Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdThomas Meijer Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Het voorzetselvoorwerp Grammatica Havo 2
3
Opdracht 1 maken. Hoeveel voorzetsels kun je invullen op de stippellijnen? Onderstreep het werkwoord dat bij het voorzetsel hoort.
4
Hoe kun je het voorzetselvoorwerp vinden?!
5
VAST voorzetsel Een voorzetselvoorwerp heeft altijd een vast voorzetsel. Je kunt het dus niet vervangen door een ander voorzetsel. Voorbeelden zijn: - Mevr. Veenstra rekent op Hidde zijn aanwezigheid het 1 e uur.
6
Combinatie met het werkwoord Het vaste voorzetsel vormt een combinatie met het werkwoord. Voorbeelden: -Bekommeren om … -Wachten op … -Houden van … -Verlangen naar …
7
Verwar een VZVW niet met een Bijw. Bep.! Lisanne maakt haar huiswerk in de auto. De planten staan op het balkon. Figuurlijk en letterlijk taalgebruik Figuurlijk vzvw Letterlijk geen vzvw
8
Oefenzinnen: Fardau heeft het cadeau aan Esmee gegeven.
9
Fardau | heeft | het cadeau | aan Esmee | gegeven. Pv = heeft Wwg = heeft gegeven O = Paulien Lv = het boek Mv = aan Zara
10
Oefenzinnen: Mark verheugt zich op de les
11
Mark | verheugt | zich | op de les. Pv = verheugt Wwg = verheugt zich O = Hidde VZVW = op de les
12
Maken opdracht 2 & 3. (formulier) Vragen? Steek je vinger op en dan loop ik even bij je langs.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.