Soap (2).

Presentatie over: "Soap (2)."— Transcript van de presentatie:

1 Soap (2)

2 Hoe gaat het ermee? + +/- of –

3 Hoe gaat het ermee? + +/- of – uitstekend prima heel goed goed
niet zo goed gaat wel

4 Hoe is het weer? Goed Uitstekend De zon schijnt. Het is warm. Het is 27 graden Celcius. Slecht Verschrikkelijk Het regent. Het is koud. Het is 5 graden Celcius.

5 De vier seizoenen Het seizoen

6 De vier seizoenen De lente In de lente De zomer In de zomer
De herfst In de herfst De winter In de winter

7 Op bezoek Paolo gaat/komt op bezoek bij Els.

8 Op de luchthaven De controle Het paspoort De douane De bagage
de koffer de rugzak de tas

9

10 de bom versus de boom Een bom Twee bommen Een boom Twee bomen

11 Vragen Waar zijn Paolo, Els, Peter en Bert? Is Paolo een Belg?
Komen Els en Peter van vakantie? Hoe was het weer in Italië? Hoe is het weer in België? Komt Lisa van vakantie? Tot wanneer blijft Lisa in Parijs? Wanneer gaan Els en Lisa samen eten? Heeft Paolo een rugzak? Heeft Paolo een bom? Wat is het adres van Paolo? Wat is het adres van Els? Wanneer gaat Paolo op bezoek bij Els? Wanneer gaat Paolo op bezoek bij Bert? Dvd Vanzelfsprekend – les 2 – 04:37 – 15:53

12 ?