Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdEsmée Aalderink Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Persoonsvorm in de verleden tijd: zwakke werkwoorden
Hoofdstuk 5 Spelling Persoonsvorm in de verleden tijd: zwakke werkwoorden
2
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank (lopen – liepen, worden – werden). Zwakke werkwoorden behouden in de verleden tijd hun klank. Zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd stam +de(n) of stam +te(n) (fietsen – fiets – fietsten, rennen – ren – renden).
3
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd
werken branden verhuizen verven Weet je niet of je de verleden tijd met de(n) of te(n) moet maken? Haal van het hele werkwoord in de tegenwoordige tijd -en eraf. Kijk naar de dan laatste letter. Is dit een t, x, k, f, s, c, h of p? (`t ex fokschaap) ja → + te(n) nee → + de(n) werk brand → verhuiz → verv werkte(n) brandde(n) → verhuizde → verhuisde(n) → vervde → verfde(n) 3
4
Vul het schema aan PV VT regels werkwoord: hopen werkwoord: leven
enkelvoud ik, hij, zij etc. stam + te of stam + de meervoud wij, jullie, zij etc. stam + ten of stam + den hoopte leefde hoopten leefden
5
Kies het juiste antwoord
Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd? De spits (missen) voor open doel. miste mistte misde
6
Kies het juiste antwoord
Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd? De klant (informeren) naar de prijs van de schommelstoel. informeerte informeerde informeerdde
7
Kies het juiste antwoord
Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd? Mary Poppins (zweven) aan haar paraplu boven de stad. zweevde zweefde zweefte
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.