De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoorcollege 3: 1914-1940 Universiteit Utrecht 1 mei 2007 Geert Buelens.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoorcollege 3: 1914-1940 Universiteit Utrecht 1 mei 2007 Geert Buelens."— Transcript van de presentatie:

1 Hoorcollege 3: Universiteit Utrecht 1 mei 2007 Geert Buelens

2 Interbellum WOI 1914-1918 Verzuiling Roaring Twenties
1929: Wall Street Crash Fascisme & Communisme WOII

3 Terminologisch kluwen
Moderniteit = het project van de Verlichting (secularisering, industrialisering, wetenschap…) [1750-…] Modernisme = gematigd, sceptisch vernieuwen Marcel Proust, T.S. Eliot, James Joyce, Thomas Mann, Menno ter Braak, Carry van Bruggen… [ /85] Avant-garde = radicaal vernieuwen van kunst [Tachtig, Vijftig…] Historische avant-garde = samenleving ingrijpend veranderen d.m.v. kunst: Futurisme, Expressionisme, Cubisme, Dadaïsme, Surrealisme… [ ]

4 De avant-garde in de Nederlandse literatuur & cultuur
De Stijl (Mondriaan, Van Doesburg, Kok, Rietveld…) Expressionisme (Paul van Ostaijen, Gaston Burssens, H. Marsman…) Dada (Van Doesburg, Van Ostaijen)

5 FUTURISME

6 Futuristisch Manifest (Marinetti)
‘Moed, durf en opstand worden de hoofdelementen van onze poëzie’ ‘wij willen de agressieve beweging verheerlijken, de koortsachtige slapeloosheid, de looppas, de salto, de oorveeg en de vuistslag’ ‘een nieuwe schoonheid: de schoonheid van de snelheid’ Openingsbladzijde van Le Figaro, 20 februari 1909 Geen underground-medium

7 Literaire vernieuwing
Afrekenen met symbolistische voorgangers (‘maanaanbidders’ als Poe, Baudelaire, Mallarmé) Bezingen van de Nieuwe Tijd Parole in Libertà: bevrijding van de woorden uit de klemmen van de syntaxis

8 ‘Dynamiek van hond aan leiband’ 1912 - Giacomo Balla

9 EXPRESSIONISME

10 Expressionisme Reactie op het naturalisme en impressionnisme: niet langer ‘natuurgetrouw’ afbeelden, maar ‘beelden’ Uitdrukking van de emotionele inwerking van de wereld op de geest [‘beleving’] Zingeving gebeurt door de manipulerende ingreep van de mens/kunstenaar Radicale autonomie van de uitdrukking Dynamiek, energie, intensiteit, spankracht

11 Voorlopers: Van Gogh & Munch

12 Duits expressionisme: Die Brücke
Dresden, Berlijn Schilders & houtsnijders Nolde, Heckel, Kirchner, Schmidt-Rottluff

13 Der Blaue Reiter München 1911-1914 Gelijknamige ‘Almanak’, 1912
Kandinsky, Klee, Marc, Macke, Campendonk, Jawlensky, Münter

14 Blaue Reiter-almanak (1912)
Kandinsky & Marc (red.) Eigenzinnige traditie (kindertekeningen, volkskunst, Chinese en Japanse kunst, primitieve kunst…) Directe voorlopers: Van Gogh, Cézanne, Matisse, Picasso Bijdragen over kunst, muziek; partituren van Schönberg, Webern en Berg; nieuw werk van Marc, Kandinsky, Münter et al. Formele en innerlijke noodzaak

15 Wassily Kandinsky: de weg naar de abstractie (1910-1914)

16

17 Twee soorten expressionisme
Humanitair Pathetisch / Radicaal subjectief Figuratief (± mimetisch) Deformatie Centrifugaal Bv: Brücke; Meidner, Heym, Heckel, (vroege) Van Ostaijen, Wies Moens… Organisch Onthecht / geontindividualiseerd Abstraherend (± autonoom) Constructief Centripetaal Bv: Blaue Reiter; Klee, Kandinsky, Trakl, Stramm, (late) Van Ostaijen, Burssens, Marsman…

18 Humanitair versus Organisch Expressionisme

19 Duitse expressionistische film
Subjectieve uitvergroting: personages, bewegingen, decor, muziek Aandacht voor het duistere, demonische (horror) Individu verliest controle, ook over eigen verbeelding

20 (G)een isme zoals alle andere?
DADA (G)een isme zoals alle andere?

21 DADA Een stroming (NY, Zürich, Berlijn, Parijs…) Een houding
‘De ware dadaïst is tegen dada' Tristan Tzara

22 (Voor) het begin Meer nog dan andere -ismen groeit Dada uit WOI
Pathetiek van expressionisme + humor Anti (‘de kunst vermoorden’) Intensiteit

23 Marcel Duchamp Radicale bevraging van het kunstbegrip Kunst : idee
Kunst: institutie Ready-Made

24 Duchamp – weg van de schilderkunst
Niet het oog, maar de geest De toeschouwer, niet de kunstenaar Uiteindelijk wordt het leven vd kunstenaar het kunstwerk ‘Enkel onoplettendheid is geen kunst’

25 Zürich, Februari 1916 Gevlucht voor WOI naar neutrale Zwitserland
Schrijvers, dansers, kunstenaars vinden elkaar in ‘Cabaret Voltaire’ Artistieke avonden Naam uit het woordenboek (?)

26 Hugo Ball Live-uitvoering Klankgedichten Poëzie & Religie

27 Tristan Tzara Roemeens dichter Manifest Woorden uit een hoed
Collectief gedicht (simultaangedicht) uit 1916 (voor Cabaret Voltaire) Elke luisteraar zijn/haar associaties, er is niet één ‘juiste’ lectuur Absurde betekenisclashes

28 Plastische kunst Nauwelijks schilderkunst
Collages, werken met dagelijkse objecten, papiersnippers etc Toeval/Contingentie (?) Hans/Jean Arp

29 Kurt Schwitters ( ) Dichter, beeldend kunstenaar, voordrachtkunstenaar ‘Anna Blume’ URSONATE ( ) Luisteren ipv Lezen

30 BERLIN DADA Op de ruïnes van het Duitse Keizerrijk
Tegen ‘burgerlijke’ Expressionisme, tegen ‘Weimar’-republiek Uitgesproken politiek/revolutionair Communistisch ‘Aktionen’ Tijdschriften (Jeder mann sein eigner Fussball, Der Dada, Die Pleite, Der blutige Ernst) Collages

31 Politieke Strijd

32 Raoul Hausmann Tatlin thuis, 1920 De geest van onze tijd, 1919

33 Hanna Hoch

34 John Heartfield

35 DADA PARIS 1919: Duchamp terug in Parijs Breton, Soupault Pansaers (B)
Picabia, Ernst Écriture Automatique Loopt over in surrealisme

36 SURREALISME

37 Liefde, Vrijheid en Poëzie
Instituut (itt Dada) Primitivisme/Marx/Freud Het collectieve (Lautréamont: ‘La poésie doit etre faite par tous, non par un’) Het Poëtische (ipv het Functionele) – bv. Man Ray, The Gift, 1921 “komt het gevoel naar boven ongebonden, en daardoor ontspoord te zijn; dit gevoel houd ik voor het vruchtbaarste dat er bestaat.” (Breton)

38 Surrealistische Manifesten
Verbeelding centraal (tegen het realisme) Freud: droomwereld, het onbewuste “de toekomstige versmelting van deze beide ogenschijnlijk zo tegenstrijdige toestanden, droom en werkelijkheid, in een soort absolute realiteit, in een surrealiteit” “dictee van het denken, zonder controle van de reden (...) vrij van esthetische of ethische vooringenomenheid.” Het wonderlijke, afwijkende “De poëzie kan volledig compensatie geven voor alle leed en ellende die wij hebben te verduren.” « Het leven is elders »

39 Technische vernieuwing
Cadavre Exquis Écriture automatique Breton & Soupault, Les Champs magnétiques Gebruik van dromen, droombeelden Samen-werken (blootleggen van collectief onderbewuste, ‘mentale besmetting’)

40 Surrealistische schilderkunst

41 Abstracte & Conceptuele varianten

42 Foto van Duchamps werk (Man Ray)

43 Fotografie (Man Ray)

44

45 Surrealistische Film

46 Un Chien Andalou (1929) ‘Slashing up eyeballs’
Luis Bunuel & Salvador Dali Geen duidelijk plot

47 Constructivisme/DE STIJL
Tijdschrift ( ) Directe Beelding: radicale autonomie, geen afbeelding Beeldende kunst (Mondriaan, Van Doesburg…) Literatuur (IK Bonset, Anthony Kok); Letterklankbeelden

48 Wat verandert er in het gedicht?
Vrije vers (loslaten van rijm, strofenindeling, regelmaat van regellengte; vaak reductie regel tot kernwoord etc.) Associatief beeldgebruik (ipv symbolen) (cf. T.S. Eliot: objective correlative) Gedichten worden ‘moeilijker’ want betekenis is onduidelijk, ambigu, meer tussen de lijnen. [Nijhoff: ‘Lees maar. Er staat niet wat er staat.’] Geen ‘mimese’ (kopie van de werkelijkheid), maar een vaak geheimzinnige, eigenzinnige realiteit wordt opgeroepen in het gedicht [Wallace Stevens: ‘Things as they are / Are changed upon the blue guitar’] In Nederlandstalige literatuur: Van Ostaijen, Marsman (& Nijhoff)

49 Paul van Ostaijen ( ) Music-Hall (1916): stadsleven, stedelijk levensgevoel Het Sienjaal (1918): humanitair expressionisme Berlijn: 2 ± dadaïstische bundels Nagelaten Gedichten: organisch expressionisme

50 De Feesten van Angst en Pijn veelkleurig manuscript – persoonlijke crisis

51 Vers 6

52 Bezette Stad ‘Verhaal’ over Antwerpen tijdens WOI (invasie, bezetting, stadsleven tijdens bezetting; aftocht) Politieke en culturele analyse van de Europese/Belgische samenleving Dadaïstische collage Typografisch experiment

53 ‘Ritmiese typografie’

54 Entertainment

55 Politiek Tegen het Wereldberoemde Trio: Godsdienst & Vorst & Staat
Tegen België (‘de [Duitse] bezetting houdt op // de [Belgische] bezetting begint’) Communistische, revolutionaire agenda Activistische poëtica

56 Modernisme (late Van Ostaijen & Martinus Nijhoff)
Autonome poëtica: het gedicht is geen directe expressie van emoties (‘Een dichter schreit niet’) ‘Poëzie = woordkunst. Poëzie is niet: gedachte, geest, fraaie zinnen, is noch doctoraal, noch dada. Zij is eenvoudig een in het metafysiese geankerde spel met woorden’ [PvO] Autonoom ≠ wereldvreemd, zonder engagement Creatieve vorm [cf. Vorm of Vent] Nijhoff: formeel veel traditioneler (rijmende kwatrijnen, strofenbouw…), inventief gebruik van spreektaal


Download ppt "Hoorcollege 3: 1914-1940 Universiteit Utrecht 1 mei 2007 Geert Buelens."

Verwante presentaties


Ads door Google