Download de presentatie
1
Serie en Parallel
2
Serie schakeling Voor een serie schakeling geldt:
Enter Serie schakeling Voor een serie schakeling geldt: De weerstanden moet je bij elkaar optellen. De stroomsterkte door alle weerstanden is gelijk. De spanning verdeelt zich over de weerstanden.
3
Serieschakeling van twee weerstanden
R1=20 ohm R2=60 ohm Ut=80 V
4
Bij een serie schakeling: Weerstanden optellen.
Enter Bij een serie schakeling: Weerstanden optellen. R1= 20 ohm R2= 60 ohm Rt=R1 + R2 Rt= = 80 ohm Rt =80 ohm Ut=80 V
5
Serieschakeling Je weet nu: Ut= 80 V Rt= 80 ohm I= 80 1 A Rt 80
1 x Enter Serieschakeling Je weet nu: Ut= 80 V Rt= 80 ohm I= Ut 80 1 A Rt 80 Er stroomt 1 A door de schakeling
6
Enter Parallelschakeling Bij een parallelschakeling kun je alle apparaten apart aan/uit zetten. Bij een parallelschakeling is de spanning over de apparaten steeds hetzelfde. De stroom verdeelt zich over de apparaten Het ene apparaat laat meer stroom door dan de andere
7
Parallelschakeling van twee apparaten
Enter Parallelschakeling van twee apparaten R1=20 ohm Apparaat 1 heeft een weerstand van 20 ohm. Apparaat 2 heeft een weerstand van 60 ohm. Spanningsbron 60 V. R2=60 ohm Ut=80 V
8
Parallelschakeling van twee apparaten
Druk niet op Enter Parallelschakeling van twee apparaten U=80 V R1=20 ohm I1= ? U=80 V R1=20 ohm Spanning over het eerste apparaat 80 V Spanning over het tweede apparaat ook 80 V I1=4A U=80 V U=80 V R2=60 ohm I2= ? R2=60 ohm I2=1,3A I1=U/R1 80/20 = 4 A It=5,3 A I2=U/R2 80/60 = 1,3 A Ut=80 V Druk nu steeds op enter Itotaal + I1 + I2 = 5,3 A
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.