De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Overige spellingsregels

Verwante presentaties


Presentatie over: "Overige spellingsregels"— Transcript van de presentatie:

1 Overige spellingsregels
Cursus spelling h2 Overige spellingsregels

2 Leestekens Punt Einde van een zin: Dit snap ik wel.
Bij afkortingen: m.u.v. , t.a.v. LET OP: Afkortingen die als één woord worden uitgesproken zonder punten schrijven: HAVO, STER, NAVO

3 Leestekens Komma (maken lange zinnen overzichtelijk)
Tussen onderdelen van een opsomming: ik hou van eten, sporten, fifa, uitslapen Tussen twee persoonsvormen. Wat jij vindt, mag je zelf weten! Voor of na een aanspreking of een tussenwerpsel: He, hou daar eens mee op. Bor, je nieuwe kapsel staat je goed. (alleen bij heel lange zinnen) Voor een voegwoord waarmee de bijzin begint: De docent wil mij niets meer uitleggen, omdat ik nooit mijn huiswerk maak.

4 Leestekens Puntkomma (een ; betekent en)
Tussen zinnen die sterk met elkaar te maken hebben: Het is koud buiten; ik trek mijn winterjas aan. Tussen delen van een opsomming, zeker als het om zinnen gaat: In dit hoofdstuk komen er veel regels aan de orde; het gaat over leestekens; daarnaast ook om hoofdletters; bovendien ook nog om samenstellingen

5 Leestekens Dubbele punt Om een opsomming aan te kondigen.
Om de directe rede aan te kondigen: De leraar zei: ‘let goed op allemaal!’ Om een verklaring of voorbeeld aan te kondigen: Ik wil niet naar school: ik ben nog zo ontzettend moe LET OP: Na een dubbele punten volgt nooit een hoofdletter, tenzij het om de directe rede gaat!

6 Leestekens aanhalingstekens Bij een citaat:
Het boek begon met de zin ‘Het was een koude nacht terwijl ik door de stad liep.’ Om aan te geven dat een woord een andere betekenis heeft dan normaal. Die vier voor mijn toets was een ‘goed’ resultaat. Bij de directe rede De leraar zei: ‘let goed op allemaal!’ ‘Ga gezellig mee.’ zei de jongen. ‘Wij gaan er ook allemaal naar toe.’ LET OP: plaats de leestekens altijd binnen de aanhalingstekens.

7 Hoofdletters Een zin begint met een hoofdletter. Let op!
Begint de zin met een afkorting of verkort woord dan krijgt het eerste complete woord een hoofdletter. ‘s Ochtends het ontbijt overslaan, is ongezond. Begint de zin met een cijfer of een ander teken dan volgt er géén hoofdletter. 47 procent van de Nederlanders heeft wel eens last van een koortslip.

8 Hoofdletters Eigennamen krijgen een hoofdletter: personen: Ray, Suzan
straten: Koninginneweg, Rembrandtstraat rivieren: IJssel, Schelde talen: Italiaans, Spaans feestdagen: Pasen, Pinksteren organisaties: Longfonds, Unicef wetten: AOW, ZW

9 Hoofdletters Achternamen schrijven we met een hoofdletter:
Joris Bakker Achternamen met een tussenvoegsel (de, van, van de, van den of van der) krijgen géén hoofdletter als er een voorletter of voornaam staat: Carla de Groot, C. de Groot, mevrouw De Groot Let op: Mevrouw Van de Groot, Meneer Van den Beek Een bijvoeglijk naamwoord die van een eigennaam is afgeleid, krijgt ook een hoofdletter. Goudse stroopwafels, Zuid-Afrikaanse wijn

10 Meervoudsvorming Zet er –en achter: boer-boeren, balk-balken
LET OP WOORDEN ALS: pet-petten Straat-straten Brief-brieven Doos-Dozen

11 Meervoudsvorming Zet er een –s achter:appel-appels, haven-havens
LET OP WOORDEN ALS: Bikini-bikini`s Mama-mama`s Paraplu-paraplu`s Bij deze woorden zet je een ‘s omdat je het woord anders verkeerd uitspreekt

12 Meervoudsvorming Woorden op een –ie krijgen soms een –s, in andere gevallen –en Klemtoon op –ie>meervoud met –ën: industIE> industrieën Klemtoon niet op –ie> meervoud met –n, je plaats de trema op de e die er al staat: Olie>oliën


Download ppt "Overige spellingsregels"

Verwante presentaties


Ads door Google