De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De crisis gaat door…. Heb jij soms de indruk dat Jezus ons opgezadeld heeft met een ‘mission impossible’ wanneer hij ons uitstuurt om het evangelie.

Verwante presentaties


Presentatie over: "De crisis gaat door…. Heb jij soms de indruk dat Jezus ons opgezadeld heeft met een ‘mission impossible’ wanneer hij ons uitstuurt om het evangelie."— Transcript van de presentatie:

1 De crisis gaat door…

2

3 Heb jij soms de indruk dat Jezus ons opgezadeld heeft met een ‘mission impossible’ wanneer hij ons uitstuurt om het evangelie te verkondigen aan alle naties? Woorden lijken soms zo weinig vrucht te dragen. Zouden wij ook symbolische daden moeten stellen? Kun je concrete voorbeelden geven?

4 Ach, was mijn hoofd maar een waterval, mijn oog een bron van tranen: dag en nacht zou ik huilen over de doden van mijn volk. Ach, had ik maar een nachtverblijf in de woestijn. Ik zou mijn volk verlaten, van hen weggaan.’ ‘Ze zijn allen even trouweloos, het is een bende bedriegers. Ze spannen hun tong als een boog, ze schieten met bedrog en onbetrouwbaarheid. Hun macht in het land neemt almaar toe, ze stapelen wandaad op wandaad en willen van mij niets weten – spreekt de HEER.” (Jer 9:1-3)

5 “De HEER zei: ‘Omdat ze de wet die ik hun voorgehouden heb niet in acht hebben genomen. Ze hebben niet naar mij geluisterd en niet volgens mijn wet gehandeld…” Jeremia 9:12 (NBV)

6 Kun jij je inbeelden dat God ‘dag en nacht huilt’ wanneer hij onze wereld vandaag ziet? Is dit een beeld van God dat spontaan in ons opkomt? Zou God vandaag kunnen zeggen dat we hem niet kennen? Wat betekent het concreet voor mij vandaag om ‘te luisteren naar zijn stem en hem te volgen’?

7 Ze spannen hun tong als een boog, ze schieten met bedrog en onbetrouwbaarheid. (v. 2 / NBG 3) Ze spannen hun tong als een boog, ze schieten met bedrog en onbetrouwbaarheid. (v. 2 / NBG 3) Elke broer bedriegt als Jakob, elke vriend strooit lasterpraat rond. (v.3 / NBG 4) Elke broer bedriegt als Jakob, elke vriend strooit lasterpraat rond. (v.3 / NBG 4) De een bedriegt de ander, de waarheid spreken ze niet. Hun tong is afgericht op liegen, ze kunnen niet anders meer. (v. 4 / NBG 5) De een bedriegt de ander, de waarheid spreken ze niet. Hun tong is afgericht op liegen, ze kunnen niet anders meer. (v. 4 / NBG 5) Hun tong is een moordende pijl, hun mond spreekt bedrieglijke woorden. Ze doen allervriendelijkst tegen elkaar, maar leggen heimelijk een valstrik. (v. 7 / NBG 8) Hun tong is een moordende pijl, hun mond spreekt bedrieglijke woorden. Ze doen allervriendelijkst tegen elkaar, maar leggen heimelijk een valstrik. (v. 7 / NBG 8) Ze hebben zich laten leiden door hun koppige hart. Ze zijn achter de Baäls aan gelopen (v. 13 / NBG 14) Ze hebben zich laten leiden door hun koppige hart. Ze zijn achter de Baäls aan gelopen (v. 13 / NBG 14) Israël is onbesneden van hart (v. 25 / NBG 26) Israël is onbesneden van hart (v. 25 / NBG 26)

8 Gelden de pijnpunten die God via Jeremia doorgeeft ook nog voor ons vandaag? Zijn leugen en bedrog niet alomtegenwoordig in de wereld vandaag (in de politiek, de handel, de reclame…) Geef actuele voorbeelden. En hoe zit dat op het niveau van onze kerken? Wat zijn de moderne ‘baäls’ ? Wat zijn de prioriteiten voor mijn leven? Zijn ze in harmonie met het plan die de God van liefde heeft voor mezelf en voor mijn naasten? Is mijn hart besneden, t.t.z. is die nauwe verbondenheid er met God en met de anderen? Hoe uit zich dat in mijn dagelijkse leven?

9 On cois dans la forêt, la main de l'ouvrier le travaille avec la hache; on l'embellit avec de l'argent et de l'or, on le fixe avec des clous et des marteaux; ces dieux sont comme une colonne massive, et ils ne parlent point, on les porte, parce qu'ils ne peuvent marcher. Ne les craignez pas, car ils ne sauraient faire aucun mal, et ils sont incapables de faire du bien. Tous ensemble, ils sont stupides et insensés, leur science n'est que vanité, c'est du bois ! L'ouvrier et la main de l'orfèvre les mettent en œuvre; les vêtements de ces dieux sont d'étoffes teintes en bleu et en pourpre, tous sont l'ouvrage d'habiles artisans. Jér 10 : 3 à 10On cois dans la forêt, la main de l'ouvrier le travaille avec la hache; on l'embellit avec de l'argent et de l'or, on le fixe avec des clous et des marteaux; ces dieux sont comme une colonne massive, et ils ne parlent point, on les porte, parce qu'ils ne peuvent marcher. Ne les craignez pas, car ils ne sauraient faire aucun mal, et ils sont incapables de faire du bien. Tous ensemble, ils sont stupides et insensés, leur science n'est que vanité, c'est du bois ! L'ouvrier et la main de l'orfèvre les mettent en œuvre; les vêtements de ces dieux sont d'étoffes teintes en bleu et en pourpre, tous sont l'ouvrage d'habiles artisans. Jér 10 : 3 à 10 “De gebruiken van die volken zijn niets waard. Ze hakken een stuk hout in het bos, een ambachtsman bewerkt het met zijn beitel, verfraait het met zilver en goud. Ze spijkeren het vast, dan valt het niet om. Het is net een vogelverschrikker, neergezet in een komkommerveld. Het kan niet spreken en moet worden gedragen, want zelf kan het geen stap verzetten. Heb voor beelden geen ontzag, kwaad doen ze niet, en goed nog minder.’

10 On cois dans la forêt, la main de l'ouvrier le travaille avec la hache; on l'embellit avec de l'argent et de l'or, on le fixe avec des clous et des marteaux; ces dieux sont comme une colonne massive, et ils ne parlent point, on les porte, parce qu'ils ne peuvent marcher. Ne les craignez pas, car ils ne sauraient faire aucun mal, et ils sont incapables de faire du bien. Tous ensemble, ils sont stupides et insensés, leur science n'est que vanité, c'est du bois ! L'ouvrier et la main de l'orfèvre les mettent en œuvre; les vêtements de ces dieux sont d'étoffes teintes en bleu et en pourpre, tous sont l'ouvrage d'habiles artisans. Jér 10 : 3 à 10On cois dans la forêt, la main de l'ouvrier le travaille avec la hache; on l'embellit avec de l'argent et de l'or, on le fixe avec des clous et des marteaux; ces dieux sont comme une colonne massive, et ils ne parlent point, on les porte, parce qu'ils ne peuvent marcher. Ne les craignez pas, car ils ne sauraient faire aucun mal, et ils sont incapables de faire du bien. Tous ensemble, ils sont stupides et insensés, leur science n'est que vanité, c'est du bois ! L'ouvrier et la main de l'orfèvre les mettent en œuvre; les vêtements de ces dieux sont d'étoffes teintes en bleu et en pourpre, tous sont l'ouvrage d'habiles artisans. Jér 10 : 3 à 10 Allen zijn ze dom en dwaas, wat ze moeten leren is dit: die nietige beelden zijn maar hout. Ze zijn bewerkt met bladzilver, uit Tarsis ingevoerd, met goud afkomstig uit Ufaz, door een ambachtsman, door de handen van een goudsmid. Ze zijn in blauw- en roodpurper gekleed, ze zijn vakkundig gemaakt.” – Jeremia 10:3-9

11 We kunnen laatdunkend neerkijken op die naïeve volken die hun vertrouwen stellen in afgoden. We doen er echter beter aan om onze ‘beschaafde samenlevingen’ even onder de loep te nemen. Hoe goedgelovig zijn wij soms t.a.v. de moderne afgoden (internet, televisie, kranten… of zelfs de predikant in de kerk)? Of hebben we de kritische geest die ook de Bereërs hadden die ‘dagelijks de schriften bestudeerden om te zien of het inderdaad waar was wat er werd gezegd’? (Hand 17:11)

12 Stellen we makkelijker ons vertrouwen in de ideeën en waarden zoals die worden verwoord door onze omgeving, of blijven we trouw aan de waarden van het evangelie, ook wanneer dit betekent dat we tegen de stroom ingaan? Hoe kunnen we trouw blijven aan onze waarden en toch ook de ideeën van anderen respecteren, zonder te choqueren en zonder over te komen als integristen?

13 Ik weeklaag om de bergen, om de weidegronden hef ik een klaaglied aan. Ze zijn verwoest, niemand trekt er nog doorheen, niemand hoort nog kudden blaten. Vogels en vee, alles is op de vlucht.’ ‘Ik maak Jeruzalem tot een ruïne, tot een oord voor jakhalzen. Ik maak Juda’s steden tot een woestenij, waar niemand meer kan wonen.

14 … ik zal hen verstrooien onder volken die zij en hun voorouders nooit hebben gekend. Ik zal hen achter- volgen met het zwaard, totdat ik hen vernietigd heb. … Dit zegt de HEER: De lijken liggen als mest op het land, als halmen achter de maaiers, door niemand opgeraapt. … De tijd zal komen – spreekt de HEER – dat ik de besnedenen straf:… ze zijn onbesneden van hart (Jeremia 9:9,10,15,21,24 NBV)

15 Wat is het verschil wanneer je problemen uitlegt als gevolgen van fouten (de onze, of van anderen) en niet als straffen die God stuurt? En omgekeerd: zijn de goede dingen die we meemaken het gevolg van onze goede keuzes, of een beloning van een God die om de haverklap tussenbeide komt? Speelt ook ‘toeval’ niet een rol in wat ons overkomt, of moet je alles toeschrijven aan God?

16 Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich erop beroemen dat hij mij kent, inziet dat ik, de HEER, dit land liefde schenk, rechtvaardigheid en recht, want daar schep ik behagen in – spreekt de HEER. (Jeremia 9:24) “Luister naar mij en doe alles wat ik jullie gebied. Dan zullen jullie mijn volk zijn en zal ik jullie God zijn. ((Jeremia 11:4)

17


Download ppt "De crisis gaat door…. Heb jij soms de indruk dat Jezus ons opgezadeld heeft met een ‘mission impossible’ wanneer hij ons uitstuurt om het evangelie."

Verwante presentaties


Ads door Google