De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Cursus Onderluitenant

Verwante presentaties


Presentatie over: "Cursus Onderluitenant"— Transcript van de presentatie:

1 Cursus Onderluitenant
mei 2005 HOOFDSTUK 12 GROOTSCHALIG OPTREDEN TACTIEK & BEVELVOERING Cursus onderluitenant 2008 Inleiding : Kennis v/e officier is meestal overwegend technische kennis Wat met de toepassing van deze kennis bij een interventie? Offr moet leiding geven, dus Beslissingen nemen Bij elke inzet moet de bevelvoerder wegens het potentieel aanwezige gevaar snel beslissingen nemen en bevelen geven, bij de aanvang zal de beslissingname autocratisch (autoritair) gebeuren : - snel: binnen een zeer korte tijdspanne: dringend! - zonder over alle informatie te beschikken - met het volle besef van de draagwijdte van zijn beslissingen Het denken en handelen van de bevelvoerder is weinig doordacht & reflexief. Een mechanisme wordt ingezet waarbij naar een houvast gezocht wordt door instinctief teruggrijpen naar vertrouwde, dikwijls meegemaakte acties. Moet officier dan eerst alles meegemaakt hebben om voldoende ervaring te hebben om telkens te kunnen terugvallen op vertrouwde situatie? Wanneer deze reflex terugvalt op een denkpatroon, opgevat als een terugkerende cyclus van vraag & antwoord, bereikt men veel vlugger de georganiseerde fase van tussenkomst. Het is dit denkpatroon dat dit hoofdstuk van de cursus probeert bij te brengen. Kpt-Cdt Marc Vande Velde, Officier Dienstchef Brandweer Sint-Niklaas Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

2 Cursus Onderluitenant
mei 2005 INHOUDSTAFEL 1. Verloop van de brand operationeel  preventief vlamoverslag (flashover)  backdraft 2. Strategie bij grootschalig optreden WAT, WELKE, WIE? 3.Taktiek bij grootschalig optreden HOE? 4. Management op de interventieplaats 5. Aanvalsopties offensief  defensief 6. Standaard Operatie Procedures: SOP’s 7. Time management 8. Functies van de bevelvoering 9. Redding Inhoudstafel: te overlopen: zie slide 6. SOP’s: = Gestandaardiseerde manier van optreden best: schriftelijk vastgelegde procedures 8. Functies in de bevelvoering: Installatie Commando Permanent evalueren en bijsturen Communicatie Organisatie aanvalsplan Afbouw van de interventie Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

3 Cursus Onderluitenant
mei 2005 1. Verloop van de brand : Een officier moet het fenomeen “brand” begrijpen & kennen om : de ingezette ploegen afdoende te kunnen beschermen om de brand succesvol te kunnen bestrijden Elementaire kennis = kennis van : - het verbrandingsproces van stoffen (vast - vloeibaar - gas) - brandvoortplanting via: - conventie in vrije lucht - conductie in een gebouw - straling - vlamcontact - vliegvuur - omgevingsfactoren die het brandverloop beïnvloeden - het brandrisico: - waarschijnlijkheid van ontstaan van brand - strengheid van de brand >< brandbelasting - brandbestrijding: organisatie & aanpak - specifieke risico’s bij brand: vb: gasflessen Bij een compartimentsbrand zullen fenomenen als flashover & backdraft bepalend zijn voor de strategie & de tactiek bij de bestrijding Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

4 1.1 Operationele- en preventieve benadering
1. Verloop van de brand Cursus Onderluitenant mei 2005 1.1 Operationele- en preventieve benadering BASISKENNIS VOOR BRANDBESTRIJDING : 1. Soorten brandvoortplanting : Convectie Conductie Straling Vliegvuur 2. Omgevingsfactoren Wil men iets beheersen, moet men het ook begrijpen. Dit is niet anders voor het fenomeen brand. 1. Brandvoortplanting soorten? (convectie, conductie, straling, vlamcontact en vliegvuur) wat is verschil tussen convectie en straling? Convectie = overbrenging warmte door bewegende middenstof (vb lucht, water, rookgassen) Conductie = warmte-overdracht door geleiding in het materiaal Straling = overdracht van energie via electromagnetische golven 2. omgevingsfactoren (openlucht of gebouw) 3.brandrisico Verborgen risico’s - vlamoverslag en backdraft (zie verder) - gasflessen 3. Brandrisico KLIK 4. Verbrandingsproces KLIK KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

5 1.1 Operationele- en preventieve benadering
1. Verloop van de brand Cursus Onderluitenant mei 2005 1.1 Operationele- en preventieve benadering Verbrandingsproces : standaardkromme (operationeel) Vlamoverslag of flashover is weinig gekend omdat het zelden gezien wordt. Als brandweerman maken we meestal niet gehele verloop van een brand mee. Binnenbrand: Bekijken we de standaard kromme, dan zien we 4 fasen: - Fase 1: smeulperiode : een begin van brand (meestal smeulbrand) zorgt voor de ontwikkeling van heter wordende rookgassen. - Fase 2: ontwikkelingsperiode : de brand ontwikkelt zich verder. De hete rookgassen warmen de ruimte op en verhitten alle stoffen tot het moment dat ze hun ontbrandingstemperatuur bereiken. Overgang van Fase 2 naar Fase 3: Flashover : alle stoffen in de ruimte ontvlammen. - Fase 3 is de brandperiode, wordt ingeleid door de Flashover: alles brandt. De brand is “vol ontwikkeld” - Fase 4 is de uitdovingsperiode. - Figuur 1 (evolutie temperatuur als functie van de tijd) * Welke risico’s neemt men? = functie van gevolgde strategie : offensief - defensief - snel bij  blussing vr vlamoverslag (1) - na vlamoverslag  (2) - gewoon laten uitbranden  (3) * Waar zit gevaar? Wanneer lopen manschappen grootste risico? Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

6 1.1 Operationele- en preventieve benadering
1. Verloop van de brand Cursus Onderluitenant mei 2005 1.1 Operationele- en preventieve benadering Verbrandingsproces : branduitbreidingskromme (preventief) - Figuur 2: omvang van de brand in functie van de tijd * conclusie: wil men de omvang van de brand beperken moet heel snel ingegrepen worden. * Door wat worden de hellingen in fase 1 en 2 bepaald? Door het brandgedrag - de “reactie bij brand” van de materialen” Verbrandingssnelheid bepaald door: - blootgestelde oppervlakte aan brandbare materialen (bepaalt de omvang & de intensiteit van de brand) - schikking vd materialen (horizontaal, verticaal, vloer/ zoldering) - ontvlambaarheid (gemakkelijk of moeilijk te ontsteken) - verhouding blootgestelde oppervlakte - volume compartiment (zie fig.1) - ventilatie/ luchttoevoer (maar ook afvoer) zie RWA  kan ook temperatuur laag houden. Figuur 2: brand , bekeken vanuit proeventie-perspectief: 4 fases * fasen 1 en 2  brandreactie van de materialen * Wat is belangrijk in fase 3? Brandweerstand vd bouwelementen. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

7 1.1 Operationele- en preventieve benadering
1. Verloop van de brand Cursus Onderluitenant mei 2005 1.1 Operationele- en preventieve benadering GROOTSCHALIGE BRANDEN  NORMALE  BEPALENDE FACTOREN : 1. Risicoanalyse 2. Pre-planning 3. Bezettingsgraad 4. Korps: grootte & infrastructuur 5. Weersomstandigheden 6. Brandbelasting en preventie Grootschalige branden komen gelukkig zelden voor. Risico (R) = waarschijnlijkheid (p) x Schade (S) R = p x S - WANNEER WEL? WELKE ZIJN BEPALENDE FACTOREN? * risicoanalyse (voor een gegeven aanvaardbaar risico: als schade  moet waarschijnlijkheid  * pre-planning: (pro-actie) (interventieplanning) (cfr Seveso Provinciaal Rampenplan) * bezettingsgraad organisatie van de evacuatie * grootte korps, uitrusting korps, graad van geoefenheid, en infrastructuur (omgeving : waterbevoorrading, bereikbaarheid - belangrijk bij risico-analyse en pre-planning) * weersomstandigheden (wind, droogte) wind & droogte kunnen leiden tot vuurstorm * brandbelasting en preventie KLIK KLIK KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

8 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft
1. Verloop van de brand Cursus Onderluitenant mei 2005 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft BEGIN BRAND voldoende onvoldoende O2 O2 - begin brand: klein in omvang lage temperatuur weinig rook (rooklaag vormt zich tegen zoldering) * voldoende 0²: vrije verbranding FLASHOVER ° brand nadert vlamoverslag (fig.2) ° voldoende zuurstof dus vlammen ° rooklaag wordt steeds dikker (bevat kleine hoeveelheid onverbrande gassen) ° temperatuur stijgt boven 700°C (gevaar staal) (belang rookafvoer) ° plots vat volledige compartiment omdat alle oppervlakken en voorwerpen verhit zijn tot hun ontvlammingstemperatuur (vlamoverslag) (verhitting door convectie (rookgassen) en straling) ° bouwelementen worden nu sterk gesolliciteerd en stabiliteit komt in gedrang * onvoldoende 0²: smeulvuur BACKDRAFT ° idem vrije verbranding tot 0² opgebruikt ° brand afgeremd door gebrek aan zuurstof ° hoge temperatuur  vorming onverbrande rookgassen ° geen vlammen ° dichte rook met aanwezigheid van grote hoeveelheid ontvlambare gassen (bruinzwarte rook) ° plotse toevoer 0² (geopende deur maar vb ook raam dat springt) met ontploffing en drukontlasting tot gevolg  te wijten aan explosie CO (LEL ts 11 en 75% bij 600°C) VRIJE VERBRANDING (pré-vlamoverslag) SMEULVUUR (pré-backdraft) vlamoverslag backdraft Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

9 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft
1. Verloop van de brand Cursus Onderluitenant mei 2005 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft FLASHOVER : HERKENNING  Extreme hoge temperaturen Dikke, zwarte rook “Roll-over” vlammentongen gevolg: stabiliteit in gevaar! Het is belangrijk flashover tijdig te herkennen. Flashover is altijd dodelijk! Heel het compartiment vat vuur! Doet zich voor aan het einde van de 2de fase en leidt fase 3 in, overgang van ontwikkelingsfase naar brandfase Waarschuwingssignalen : - extreme temperaturen, die de brandweerman op zijn knieën dwingen. - dikke, zwarte rook - “roll-over” (nog enkele seconden van de flashover verwijderd !) vlammentongen in de rooklaag onder het plafond - door hoge temperatuur is de stabiliteit in gevaar! “Roll-over” is de sporadische ontvlamming van hete rookgassen die het lokaal verlaten in het hoogste punt van een deuropening. De vlammen rollen als het ware naar buiten wanneer zij de dikke, zwarte rook laten ontvlammen. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

10 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft
1. Verloop van de brand Cursus Onderluitenant mei 2005 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft BACKDRAFT : HERKENNING  Rook die puffend uit spleten komt van gesloten ramen en deuren Zeer hete rookgassen Gebarsten en/of zwartgeblakerde glasramen Weinig of geen vlammen zichtbaar Bij openen deur of breken van glas worden rookgassen mee terug binnen gezogen Backdraft: herkenning: - Rook die puffend uit spleten komt van gesloten ramen en deuren - Zeer hete rookgassen - Gebarsten en/of zwartgeblakerde glasramen - Weinig of geen vlammen zichtbaar - Bij openen deur of glasbraak worden rookgassen mee terug binnen gezogen explosieve ontvlamming rookgassen ,met drukontlasting via ramen en deuren explosie van oververhitte CO speelt een belangrijke rol: (LEL vaCO: ts 11 en 75% bij 600°C) Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

11 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft
1. Verloop van de brand Cursus Onderluitenant mei 2005 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft FLASHOVER : BESCHERMING  Bij flashover is men KANSLOOS!! Hitte-opbouw met interventiekledij NIET te ontdekken – kledij verzadigd : brandwonden Buiten blijven 1,5 m in lokaal : overlevingskans = nul Stootsgewijs waternevel sproeien tegen plafond stelt flashover uit Bescherming tegen/bij flashover : kansloos!! 1. Interventiekledij beschermt zolang ze niet van de hitte verzadigd is. Onze kledij laat niet meer toe warmte-opbouw te detecteren. Eens het punt van warmte-verzadiging in de kledijlaag is bereikt, zullen brandwonden optreden. Het is dus kwestie van flashover tijdig te herkennen. = training Tegen flashover is men kansloos. 2. Bij herkenning is onmiddellijk reageren noodzakelijk. Snel naar buiten (duiken). Het punt van “no-return” wordt gedefinieerd op 1,5 m in de ruimte! 3. Water: stootsgewijs - nevelstraal - richting plafond Tip: Steeds HD-aanvalslijn ter bescherming meenemen: Er zijn geen gevallen bekend van verwondingen wanneer men een aanvalslijn als bescherming bij had. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

12 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft
1. Verloop van de brand Cursus Onderluitenant mei 2005 1.2 Vlamoverslag (flashover) en backdraft BACKDRAFT : BESCHERMING  Ventileren in hoogste gedeelte of via ramen (vòòr het openen van deur) Zoldering met volle straal koelen Nooit gebouw frontaal benaderen : dan is kans op verwondingen bij backdraft is kleiner “Ontploffing” verwondt brm. in openingen of kan instorting veroorzaken Bescherming tegen/bij Backdraft: 1. Ventileren in hoogste gedeelte van gebouw. Hete rookgassen ontsnappen en een ontsteking is minder catastrofaal. 2. Alternatief: Kan het vorige niet toegepast worden, dan kan men vooraleer een deur te openen een raam stuk slaan. Niet vlak voor het raam gaan staan. 3. De zoldering met een volle straal koelen. De aanwezigheid van een “valse ruimte” levert gevaar op .Vb: vals plafond: Het mengsel in de ruimte kan te rijk zijn om te branden en is sterk uitgezet door de warmte. Na afkoeling krimpen de gassen, waardoor er ruimte ontstaat voor aangevoerde lucht (zuurstof), waardoor het mengsel binnen de explosiegrenzen komt te liggen en ontvlammen (exploderen). 4. Nooit een gebouw frontaal benaderen, maar steeds diagonaal. D.w.z. niet voor ramen of deuropeningen, zodat de brandweerman niet in “de vuur-stroom” staat bij een backdraft (explosie). Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

13 Cursus Onderluitenant
Video-voorstelling mei 2005 Video-film: “compartimentsbranden & tactische ventilatie” Home Office DOEL = tonen van de verschijnselen Backdraft & Flashover fenomenen Backdraft & Flashover leren herkennen Backdraft Flashover Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

14 Cursus Onderluitenant
mei 2005 2. Strategie bij grootschalig optreden Plan bepaalt: - WAT moet gedaan worden? - WELKE middelen worden ingezet? - WIE moet WAT doen? Strategisch plan bepaalt: - wat moet er gedaan worden - welke middelen moeten aangewend worden (pers & mat) - wie moet wat doen Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

15 2.1. Algemeen strategisch plan :
2. Strategie bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : WAT MOET GEDAAN WORDEN ? WELKE MIDDELEN ? WIE DOET WAT ? Details: zie verder... Strategie : strategisch plan : - wat moet er gedaan worden - welke middelen moeten aangewend worden (pers & mat) - wie moet wat doen Elk van deze aspecten wordt hierna ten gronde behandeld Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

16 2.1. Algemeen strategisch plan :
2. Strategie bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : WAT?  (1) Verloop van de tussenkomst : melding / de oproep / registreren vd melding het alarmeren van het BW-personeel: SAH de uitruk met begeleiding de verkenning (& de redding) Redding = 1ste prioriteit KLIK WAT moet gedaan worden? = alle taken ts melding & vrijgeven site - Melding / de oproep / het neerschrijven van de melding; - 1 centralist - LUISTEREN, juiste en gerichte vragen stellen - niet te snel interpreteren - “opvoeding” bevolking - Het alarmeren van het BW-personeel; - kennis van de oproepprocedures (gekoppeld aan uitrukprocedures) - eerste vertrek - uitruk - standaarduitruk? - groep van dienst (van week) - De uitruk met begeleiding (Offr - Ooffr); - begeleiding door centralist - straatfiches - aanrijroutes - uitrukprocedure - kennisname eerste gegevens (is er IP, wie meldt dit?) - De verkenning & - zo nodig - de redding; - Verkenning & redding: redding = 1° prioriteit waar moet aan gedacht worden bij aankomst ter plaatse ( cursus) KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

17 2.1. Algemeen strategisch plan :
Cursus Onderluitenant 2. Strategie bij grootschalig optreden mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : WAT ?  (2) - vervolg verkenning van de brandsituatie de lokalisatie van de brand de keuze van de aanvalsstrategie offensief >< defensief instellen bevelstructuur het omschrijven van de brand de blussing en de ventilatie de nablussing - De grondige verkenning van de brandsituatie; begroting - inschatting van de brand: ernst & omvang - Besluitvorming (zie verder & zie ook cursus Adj.) - Zoeken naar vermisten / brandhaard / stadium brand ? - De keuze van de aanvalsstrategie; - offensief  defensief - al dan niet met ondersteuning ventilatie (RWA) - Instellen bevelstructuur; - ontbreekt in opsomming cursus - coördinatie en communicatie - Omschrijven van de brand - Blussing & ventilatie - de nablussing Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

18 2.1. Algemeen strategisch plan :
Cursus Onderluitenant 2. Strategie bij grootschalig optreden mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : Het Besluitvormingsproces (herhaling) Informatie verzamelen & inventariseren Informatie selecteren & beoordelen “Beeldvorming” Besluitvorming keuze van de strategie offensief >< defensief Bevelen - Opdrachten Uitvoering omschrijven van de brand, blussing en ventilatie , nablussing Evaluatie - bijsturing Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

19 2.1. Algemeen strategisch plan :
Cursus Onderluitenant 2. Strategie bij grootschalig optreden mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : De Bevelvoeringsprocedure (herhaling) Overweeg de opdracht Overweeg de omstandigheden, toestand & wijze van optreden Formuleer een voorlopig plan: wie - wat - waar- wanneer - hoe? Maak een verkenningsplan - doe de verkenning Beoordeel - besluit - beslis: wat moet/kan gebeuren? Geef bevel(-en) - opdracht(-en) Geef leiding & controleer... Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

20 2.1. Algemeen strategisch plan :
2. Strategie bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : WAT?  (3) - vervolg brandwacht inruk (vrijgeven van brandplaats) terug klaar maken materieel (“preparatie”) debriefing (leerproces) rapportering Tijdens gehele verloop : KLIK * In cursus staat hier : - bepalen van de oorzaak: dit is niet direct ons probleem; aangeraden hierover geen uitspraken te doen. - Vrijgeven brandplaats ! Niet (steeds) onze verantwoordelijkheid (parket) - debriefing: lessen trekken uit - leren - “de groepsprocessen” - wordt steeds meer aandacht aan geschonken - kan intern - ook extern: externe hulp mogelijk : - medisch sociale dienst: gevaarlijke stoffen - FIST: schokkende, confronterende ervaringen Aandacht voor de SNELHEID van optreden !!! Brand is evolutief in de tijd controle op de uitvoering toezicht op de arbeidsveiligheid neveneffecten (bv. waterschade–salvage) KLIK KLIK KLIK Evolutief karakter vereist SNELHEID !!! KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

21 2.1. Algemeen strategisch plan :
2. Strategie bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : WELKE MIDDELEN ?  BEPALEN “CRITICAL FLOW” : Amerikaanse blusproeven Specifieke risico’s Standaarduitruk “SAH” Watermanagement Welke middelen? Meestal water als blusmiddel - cijfermateriaal cursus: gebaseerd op Amerikaanse blusproeven 0,67 tot 1 liter/minuut/m³ voor gewone brandlast = veel! - gekend om “alles verzuipen” blustechniek (overdreven debiet) - geen rekening gehouden met nieuwe technieken (klasse A schuim, CAFS) - middelen dienen bepaald in functie van specifieke risico en vastgelegd in interventieplan - vertrekken van standaarduitruk (vb: uitrukprocedures) - WEL BELANGRIJK IS WATERMANAGEMENT * cavitatieproblemen (niet voldoende zware pompen maar ook watervoorraad moet aanwezig) * oordeelkundige keuze van slangendiameters (wrijvingsverliezen) (staven met voorbeeld) vuistregel = volume v.h. gebouw in m³ / 2 = aantal l/m²/min KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

22 2.1. Algemeen strategisch plan :
Cursus Onderluitenant 2. Strategie bij grootschalig optreden mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : WELKE MIDDELEN ?  Optimale blusdebiet: (LxBxH):2 = L/m³/min Aantal manschappen: Optim. Blusdebiet/ 200 Aantal Autopompen: Optimale Blusdebiet/2000 Welke middelen? Meestal water als blusmiddel - cijfermateriaal cursus: gebaseerd op Amerikaanse blusproeven 0,67 tot 1 liter/minuut/m³ voor gewone brandlast = veel! - gekend om “alles verzuipen” blustechniek (overdreven debiet) - WEL BELANGRIJK IS WATERMANAGEMENT * cavitatieproblemen (niet voldoende zware pompen maar ook watervoorraad moet aanwezig) * oordeelkundige keuze van slangendiameters (wrijvingsverliezen) (staven met voorbeeld) vuistregel = volume v.h. gebouw in m³ / 2 = aantal l/m²/min Aantal manschappen: optimaal blusdebiet : 200 (= debiet lans 45) lans diam. 45mm : met kop: mm: debiet: 100 l/min zonder kop: 12 mm: debiet: 200 l/min Aantal autopompen: optimaal blusdebiet : 2000 (= capaciteit 1/2 zw AP) Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

23 2.1. Algemeen strategisch plan :
Cursus Onderluitenant 2. Strategie bij grootschalig optreden mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : WIE ?  BASISUITRUK bij BRAND : Basisaflegsysteem (HZ AP) - 6 man Autoladder Tankwagen (Ziekenwagen) Brand : - basisaflegsysteem = 1/2 zw Autopomp met 6 man: - bevelvoerder - chauffeur - pompbedienaar - aanvalsploeg: 2 man - voedingsploeg: 2 man (wordt later 2deaanvalsploeg) - Is in principe 1/2 zw AP: capaciteit: 2000l/min bij 7 Bar - Autoladder of auto-elevator: - redding - verhogen aanvalskracht (watertoren) - Tankwagen: ondersteuning voedingsploeg (tijdwinst) - Ziekenwagen (geen “100”) - versterking: op bevel LvO of zoals voorzien in interventieplan Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

24 2.1. Algemeen strategisch plan :
2. Strategie bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 2.1. Algemeen strategisch plan : STRATEGIE  Algemeen strategisch plan Uitruktijd Communicatie Coördinatie hiërarchie, delegatie, controle ICS - Incident Commando Systeem Algemeen strategisch plan (WAT, WELKE, WIE?) is ingevuld. Daarnaast nog oog voor : Uitruktijd : Tijd tussen ontstaan brand en aanvang interventie is van fundamenteel belang. Aangenomen wordt dat deze optimaal 6 à 8 min bedraagt (criterium dat ook gebruikt wordt in Nederlands model voor risico-analyse). Hoe later, hoe groter de kans op vlamoverslag of BLEVE (zie verder). Communicatie : - belang van goede communicatiemiddelen - maar ook: - procedure & SOP’s - discipline & training Coördinatie : - grootschalig dus lichte vorm van chaos en waarschijnlijke aanwezigheid van andere hulpdiensten (Discipline 1, 2 en 3) - belang van embryonale CP-OPS (“motorkapoverleg”) - vorming CP-OPS - belang van eenheid van bevelvoering (LvO) KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

25 Cursus Onderluitenant
mei 2005 De Bleve 1.Wat is een Bleve ? ‘BLEVE’ is de afkorting van de Amerikaanse omschrijving ‘Boiling Liquid Expanding Vapor Explosion’, vrij vertaald in het Nederlands: “de ontploffing van een enorm uitzettende kokende vloeistof”. Doorklikken na einde tekst KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

26 Cursus Onderluitenant
mei 2005 Fase:1 Damp-fase Vloeistof-fase Vloeistof - fase Damp - fase Doorklikken naar volgende dia KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

27 Cursus Onderluitenant
mei 2005 Fase:2 Vloeistof in tank gaat koken Vloeistof in tank gaat koken Doorklikken naar volgende dia KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

28 Cursus Onderluitenant
mei 2005 Afblaasventiel gaat open Fase:3 Drukverhoging in tank Na uitleg doorklikken naar volgende dia KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

29 Cursus Onderluitenant
mei 2005 Fase:4 Tankwandverzwakking Pijl wandverzwakking (Opgelet : tijdsvertraging 1 sec!) wandverzwakking Na animatie doorklikken KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

30 Cursus Onderluitenant
mei 2005 Fase:5 Animatie activeren Doorklikken na animatie naar volgende dia KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

31 Strategisch plan:  WAT, WELKE, WIE ? Tactisch plan:  HOE ?
Cursus Onderluitenant mei 2005 3. Tactiek bij grootschalig optreden Strategisch plan:  WAT, WELKE, WIE ? Tactisch plan:  HOE ? Vervolg: tactiek bij grootschalig optreden: Reeds gezien: strategisch plan: Wat? Welke middelen? Hoe? Vervolg: nu: tactisch plan: HOE?? Tactiek steunt op strategie Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

32 3.1. Tactische overwegingen :
3. Tactiek bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 3.1. Tactische overwegingen : Tactiek wordt bepaald door : reddingen noodzakelijk? localisatie brandhaard uitbreidingsmogelijkheden type brand mogelijke consequenties Tactiek = HOE? – Tactische keuze bepaald door: * mensenlevens in gevaar? reddingen noodzakelijk? * waar is vuur gelokaliseerd (kelder  10de verdieping) * zijn er uitbreidingsmogelijkheden * type brand (HG of gekantelde tankwagen) * welke zijn mogelijke consequenties te wijten aan (de grootte & de plaats van de) brand Vb: geïsoleerd afvalbrandje of brand in trappenhuis van appartement Sleutelwoord = LvO moet anticiperen op wat er nog kan gebeuren & hoe gaan we het aanpakken?? Hoe schade beperken?? “ANTICIPEREN” - evolutie verloop inschatten KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

33 Cursus Onderluitenant
3. Tactiek bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 3.2. Kerntaak officier : WIE & WAT inzetten met WELKE middelen & volgens welke procedures (HOE) met als doel : schade minimaliseren (menselijk&stoffelijk) brand omschrijven en blussen, rekening houdende met max. arbeidsveiligheid BASISVAARDIGHEDEN = vereiste KENNIS verloop v/e brand: preventief & operationeel strategie & tactiek v/d brandbestrijding interactie tussen tactiek en brandverloop Tactiek = KERNTAAK OFFICIER  beslissing aanpak interventie (offensief  defensief)  onvoldoende middelen of te groot risico  ruime middelen en weinig risico - Basisvaardigheden zijn: goede kennis van: * verloop van een brand (preventief & operationeel)  vlamoverslag:backdraft  weerstand structurele elementen, compartimentering * strategie & tactiek van de brandbestrijding * interactie tussen tactiek & verloop (flexibiliteit) - analyse van de brandsituatie : zie volgende dia’s KLIK Analyse van de brandsituatie KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

34 Cursus Onderluitenant
3. Tactiek bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 3.2. Kerntaak officier : Analyse van de brandsituatie Beslissingsname: ruime middelen & weinig risico: “offensief” te weinig middelen & groot risico: “defensief” Tactiek = KERNTAAK OFFICIER  beslissing aanpak interventie (offensief  defensief)  onvoldoende middelen of te groot risico  ruime middelen en weinig risico - Basisvaardigheden zijn: goede kennis van: * verloop van een brand (preventief & operationeel)  vlamoverslag:backdraft  weerstand structurele elementen, compartimentering * strategie & tactiek van de brandbestrijding * interactie tussen tactiek & verloop (flexibiliteit) - analyse van de brandsituatie : zie volgende dia’s KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

35 3.3. Analyse van de brandsituatie : (0)
3. Tactiek bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 3.3. Analyse van de brandsituatie : (0) Analyse van 15 punten : Localisatie van de brand Branduitbreidingskansen & -mogelijkheden Bedreiging -risico voor mensenlevens Tijdstip van de brand Meteorologische situatie Constructiewijze van het gebouw Hoogte & oppervlakte van het gebouw Bezettingsgraad & gebruik van het gebouw Toegankelijkheid van het gebouw voor BW Bluswatervoorziening en interne blusmiddelen Middelen van de Brandweer: pers. & mat. De terreinomstandigheden... Analyse van de brandsituatie : Hoe de LvO de interventie aanpakt wordt bepaald door een razendsnelle analyse van de volgende 15 punten: Localisatie van de brand Branduitbreidingskansen Bedreiging -risico voor mensenlevens Tijdstip van de brand Meteorologische situatie Constructiewijze van het gebouw Hoogte van het gebouw oppervlakte van het gebouw Bezettingsgraad van het gebouw Gebruik van het gebouw Toegankelijkheid van het gebouw voor BW Bluswatervoorziening rond het gebouwen Interne blusmiddelen in het gebouw Middelen van de Brandweer: pers. & mat. De terreinomstandigheden Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

36 3.3. Analyse van de brandsituatie : (1)
Cursus Onderluitenant 3. Tactiek bij grootschalig optreden mei 2005 3.3. Analyse van de brandsituatie : (1) Levensbedreiging : 1ste aandachtspunt slachtoffers (wie? waar?) brandweerpersoneel toeschouwers  zonering interventie Localisatie van de brand: gevaar voor personen? ASAP reddingen uitbreiding : waarschijnlijkheid - mogelijkheid nut: inzet thermische camera Analyse van de brandsituatie : Hoe de LvO de interventie aanpakt wordt bepaald door een razendsnelle analyse van de volgende punten: a. Levensbedreiging : (MOET STEEDS 1ste ZIJN WAAR MEN AAN DENKT  cursus) wie is bedreigd? * Aanwezige personen: Waar? (brandende verdieping, dan bovenliggende)niet altijd grootste roepers meest in gevaar * Brandweerpersoneel: - risico van binnenaanval afwegen (redding kind  verlaten gebouw) - giftige rook (geen probleem indien systematisch adembescherming in gebruik - valkuilen: (slechte zichtbaarheid  blindlooptechniek) - instortingen: (ook buiten gebouw  opstelling voertuigen) - backdraft en flashover (terugtochtbeveiliging, HD-bluslijn, volledige uitrusting) * Toeschouwers: afbakening veilige zone (1ste opdracht mee te geven aan politie) b. Localisatie van de brand : is noodzakelijke voorwaarde (hoe brand aanvallen als niet gelokaliseerd??) reddingen te doen? branduitbreiding mogelijk? niet steeds eenvoudig: weinig rook  moeilijk te ontdekken (thermische camera) veel rook (zichtbaarheid nul) KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

37 3.3. Analyse van de brandsituatie : (2)
3. Tactiek bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 3.3. Analyse van de brandsituatie : (2) Brand uitbreiding : 5 mogelijkheden conventie straling (radiatie) geleiding (conductie) vlamcontact vliegvuur Is brand Uitbreiding waarschijnlijk - mogelijk? Manieren van brandvoortplanting? convectie, straling (radiatie), geleiding (conductie) , vlamcontact en vliegvuur straling - Radiatie: kenmerken? rechtlijnig in alle richtingen (sfeervormig) wanneer? grote branden moeilijk door glas of watergordijn te beletten convectie: van hete rookgassen die stijgen kenmerken? - opwaarts of horizontaal (in een gebouw) kan ontsteking veroorzaken op afstand vliegvuur: (wind) - voorbeeld: brand in HG steekt bovenliggende verdieping in brand Vraag: volgens welke voortplantingswijze? Antwoord: alle 5 mogelijk - Vraag: is uitbreiding alleen maar mogelijk volgens één der hogergenoemde voortplantingswijzen? NEEN (vb: brandende maar lekkende tankwagen) KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

38 3.3. Analyse van de brandsituatie : (3)
3. Tactiek bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 3.3. Analyse van de brandsituatie : (3) Tijdstip dag ><nacht Meteo-elementen windsnelheid & -richting temperatuur (vorst) vochtigheidsgraad >< droogte Analyse van de brandsituatie: vervolg : Tijdstip :(Waarom belangrijk?) activiteit bezetting: (dag/nacht waakzaam/slapend) - werkomstandigheden (licht of donker) - spitsuur - tijdstip jaar (vb. kerstmis  veel versieringen) Weer - Meteo : (Waarmee rekening houden?) let op windsnelheid en windrichting: bedreigde zones: neerwinds - wind  meer O², brandbenadering, vliegvuur, beschermen omgeving temperatuur  vorst: glad, trager verkeer & snellere aflossing nodig bevriezing slangen vochtigheid  droogte KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

39 3.3. Analyse van de brandsituatie : (4)
3. Tactiek bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 3.3. Analyse van de brandsituatie : (4) Constructie compartimentering Hoogte reddingstechnieken Oppervlakte lengte- diepte Gebruik werkprocessen - opslag Toegankelijkheid hulpdiensten nut voorafgaandelijk interventieplan f. Constructie: (hoe zal het gebouw bijdragen tot de vertraging of verspreiding van de vuurhaard) - compartimentering? Rf? ventilatiefactor,  uitbreiding vluchtwegen? veilig? classificatie lokalen in functie van brandbelasting: omvang? aard? valse ruimtes  gevaar voor backdraft g. Hoogte: reddingstechniek (ladder  trappenhal / vb: HG  MG) omvang levensbedreiging (hoogte   kans op meer mensen h. Oppervlakte: grote oppervlakte  niet bereikbaar vanaf rand  automatische blussystemen (cfr Arab > 2000m2: sprinklers verplicht) i. Gebruik: aanwezigheid van producten die brand of stabiliteit kunnen beïnvloeden (vb TWIN-Towers) of (winkel  kantoor) j. Toegankelijkheid: zowel buiten als binnen : opstellingsvlakken voor AL & elevator: vrij??  evacuatie  brandbestrijding  toegankelijkheid ladders (preventie!) inbraakbeveiliging - gebruik “sleutelkluizen” KLIK KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

40 3.3. Analyse van de brandsituatie : (5)
3. Tactiek bij grootschalig optreden Cursus Onderluitenant mei 2005 3.3. Analyse van de brandsituatie : (5) Interne blusmiddelen Bluswatertoevoer & -capaciteit Materieel Personeel Terrein nut voorafgaandelijk interventieplan k. Aanwezigheid interne blusmiddelen: belang interventiedossier muurhydranten? muurhaspels? - droge / natte leidingen? - sprinkler? - detectie / RWA-INSTALLATIE (rook & warmte-afvoer) l. Bluswatertoevoer: moet in principe gekend zijn : zie preplanning is bepalende factor voor keuze tussen defensieve of offensieve aanpak hydrant (debiet, toestand, 1 of meerdere netten?) - andere watervoorraden m. Materieel: cfr uitrukprocedure - per 2 AP één AL goede kennis materieel en mogelijkheden belangrijk (versterking) n. Personeel: regelmatige aflossingen voorzien (max. 3 à 4 uren) steeds volledige ploeg: 2 man straalpijp 45 mm - 4 man straalpijp 70 mm - nablussen : inzet andere ploeg o. Terrein: cfr toegankelijkheid: spoorovergangen - bruggen… vertragen uitruk - reliëf (ongeval met gevaarlijke stoffen vb. laagte !) KLIK KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

41 Cursus Onderluitenant
mei 2005 4. Management op de interventieplaats Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

42 4.Management op de interventieplaats :
Cursus Onderluitenant mei 2005 4.Management op de interventieplaats : LEIDING VAN DE OPERATIES ICS: Incident Commando Systeem zie KB Noodplanning ( ) & NPU-1 ( ) OPSCHALINGSPRINCIPE de hiërarchische lijn inzake Commando ACTIES inzake leidinggeven RESERVE Leiding van de operaties (cfr nieuw Ontw-KB) - grootschalige operaties  leiding vanuit CP-Ops - leiding CP-Ops = Dir-BW (embryonaal), later Dir -CP-Ops (+ Adj Dir-BW) (kopie Ontw. KB Noodplanning + kernbegrippen) Opschalingsprincipe (zie hoofdstuk over rampenplanning): “Hiërarchische lijn” - doelstelling = - chaos vermijden continuïteit bevelvoering verzekeren - principe voor O-VL.: Dir-BW = Offr of Ooffr met hoogste graad die als eerste ter plaatse komt = verantwoordelijke CP-Ops tot fase 2 – terzelfdertijd terreinverantwoordelijke Dir-CP-Ops: neemt coördinatie over en Adj Dir-BW verzorgt permanentie tussen CP-Ops en Dir-BW Welke acties dient LvO te ondernemen? – aankomst bevestigen & commando vestigen – beschrijf het gebouw en beschrijf de brand (WAT, ERNST, complexiteit) – start actie met oog voor andere hulpdiensten (coördinatie) (zie lijst pg 11: bruikbaar op alle niveau’s) Over welke reserve beschikt de Dir-BW? – vrijwilligers  gemengd  beroeps (verschillende oproepprocedures) – nieuw element = hulpverleningszones Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

43 4.Management op de interventieplaats :
Cursus Onderluitenant mei 2005 4.Management op de interventieplaats : HIËRARCHIE in de BEVELVOERING - vestigen van het commando LvO - overdragen van het commando Dir-BW - Dir-CP-Ops - adviseur... - mogelijke commando-opties sectoren - de commandostructuur organogram Leiding van de operaties (cfr nieuw Ontw-KB) - grootschalige operaties  leiding vanuit CP-Ops - leiding CP-Ops = Dir-BW (embryonaal), later Dir -CP-Ops (+ Adj Dir-BW) (kopie Ontw. KB Noodplanning + kernbegrippen) Opschalingsprincipe (zie hoofdstuk over rampenplanning): “Hiërarchische lijn” - doelstelling = - chaos vermijden continuïteit bevelvoering verzekeren - principe voor O-VL.: Dir-BW = Offr of Ooffr met hoogste graad die als eerste ter plaatse komt = verantwoordelijke CP-Ops tot fase 2 – terzelfdertijd terreinverantwoordelijke Dir-CP-Ops: neemt coördinatie over en Adj Dir-BW verzorgt permanentie tussen CP-Ops en Dir-BW Welke acties dient LvO te ondernemen? – aankomst bevestigen & commando vestigen – beschrijf het gebouw en beschrijf de brand (WAT, ERNST, complexiteit) – start actie met oog voor andere hulpdiensten (coördinatie) (zie lijst pg 11: bruikbaar op alle niveau’s) Over welke reserve beschikt de Dir-BW? – vrijwilligers  gemengd  beroeps (verschillende oproepprocedures) – nieuw element = hulpverleningszones Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

44 4.Management op de interventieplaats :
Cursus Onderluitenant mei 2005 4.Management op de interventieplaats : Werkblad “LEIDING” zie actiekaart discipline 1 Werkblad “leiding”: nuttig document: zie blz 11 in cursus in O-Vl: actiekaart Discipline 1 bij rampenbestrijding Welke acties dient LvO te ondernemen? – aankomst bevestigen & commando vestigen – beschrijf het gebouw en beschrijf de brand (WAT, ERNST, complexiteit) – start actie met oog voor andere hulpdiensten (coördinatie) (zie lijst pg 11: bruikbaar op alle niveau’s) Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

45 ALGEMEEN STRUCTUUR monodisciplinair plan discipline 1
Cursus Onderluitenant mei 2005 ALGEMEEN STRUCTUUR monodisciplinair plan discipline 1 aard incident aanvraag tussenkomst bepaling ernstgraad organisatie rampterrein noodzakelijke acties aantal slachtoffers coördinatie-comité (G-CC/P-CC) bevestiging : locatie aard interventie CP-OPS redding en evacuatie impact naar omgeving multi-disciplinaire benadering gevaarlijke stoffen zonering VMP terugkoppelen aan tussenkomende dienst en HC100 tijdstip tijdsduur opschaling beschikbare middelen evolutief karakter ? aan- & afvoer-wegen & RV-punt incident-bestrijding aantal locaties versterking Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

46 4.Management op de interventieplaats :
Cursus Onderluitenant mei 2005 4.Management op de interventieplaats : Dir-CP-Ops (Naam) Leider van de operaties Dir-BW Vertegenwoordiger D1 in het coördinatiecomité Adjunct Dir-BW Administratief medewerker in het coördinatiecomité Werkblad “leiding”: nuttig document: zie blz 11 in cursus in O-Vl: actiekaart Discipline 1 bij rampenbestrijding Welke acties dient LvO te ondernemen? – aankomst bevestigen & commando vestigen – beschrijf het gebouw en beschrijf de brand (WAT, ERNST, complexiteit) – start actie met oog voor andere hulpdiensten (coördinatie) (zie lijst pg 11: bruikbaar op alle niveau’s) Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

47 4.Management op de interventieplaats :
Cursus Onderluitenant mei 2005 4.Management op de interventieplaats : Basisdoelstellingen ICS: ANALYSE Tactisch PLAN - KEUZE AANVAL: Def / Off ACTIE EVALUATIE & bijsturing - Tactisch plan is het resultaat van de begroting en de analyse van de brandsituatie. - Op basis daarvan keuze maken voor het soort aanval: - offensief - defensief - overgaan tot actie. - permanente evaluatie en indien nodig bijsturen. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

48 Cursus Onderluitenant
mei 2005 5. Aanvalsopties Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

49 Cursus Onderluitenant
5. Aanvalsopties Cursus Onderluitenant mei 2005 5. Aanvalsopties : OFFENSIEVE AANPAK DEFENSIEVE AANPAK ALLE MOGELIJKE COMBINATIES : offensief/defensief defensief/offensief indirect LvO bepaalt de aanvalsopties : kan ook evolutief Offensieve aanpak: (Wanneer? kenmerken?) – directe aanval op de basis van de vlammen – mogelijk indien voldoende personeel en blusmiddelen – beginfase brand (meestal omdat BW snel ter plaatse is) voor flashover – dynamisch  naar haard toe – binnenaanval – hoofdzakelijk HD-straalpijpen: grootste bluskracht en minste schade (klasse A – schuim)  stoomvorming – nieuwe techniek = PPV (positieve Overdruk Ventilatie) – steeds beschermbluslijnen voorzien Defensieve aanpak: (wanneer?) – onvoldoende middelen (personeel, materieel, bluscapaciteit, watervoorraad) – wachten tot haalbare kaart (risico te vroeg aanvallen  beschikbare blusmiddelen verloren  erger) – uiterste = helemaal niets doen (te gevaarlijk vb. BLEVE, radioactiviteit, meststoffenbrand, gevaar op milieuvervuiling) dit is psychologisch moeilijk (hulpverlener, buitenstaander) Alle mogelijke combinaties – offensief/defensief: deel middelen gebruiken voor aanval en deel voor bescherming omgeving – defensief/offensief: omvang brand onder controle houden tot versterking – indirecte aanval (pre-backdraft): geen plotse O2-toevoer gewenst  gebruik van nevelkogel AANVALSREGELS KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

50 Cursus Onderluitenant
5. Aanvalsopties Cursus Onderluitenant mei 2005 5. Aanvalsopties : Aanvalsregels : - bij 1ste aanval moeten bluslijnen in verhouding staan tot omvang brand - verkenning  rekening houden met toestand 5 min verder: er moet nog ontplooid worden, dit vergt enige tijd: inschatten – beschermbluslijnen klaarhouden om aanvalsploeg te beschermen – noodzaak korte buitenaanval (vb: kamerbrand op verdieping) – controle brand enkel indien dynamisch (aanvalslijnen moeten vooruit bewegen). Bij controle  statisch OK. - na 60 sec. blusaanval moet men reeds effect zien: daling intensiteit - niet ‘racen’ tegen de brand: U verliest altijd – regelmatig evalueren of tactiek niet moet aangepast of bijgestuurd – geen tegenovergestelde bluslijnen (stoomvorming vb kamerbrand) – arbeidsveiligheid van personeel = constante bezorgdheid. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

51 Cursus Onderluitenant
mei 2005 6. Standaard Operatie Procedures SOP’s Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

52 6.1. Gestandaardiseerde manier van optreden:
6. Standaard Operatie Procedures (SOP) Cursus Onderluitenant mei 2005 6.1. Gestandaardiseerde manier van optreden: WAT ? Ruggegraad vd organisatie NOODZAAK “teamwork” MODEL ? Ontbreekt… KENMERKEN : geschreven - vastgelegd officieel algemeen toegepast via training verplicht flexibel (evalueren & actualiseren) SOP: WAT? Ruggegraat van de organisatie =waaier van richtlijnen, die een standaard wijze van tussenkomen vastlegt met als doel de effectiviteit van de ingezette ploeg te verhogen (  tussen efficiëntie en effectiviteit ?) NOODZAAK – hulpverlening = collectief gebeuren:” teamwork”  belang van synergie MODEL ? – SOP’s  voor iedere brandweerdienst en functie van: * plaatselijke omstandigheden * capaciteiten * beperkingen vervolg: zie verder: KLIK KLIK KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

53 6.1. Gestandaardiseerde manier van optreden:
6. Standaard Operatie Procedures (SOP) Cursus Onderluitenant mei 2005 6.1. Gestandaardiseerde manier van optreden: WELKE ? Basisbevelvoering wijze van delegatie van (deel-)taken communicatie / dispatching arbeidsveiligheid aflegsysteem taakverdeling voertuigen uitrukprocedures Welke SOP’s: WAARVOOR dient zoal een SOP te bestaan? - basisbevelvoering: (wie van de leidinggevenden is waarvoor verantwoordelijk) (vb: tuigoverste, verbindingsman) - wijze van delegeren van deeltaken inzake commando: sectoren, deeltaken, communicatie en dispatching: - arbeidsveiligheid: (dragen beschermkledij, ademhalingsapparatuur) - aflegsysteem: - taakverdeling voertuigen: (vb: tankwagen, ladder, autopomp) - uitrukprocedures: (wie en wat rukt uit bij welk soort interventie?) Opmerking: Hou de reeks SOP’s zo beperkt Hou de SOP’s zou compact mogelijk. Het geheel moet duidelijk & overzichtelijk zijn. SOP’s moeten getraind, geoefend worden; interventie = dé “toetsing” KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

54 6.1. Systematiek van de SOP’s:
6. Standaard Operatie Procedures (SOP) Cursus Onderluitenant mei 2005 6.1. Systematiek van de SOP’s: Ontwikkelingsproces SOP’s : Systeemontwikkeling SOP’s ontleding hulpoperaties Opleiding & training SOP’s Toetsing in de praktijk: interventies Evaluatie & bijsturing Welke SOP’s: WAARVOOR dient zoal een SOP te bestaan? - basisbevelvoering: (wie van de leidinggevenden is waarvoor verantwoordelijk) (vb: tuigoverste, verbindingsman) - wijze van delegeren van deeltaken inzake commando: sectoren, deeltaken, communicatie en dispatching: - arbeidsveiligheid: (dragen beschermkledij, ademhalingsapparatuur) - aflegsysteem: - taakverdeling voertuigen: (vb: tankwagen, ladder, autopomp) - uitrukprocedures: (wie en wat rukt uit bij welk soort interventie?) Opmerking: Hou de reeks SOP’s zo beperkt Hou de SOP’s zou compact mogelijk. Het geheel moet duidelijk & overzichtelijk zijn. SOP’s moeten getraind, geoefend worden; interventie = dé “toetsing” KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

55 Cursus Onderluitenant
mei 2005 7. Timemanagement Brandbestrijding is een strijd tegen de tijd: hoe langer de brand duurt, hoe groter de schade. Goed tijdsmanagement is de sleutel tot succes. Succesvol optreden van de brandweer is gesteund op efficiënt werken Efficient werken is het resultaat van : - training brandbestrijdingstechnieken - goede bevelvoering - inzicht in brandverloop - kennis van preventie - kennis van het interventiegebied - preplanning & pro-actie Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

56 7.1. Tijdslijn van een brand :
7. Timemanagement Cursus Onderluitenant mei 2005 7.1. Tijdslijn van een brand : Tijdslijn van een brand: Start bij het ontstaan Eindigt bij de nablussing Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

57 7. Tijdslijn van een brand :
Cursus Onderluitenant 7. Timemanagement mei 2005 1. Ontstekingspunt I vrije verbrandingstijd 2. Herkenningspunt II vrije verbrandingstijd 3. Detectiepunt III transmissietijd 4. Notificatiepunt: “melding” IV uitvoeringstijd alarm 5. Alarmering personeel V opkomsttijd 6. Vertrekpunt “uitruk” VI verplaatsingstijd 7. Aankomst ter plaatse VII opstellingstijd 8. Aanvalspunt VIII controletijd 9. Bluspunt IX nablustijd 10. Doving 7. Tijdslijn van een brand : REFLEXTIJD UITRUKTIJD (6 - 8 min) Tijdslijn van een brand: Wanneer we het tijdsverloop van een brand, vanaf het ontstaan tot het doven, ontleden en uittekenen op een tijdsas, ziet dit er als volgt uit: 1. Ontstekingspunt: (optimale combinatie van brandstof, zuurstof en ontstekingsenergie) I vrije verbranding (brand is nog niet gedectecteerd) 2. Herkenningspunt: (rook wordt opgemerkt : gezien of geroken) II vrije verbranding 3. Detectiepunt (rook of vlammen gelocaliseerd, brand wordt gemeld à BW) III transmissietijd (detectie  melding à Brandweer) 4. Notificatiepunt (melding: niet noodzakelijk rechtstreeks bij BW) IV uitvoeringstijd alarm (melding  BW eventueel via 100-HC) 5. Waarschuwingspunt (BW opgeroepen: situatie en adres gekend) V opkomsttijd 6. Vertrekpunt (uitruk) uitruktijd VI verplaatsingstijd 7. Ter plaatse VII opstellingstijd 8. Aanvalspunt (openen eerste straalpijp) VIII controletijd 9. Bluspunt (brand onder controle) IX nablustijd (combinatie brandstof-zuurstof-ontstekingsenergie onder ontstekingspunt) 10. Doving GEVECHTS- DUUR Reflextijd 1  7 Gevechtsduur 8  10 Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

58 7.1. Tijdslijn van een brand :
7. Timemanagement Cursus Onderluitenant mei 2005 7.1. Tijdslijn van een brand : TIJDSWINST & SCHADE-REDUCTIE Tijdswinst en schade-reductie : – schade beperken : door tijdsintervallen te reduceren Op welke tijds-intervallen kan bespaard? I, II : vrije verbrandingstijd: niet, eventueel via: branddetectie vuurvergunnning: beperken risico III : transmissietijd: via meldingsprocedure (intern noodplan) via automatische detectie IV : uitvoeringstijd alarmmelding: via rechtstreekse melding goede opleiding en procedure HC goede verwittigingsprocedure BW-korps - Datastring V : opkomsttijd: verschil ts. beroepskorps  vrijwilligerskorps oproepsysteem, beschikbaarheid personeel, goede uitrukprocedure (SOP’s) VI: verplaatsingstijd: is niet zonder gevaar: goede opleiding Chffrs (risico om niet aan te komen of niet in konvooi) VII: Opstellingstijd: via SOP’s & goed bedacht en ingeoefend aflegsysteem VIII: Controletijd: via goed getrainde aanvalsploegen: SOP’s gebruikte blustechnieken en –materieel niveau & kennis (ervaring) leidinggevende communicatie ! duidelijke, effectieve en efficiënte procedures: SOP’s peilers tijdswinst: = opgeleid personeel, goed materieel en procedures (SOP’s) Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

59 7.1. Tijdslijn van een brand :
7. Timemanagement Cursus Onderluitenant mei 2005 7.1. Tijdslijn van een brand : TIJDSWINST & SCHADE - REDUCTIE niveau inzake leidinggeven verhogen arbeidsveiligheid bevorderen strenge aanwervings- & bevorderprocedures opvoeren scholings- & trainingsgraad duidelijke doelstellingen voor operationelen aandacht voor technologische ontwikkelingen innovatie & nieuwe technieken sensibilisering van de burger inzake veiligheid modern beleid, betrokkenheid, engagement Tijdswinst en schade-reductie : via rationeel beheer BW-dienst verhoog het niveau van leidinggeven in alle geledingen via training bevorder de arbeidsveiligheid van het brandweerpersoneel: sensibilisering focus op relevantie aanwervingsvoorwaarden, selectie, promotie & evaluatie verhoog de scholings- & trainingsgraad van het personeel: Fl-over & B-draft stel doelstellingen voor medewerkers en de hiërarchische lijk maak gebruik van technologische vooruitgang werk vernieuwend bevorder de vooruitgang van blustechnieken, training, communicatie... Informeer het publek: sensibilisering brandveiligheid bevorder een modern beleid van betrokkenheid, ontwikkel talenten, vaardigheden & kennis bij het personeel peilers tijdswinst: = personeel, materieel en procedures (SOP’s) Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

60 Cursus Onderluitenant
mei 2005 8. Functies van bevelvoering Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

61 Cursus Onderluitenant
8. Functies van bevelvoering Cursus Onderluitenant mei 2005 8.0. Commando : OVERNAME & INSTALLATIE & van het COMMANDO EVALUATIE van de (BRAND-) SITUATIE COMMUNICATIE ONTWIKKELING van het AANVALSPLAN ORGANISATIE op de BRANDPLAATS EVALUATIE, BIJSTURING van het AANVALSPLAN DOORGEVEN, BEËINDIGEN van het COMMANDO Bevelvoering : Overname van commando – Goede operationele hulpverlening vraagt: * strategisch plan: (WAT, WELKE, WIE) * SOP’s  ook bevelsprocedure  nodig om alle ploegen effectief te laten samenwerken onder bevel van LvO Dir-BW) * continu management 1. Multidisciplinair “Motorkapoverleg”: afstemming acties Rood-Wit-Blauw 2. CP-Ops: Eens de CP-Ops geïnstalleerd is het de bedoeling dat de LvO (Dir-BW) daar blijft en de coördinatie op zich neemt. In de fases 0 en 1 wordt de CP-Ops slechts occasioneel gebruikt (“motorkapoverleg”). Bij aankomst van een 2de bevelvoerende overste (in principe) hoger in rang, en zeker vanaf fase 2, wordt de CP-Ops permanent bemand door Dir-CP-Ops die, geassisteerd door Adj. Dir-BW, bevel overneemt. De Dir-BW kan zich terug voluit concentreren op de leiding van de interventie waar hij, omwille van het feit dat hij er als eerste ter plaatse was, het beste zicht op heeft. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

62 Cursus Onderluitenant
8. Functies van bevelvoering Cursus Onderluitenant mei 2005 8.1. Commando : INSTALLATIE & OVERNAME VAN COMMANDO Kenmerken operationele hulpverlening Strategisch plan (WAT,WELKE,WIE) SOP’s Continu management “Motorkapoverleg”: 1ste afstemming CP-Ops : LvO  Dir BW  Dir-CP-Ops Bevelvoering : Overname van commando – Goede operationele hulpverlening vraagt: * strategisch plan: (WAT, WELKE, WIE) * SOP’s  ook bevelsprocedure  nodig om alle ploegen effectief te laten samenwerken onder bevel van LvO Dir-BW) * continu management 1. Multidisciplinair “Motorkapoverleg”: afstemming acties Rood-Wit-Blauw 2. CP-Ops: Eens de CP-Ops geïnstalleerd is het de bedoeling dat de LvO (Dir-BW) daar blijft en de coördinatie op zich neemt. In de fases 0 en 1 wordt de CP-Ops slechts occasioneel gebruikt (“motorkapoverleg”). Bij aankomst van een 2de bevelvoerende overste (in principe) hoger in rang, en zeker vanaf fase 2, wordt de CP-Ops permanent bemand door Dir-CP-Ops die, geassisteerd door Adj. Dir-BW, bevel overneemt. De Dir-BW kan zich terug voluit concentreren op de leiding van de interventie waar hij, omwille van het feit dat hij er als eerste ter plaatse was, het beste zicht op heeft. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

63 8.2. Permanente evaluatie & bijsturing:
8. Functies van bevelvoering Cursus Onderluitenant mei 2005 8.2. Permanente evaluatie & bijsturing: EVALUATIE VAN DE BRANDSITUATIE info verzamelen ter plaatse : reddingen versterking evalueren verkenning (+ stabiliteit nagaan) keuze aanval + bevel omgeving opvolging arbeidsveiligheid Bevelvoering: Evaluatie van de brandsituatie In cursus pg 18 vinden jullie een bijna onbegrijpbare theoretische benadering met op de koop toe een zogenaamd “tactisch werkdocument” VERGEET DIT ! Onthoud: - Tijdens rit zoveel mogelijk Info verzamelen en studie van bluswatervoorziening & interventiedossier (indien beschikbaar) - Ter plaatse: * reddingen noodzakelijk? (zichtbaar + opvragen) * noodzaak versterking afwegen? - Verkenning + beoordeling van stabiliteit - Bevel tot aanval - Aandacht voor omgeving (uitbreiding? Potentiële gevaren) - Opvolging - bijsturing interventie (coördinatie, bereikbaar zijn): waarbij: arbeidsveiligheid steeds nauwlettend in het oog gehouden wordt en tactiek aangepast aan verloop: continu evalueren & bijsturen KLIK Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

64 8.3. Ontwikkeling van het aanvalsplan :
8. Functies van bevelvoering Cursus Onderluitenant mei 2005 8.3. Ontwikkeling van het aanvalsplan : Bevelvoering : Ontwikkelen aanvalsplan : – LvO moet keuze maken tussen offensieve of defensieve aanpak – Zoals reeds eerder gezegd zal tijd hierin beslissende factor zijn – Eens de brandomvang een bepaalde fase overschreden worden geen risico’s meer getolereerd – Eindelijk voor eerste keer juiste prioriteitenvolgorde (pg.20) - 1. Redding - 2. Onder controle brengen van de brand: blussing - 3. Beperking van de schade: bescherming patrimonium Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

65 8.4. Organisatie op de interventieplaats:
Cursus Onderluitenant 8. Functies van bevelvoering mei 2005 8.4. Organisatie op de interventieplaats: Grootschalige interventie  LvO beperkte tijd Delegeren = noodzakelijk Opsplitsing in sectoren : voordelen nadelen Mogelijkheden : Bevelvoering : Organisatie op de brandplaats Bij grootschalige interventies : complex inzake aanpak & grote tijdsdruk dus: delegeren van deelopdrachten: hoe? - de interventie opsplitsen in sectoren, waarbinnen vaste ploegen werkzaam zijn. Voordelen : - betere communicatie - snellere aanpak - overzicht - grotere arbeidsveiligheid Nadelen: - LvO minder goed overzicht - LvO minder directe medewerkers beschikbaar 2 mogelijke commandostructuren : - Vertikaal commando : verdeling commando in geografische sectoren (voor, achter, zijkanten, in gebouw, op gebouw) - Horizontaal commando : verdeling commando naar taken (aanval, ventilatie, waterbevoorrading, veiligheid, ladders,…) (minder gekend, minder toegepast) verticaal commando horizontaal commando Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

66 8.5. Communicatie algemeen:
8. Functies van bevelvoering Cursus Onderluitenant mei 2005 8.5. Communicatie algemeen: Is fundamenteel - essentieel moet kort zijn moet taakgericht zijn volgens SOP’s accurate info belang initieel rapport SitRep’s Bevelvoering : belang van de Communicatie: – goede communicatie op interventieplaats is essentieel - fundamenteel – communicatie = verbinding tussen personeel en LvO – transmissie bevelen moet kort, taakgericht, volgens SOP’s zijn. Bevat enkel accurate info – Initieel rapport = belangrijk voor management  geeft indicatie verder verloop  laat anticipatie van de oversten toe Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

67 8.6. Communicatie op de interventieplaats :
Cursus Onderluitenant 8. Functies van bevelvoering mei 2005 8.6. Communicatie op de interventieplaats : COMMUNICATIE = twee - richtingsverkeer : LvO  Sector-Offr (= “bevelen”) Sector-Offr  LvO (= “informeren”) LvO neemt gecoördineerde beslissingen Sector-Offr geeft info over : Bevelvoering : communicatie: = 2-richtingsverkeer LvO in rechtstreekse verbinding met de sectorofficieren (radio) Communicatie: werkt in twee richtingen “Bevelen”: gaan van de LvO naar Sector-Offrn. “Informatie”: gaat van Sector-Offrn naar de LvO Sectorofficier is verantwoordelijk voor gedeelte interventie en een aantal ploegen De officier krijgt respect van zijn personeel als hij : - eerlijk, rechtvaardig - bekwaam & deskundig is - standvastig, vastberaden, betrouwbaar is Hij neemt beslissingen autocratisch (tijdsdruk), blijft toch kalm en is constant alert. (brand kan plots uitbreken op plaats die niet onmiddellijk verwacht wordt, ook en vooral als je denkt dat alles onder controle is en dat de aandacht op dat moment durft te verslappen) Beslissingen gecoördineerd genomen (via LvO) : bv. Ventileren en aanvalslijnen (+beschermlijnen) moet gecoördineerd verlopen, anders niet efficiënt en ook gevaarlijk voor ingezette ploegen. Uitvoering tactische prioriteiten: Reddingen: “uitgevoerd” Brandbestrijding: “brand onder controle” Schadebeperking: “wordt gerealiseerd” Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

68 8.6. Communicatie op de interventieplaats :
8. Functies van bevelvoering Cursus Onderluitenant mei 2005 8.6. Communicatie op de interventieplaats : Info van sectorofficieren (“Antennes” van de LvO) Actuele uitgestrektheid brand Aangetaste vloeren Diepte gebouw / lokaal Onverwachte bouwwijze (vloer, trap) Blootgestelde delen achteraan gebouw (niet zichtbaar vooraan) Openingen naar belendende panden Locatie & invloed van kokers & schachten Onverwachte aanwezigheid bepaalde stoffen Wat brandt er juist ? Positie van ingezette ploegen en officier LvO in rechtstreekse verbinding met de sectorofficieren (radio) Communicatie heeft richting in twee richtingen Bevelen van LvO naar Sector.Officieren Informatie van Sector.Officieren naar LvO Sectorofficier is verantwoordelijk voor gedeelte interventie en aantal ploegen De officier krijgt respect van zijn personeel als hij : - eerlijk, rechtvaardig - bekwaam - standvastig, vastberaden, betrouwbaar is Hij neemt beslissingen autocratisch (tijdsdruk), blijft toch kalm en is constant alert. (brand kan plots uitbreken op plaats die niet onmiddellijk verwacht wordt, ook en vooral als je denkt dat alles onder controle is en dat de aandacht op dat moment durft te verslappen) Beslissingen gecoördineerd genomen (via LvO) : bv. Ventileren en aanvalslijnen (+beschermlijnen) moet gecoördineerd verlopen, anders niet efficiënt en ook gevaarlijk voor ingezette ploegen. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

69 8.7. Herziening van het aanvalsplan :
8. Functies van bevelvoering Cursus Onderluitenant mei 2005 8.7. Herziening van het aanvalsplan : LvO kan (moet) bepaalde zaken re-checken : Is gebouw grondig doorzocht & volledig geëvacueerd? Zijn ventilatie-openingen uitgevoerd zoals gevraagd? Zijn er specifieke gevaren (bv. instorting) ? Zijn er ontsnappingsmogelijkheden voor de ploegen? Worden (muur)hydranten, sprinklers, … aangesproken? Zijn er indicaties van merkbare structurele verzwakkingen? Zijn er goed omsloten trappenhuizen? Bewegen aanvalslijnen vooruit, zoniet welke is de reden? Bevelvoering (vervolg): (her-) evaluatie aanvalsplan - Ik heb reeds gezegd dat de interventie continu moet geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd (zie slide) componenten van het managementssysteem: - centraal commando - een gedecentraliseerde organisatie - gebruik van SOP’s - effectieve communicatie - standaard aanvalsplan - Indien opgesplitst in sectoren  LvO dient overzicht te behouden - Tijdig aan versterking & aflossing denken. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

70 8.5. Afbouw van de interventie:
8. Functies van bevelvoering Cursus Onderluitenant mei 2005 8.5. Afbouw van de interventie: Afbouw van de interventie terugsturen overbodige middelen aflossing(-en) nablussen & nabewaking Bevelvoering (vervolg): - Eens de brand onder controle moet LvO nagaan of geen middelen (personeel & materieel) kunnen teruggestuurd worden. (wordt vaak over het hoofd gezien) - Aflossingen: Rekening houden met vermoeidheidsfactor en noodzaak ter plaatse  eerste ter plaatse  eerst weg eventueel met ander voertuig - Nieuwe ploeg voor nablussing (met aangepaste middelen) - kritische branden met kans op heropflakkering: nabewakingsploeg ter plaatse houden Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

71 Cursus Onderluitenant
mei 2005 9. Redding Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

72 Cursus Onderluitenant
9. Redding mei 2005 9.1. Redding - algemeen : Wat ? Principes : Snel (& aggressief) in functie van soort (plaats) slachtoffer prioritair bij verkenning Redding : WAT? – lokaliseren & in veiligheid brengen van slachtoffers, weg van de brand – blijft steeds de eerste prioriteit Principes : - Redding = moeilijkste opdracht LvO  snelle en effectieve beslissing + agressieve actie hulpploeg: brand is bedreigend voor slachtoffers - in functie van de soorten slachtoffers: * geëvacueerde(-en)  naar veilige plaats brengen (politie) * zij die trachten gebouw te verlaten  paniek  sommige dreigen te springen  heel snelle reddingsactie vereist vaak te beschermen met bluslijnen: vuur wegdrukken van SO * die nog in gebouw zijn  lokaliseren, in veiligheid brengen en indien nodig evacueren - Bij complexe brandsituaties  eerste verkenning enkel in functie van de reddingen Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

73 9.2. Redding en brandfasen :
Cursus Onderluitenant mei 2005 9.2. Redding en brandfasen : Reddingsaanpak varieert volgens stadia brandverloop : smeulperiode : eenvoudige interne redding ontwikkelingsperiode: complexe & risicovolle interne redding met bluslijnen brandperiode: snelle redding van buitenuit (Autoladder - Elevator) Redding en brandfasen: inschatten van de brand & het verloop Moeilijkheids- en risicograad van de reddingsopdracht varieert in functie van de fase waarin de brand zich bevindt & aantal SO. Wat is het effect van de brand op de slachtoffers?? Kan een hulpploeg het gebouw veilig binnengaan?? a. smeulperiode: (beginnende brand) geen direct levensgevaar (rook!!) - snelle evacuatie meestal niet nodig b. ontwikkelingsperiode: (pré-vlamoverslag) redding vaak gepaard met binnenaanval om toegang te verzekeren & om de veiligheid te garanderen: voorkomen Flashover. c. brandperiode (volontwikkelde brand) en pré-backdraft overleving in brandzone niet mogelijk redding kan enkel van buitenuit geschieden - Beslissing vaak moeilijk om compromis tussen redden & aanvaardbaar risico voor de hulpverleners te vinden. Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

74 9.3. Redding - prioriteiten :
Cursus Onderluitenant mei 2005 9.3. Redding - prioriteiten : Reddingsacties : prioriteitsschaal: 1. In de brandzone: Meest door brand bedreigde personen eerst redden 2. In & Nabij de brandzone: Eerst te beginnen met grootste groep personen 3. In de uitbreidingszone: in door brand bedreigde omgeving personen redden (uitbreiding) Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

75 Cursus Onderluitenant
9. Redding Cursus Onderluitenant mei 2005 9.4. Redding : Opdrachten LvO : bepalen reddingsprioriteiten (zie hiervoor) waken over : snelheid iedereen inzetten?? Back-up team arbeidsveiligheid begeleiden slachtoffers nr veilige zone VMP terugkeer slachtoffers beletten (opvang) Redding: opdrachten LvO : * bepalen prioriteiten inzake redding * waken over : - snelheid van evacuatie - evacuatie van alle slachtoffers : grondige controle!! - aandacht voor arbeidsveiligheid personeel * schikkingen treffen voor: - begeleiding geevacueerde naar veilige zone: VMP - vermijden dat geevacueerde terug gebouw binnengaan TIPS: Zoveel mogelijk via normale uitgangen & vluchtwegen evacueren. Dit gaat sneller en vergt minder personeel. Indien redding gecombineerd met aanval  evacuatiewegen vrijhouden. Soms beter personen in een niet onmiddellijk bedreigd compartiment niet te evacueren, maar ter plaatse te laten. Zoveel mogelijk normale uitgangen gebruiken Overwegen wie wel en wie niet? Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

76 Cursus Onderluitenant
9. Redding Cursus Onderluitenant mei 2005 9.5. Nazorg : slachtoffers hulpverleners Reddingsacties: de Nazorg – LvO dient ook oog te hebben voor opvang van de slachtoffers – Toch vaak overgenomen door politie of ziekenwagenpersoneel en bij grote interventies discipline 2 (Medische discipline: Rode Kruis) Nazorg van hulpverleners : * wordt vaak vergeten en dus hier in cursus ook * belang van debriefing: aandacht voor “de mens” * FIST (Fire Stress Team): rol & nut Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef

77 Cursus Onderluitenant
mei 2005 Samenvatting : 1. Verloop van de brand operationeel  preventief vlamoverslag (flashover)  backdraft 2. Strategie bij grootschalig optreden WAT, WELKE, WIE? 3.Taktiek bij grootschalig optreden HOE? 4. Management op de interventieplaats 5. Aanvalsopties offensief  defensief 6. Standaard Operatie Procedures: SOP’s 7. Time management 8. Functies van de bevelvoering 9. Redding Inhoudstafel: te overlopen: zie slide 6. SOP’s: = Gestandaardiseerde manier van optreden best: schriftelijk vastgelegde procedures 8. Functies in de bevelvoering: Installatie Commando Permanent evalueren en bijsturen Communicatie Organisatie aanvalsplan Afbouw van de interventie Brandweer Sint-Niklaas Kpt.-Cdt. Marc Vande Velde Officier-Dienstchef


Download ppt "Cursus Onderluitenant"

Verwante presentaties


Ads door Google