming (een strijd om de macht)  Performing (productiviteitsfase)  Afscheid (bewust afscheid nemen van elkaar)

15 Digitale wereld  Biedt een scala aan mogelijkheden  Intimiteit, maar ook afstand  Lef hebben, maar ook onzeker zijn

16 Rol van ouders  Belangstelling tonen  In gesprek gaan met je kind  Grenzen aangeven  Huiswerk begeleiden: - structuur bieden - hulp, indien gevraagd - tijd en planning

17 Waarin moeten ouders terughoudend zijn?  Pubers als basisschoolkinderen behandelen  Teveel ruimte geven  Te hoge verwachtingen hebben en te hoge eisen stellen