Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Hoy es viernes el 30 de octubre Vandaag is het vrijdag 30 oktober
Spaans Hoy es viernes el 30 de octubre Vandaag is het vrijdag 30 oktober
2
Programa Inleveren eigen woordenlijst LEER (lezen) tekst 2 Bron D
Bron G
3
Bron D Vraagwoorden Je kunt in het Spaans een vraag stellen door:
Een vraagwoord (wie, wat etc.) te gebruiken aan het begin van de zin Een omgekeerd vraagteken aan het begin van de zin te zetten en een gewoon vraagteken aan het einde van de zin ¿Quieres beber algo?/Quieres beber algo.
4
Vraagwoord Betekenis Dónde Waar Cuándo Wanneer Cómo Hoe Cuánto/cuánta/cuántos/cuántas Hoeveel Por qué Waarom Quién/quiénes (mv) Wie Qué + werkwoord Wat Qué + zelfst. Nw Welke Cuál/cuáles + SER
5
Qué (wat) gebruik je als het woord dat erachter staat: - een werkwoord is - een zelfstandig naamwoord is (de, het) Cuál/cuáles (wat) gebruik je als het woord dat erachter staat: - een vorm heeft van het werkwoord SER (vaak ES of SON)
6
Opdrachten maken Opdracht 14 en 15
7
Werkwoorden met een klinkerwisseling
In het Spaans hebben sommige werkwoorden een klinkerwisseling. De E van de stam van het werkwoord verandert dan in de yo, tú, él, ella, usted en ellos, ellas, ustedes-vorm in IE. DUS: empezar -> stam empez (2e e verandert) perder -> perd -> e wordt ie Preferir -> prefer (2e e verandert)
8
Persoonlijk vnw EMPEZAR (beginnen) PERDER (verliezen) PREFERIR (liever willen) Yo (ik) empiezo Pierdo Prefiero Tú (jij) empiezas Pierdes Prefieres Él, ella, usted (hij, zij, u (ev) empieza Pierde Prefiere Nosotros (wij) empezamos Perdemos Preferimos Vosotros (jullie) Empezáis Perdéis Preferís Ellos, ellas, ustedes (zij, zij, u (mv)) Empiezan Pierden Prefieren
9
Ezelsbruggetje? Empezamos Empezáis empiezan Empiezo Empiezas empieza
10
Opdrachten maken Oefening 24
11
Toetsen Week 45 les 2 (4 november): SO Unidad 2 Leren: eigen woordenlijst, vaste woordenlijst t/m sano/sana, Bron D, Bron G
Verwante presentaties
