Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdTheodoor ten Hart Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
tegenwoordige tijd en verleden tijd
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd en verleden tijd persoonsvorm Free Powerpoint Templates
2
De man heeft een fiets gestolen?
Wat is de persoonsvorm? De man heeft een fiets gestolen? De man heeft
3
Hij gaat onze wedstrijd fluiten
Wat is de persoonsvorm? Hij gaat onze wedstrijd fluiten gaat fluiten
4
Wil jij de hond vanavond uitlaten?
Wat is de persoonsvorm? Wil jij de hond vanavond uitlaten?
5
Wat is de stam van het werkwoord?
fietsen
6
Wat is de stam van het werkwoord?
beantwoorden
7
Wat is de stam van het werkwoord?
verhuizen
8
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin?
De vrouw …………… meteen om de rekening vragen vraagt
9
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin?
De conducteur……………….. de kaartjes van de passagiers. controleert controleerd
10
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin?
Hij ……………..heel hard om de opdracht af te krijgen. werken werkt
11
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin?
Ik ……………de hele tijd door muggen gestoken wordt word
12
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin?
Hij ……………. (worden) de hele tijd door muggen gestoken
13
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin?
Wij ……………. (gaan) morgen lekker een stukje fietsen.
14
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin?
Zij ……………… (geven) de bos bloemen weg aan het publiek.
15
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin?
Zij ……………… (reageren) nooit snel op haar mail.
16
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin?
Hij ……………… (treden) morgen op in het stadion.
17
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin?
Vroeger ……………… Frank zich nooit. scheerde schoor
18
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin?
We ……………… met de trein verder. reisten reisden
19
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin?
De vuurkorf ……………… uitstekend. brande brandde
20
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin?
Hij ……………… zijn voorsprong. vergrote vergrootte
21
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin?
Het nieuwtje ……………… (verspreiden) zich snel door de school.
22
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin?
Hij ……………… (schrijven) het antwoord stiekem in zijn hand.
23
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin?
Die familie ……………… (verhuizen) bijna elk jaar.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.