De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Joepie … weekend ! Woordenschat Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Joepie … weekend ! Woordenschat Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen."— Transcript van de presentatie:

1

2 Joepie … weekend ! Woordenschat

3 Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen

4 Keuzemogelijkheid Wil je nog graag even de informatie doornemen ? Klik op onderstaande knop Maak je graag onmiddellijk de oefeningen ? Klik op onderstaande knop

5 Maak het kleiner. Maak er dan meer van. het voetjede voetde voeten het schoentjede schoende schoenen het veldjehet veldde velden het handjede handde handen

6 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Hij kijkt in de spiegel. Hij strikt mijn veters. Papa klapt de kofferbak van de auto dicht. Ik kijk in de spiegel. Ik strik mijn veters. Ik klap de kofferbak van de auto dicht.

7 Maak zinnen stain de kleedkamerikzijn rechtervoetKorneelom te trappengebruiktom zijn duimpleisterzit Vertelzin : Ik sta in de kleedkamer. Vraagzin : Sta ik in de kleedkamer ? Vertelzin : Om zijn duim zit een pleister. Vraagzin : Zit een pleister om zijn duim ? Vertelzin : Korneel gebruikt zijn rechtervoet om te trappen. Vraagzin : Gebruikt Korneel zijn rechtervoet om te trappen ?

8 Maak het kleiner. Maak er dan meer van. het voetjede voetde voeten het schoentjede schoende schoenen het veldjehet veldde velden het handjede handde handen

9 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Hij kijkt in de spiegel. Hij strikt mijn veters. Papa klapt de kofferbak van de auto dicht. Ik kijk in de spiegel. Ik strik mijn veters. Ik klap de kofferbak van de auto dicht.

10 Maak zinnen stain de kleedkamerikzijn rechtervoetKorneelom te trappengebruiktom zijn duimpleisterzit Vertelzin : Ik sta in de kleedkamer. Vraagzin : Sta ik in de kleedkamer ? Vertelzin : Om zijn duim zit een pleister. Vraagzin : Zit een pleister om zijn duim ? Vertelzin : Korneel gebruikt zijn rechtervoet om te trappen. Vraagzin : Gebruikt Korneel zijn rechtervoet om te trappen ?

11 Maak het kleiner. het voetjede voet _________________de schoen het schoenetjehet schoentjehet schoeneke

12 Maak het kleiner. het voetjede voet ________________het veld het veldjehet veldekehet veldetje

13 Maak het kleiner. het voetjede voet ____________________de hand het handekehet handetjehet handje

14 Maak er nu meer van. het voetjede voetde voeten het schoentjede schoen____________________ de schoenekesde schoentjesde schoenen

15 Maak er nu meer van. het voetjede voetde voeten het veldjehet veld____________________ de veldetjesde veldende veldjes

16 Maak er nu meer van. het voetjede voetde voeten het handjede hand____________________ de handekesde handetjesde handen

17 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Hij kijkt in de spiegel. ______________________________. in de spiegelikkijkkijkt

18 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Hij kijkt in de spiegel. ______________________________. in de spiegelikkijk Ik kijkt

19 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Hij kijkt in de spiegel. ______________________________. in de spiegelikkijk Ikkijk in de spiegel kijkt

20 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Hij strikt mijn veters. __________________________________. striktmijn vetersikstrik

21 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Hij strikt mijn veters. __________________________________. striktmijn vetersIk strik

22 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Hij strikt mijn veters. __________________________________. striktmijn vetersIk strik mijn veters

23 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Papa klapt de kofferbak van de auto dicht. _________________________________________________. ikde kofferbak van de autoklapt dicht klap

24 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Papa klapt de kofferbak van de auto dicht. _________________________________________________. Ikde kofferbak van de autoklapt dicht klap Ik

25 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Papa klapt de kofferbak van de auto dicht. _________________________________________________. ikde kofferbak van de autoklapt dicht klap Ikklap

26 Schrijf elke zin over. Begin met ‘ik’ Papa klapt de kofferbak van de auto dicht. _________________________________________________. ikde kofferbak van de autoklapt dicht klap Ikklapde kofferbak van de autodicht

27 Maak zinnen stain de kleedkamerik Vertelzin : ____________________________________.

28 Maak zinnen sta in de kleedkamerIk Vertelzin : ____________________________________. Ik

29 Maak zinnen stain de kleedkamerik Vertelzin : ____________________________________. Iksta in de kleedkamer

30 Maak zinnen stain de kleedkamerik Vraagzin : __________________________________________ ?

31 Maak zinnen Stain de kleedkamerik Vraagzin : __________________________________________ ? Sta

32 Maak zinnen sta in de kleedkamerik Vraagzin : __________________________________________ ? Sta ik in de kleedkamer

33 Maak zinnen om zijn duim een pleister zit Vertelzin : _______________________________________.

34 Maak zinnen Om zijn duim een pleister zit Vertelzin : _______________________________________. Om zijn duim

35 Maak zinnen om zijn duim een pleister zit Vertelzin : _______________________________________. Om zijn duim ziteen pleister

36 Maak zinnen om zijn duim een pleisterzit Vraagzin : _____________________________________________?

37 Maak zinnen om zijn duim een pleister Zit Vraagzin : _____________________________________________? Zit

38 Maak zinnen om zijn duim een pleister zit Vraagzin : _____________________________________________? Zit een pleister om zijn duim

39 Maak zinnen zijn rechtervoet Korneel om te trappengebruikt Vertelzin : ____________________________________________________.

40 Maak zinnen zijn rechtervoet Korneel om te trappengebruikt Vertelzin : ____________________________________________________. Korneel

41 Maak zinnen zijn rechtervoet Korneel om te trappengebruikt Vertelzin : ____________________________________________________. Korneel gebruikt

42 Maak zinnen zijn rechtervoet Korneel om te trappen gebruikt Vertelzin : __________________________________________________________. Korneel gebruikt zijn rechtervoet om te trappen

43 Maak zinnen zijn rechtervoet Korneel om te trappen gebruikt Vraagzin : ____________________________________________________?

44 Maak zinnen zijn rechtervoet Korneel om te trappenGebruikt Vraagzin : ____________________________________________________? Gebruikt

45 Maak zinnen zijn rechtervoet Korneel om te trappengebruikt Vraagzin : ____________________________________________________? Gebruikt Korneel

46 Maak zinnen zijn rechtervoet Korneel om te trappen gebruikt Vraagzin : ___________________________________________________________? Gebruikt Korneel om te trappen zijn rechtervoet

47 Geweldig !


Download ppt "Joepie … weekend ! Woordenschat Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen."

Verwante presentaties


Ads door Google