Vogels H 1 Hoenders en Dwerghoenders

Presentatie over: "Vogels H 1 Hoenders en Dwerghoenders"— Transcript van de presentatie:

1 Vogels H 1 Hoenders en Dwerghoenders
Voortplanting Vogels H 1 Hoenders en Dwerghoenders

2 Broedseizoen en paring
Oriëntatie Geen bronstcyclus zoals de meeste zoogdieren. Laten zich enkel leiden door seizoensinvloeden en de beschikbaarheid van een partner. Goede nestgelegenheid is noodzakelijk.

3 Broedseizoen en paring
Baltsgedrag Net als bij zoogdieren is ook bij vogels afwijkend gedrag te constateren in het paarseizoen (baltsgedrag). Elke soort heeft zijn eigen baltsritueel. Door baltsgedrag te vertonen geven de dieren aan de geslachtspartners aan dat ze paringsbereid zijn, agressie of angst tussen mogelijke partners wordt opgeheven en aanval- of vluchtgedrag wordt hierdoor omgezet in seksueel gedrag. Biobits - Baltsgedrag

4 Broedseizoen en paring
Het broedseizoen nadert Aan het broedseizoen gaat het samenstellen van foktomen (bij kippen) en koppels (bij kooi- en volièrevogels en watervogels) vooraf. Het tijdstip waarop dit moet gebeuren is afhankelijk van het tijdstip waarop men nakomelingen wenst (vroege/late tentoonstellingen). Maar waar moet nu op gelet worden bij het samenstellen van tomen en koppels???

5 Broedseizoen en paring
Hoenders en dwerghoenders Bij het samenstellen van tomen bij hoenders is het belangrijk welk doel de fokker voor ogen heeft: productie VS tentoonstellingen.

6 Broedseizoen en paring
Hoenders en dwerghoenders Kort samengevat: het samenstellen van foktomen is in alle gevallen afhankelijk van het ras en het tijdstip waarop men kuikens wenst om op de tentoonstellingen met zo goed mogelijk ontwikkelde dieren voor de dag te komen. Maar welke stappen moet een fokker nu nemen om met zo goed mogelijk ontwikkelde dieren voor de dag te kunnen komen? Naast de zojuist genoemde criteria “ras en tijdstip”.

7 Broedseizoen en paring
Hoenders en dwerghoenders De volgende vijf eisen worden aan alle dieren in een foktoom gesteld: 1. Moeten gezond zijn en goed in conditie (niet vet of mager) 2. Geen erfelijke afwijkingen vertonen (zoals spleetvleugel, draaipen, eendevoet) 3. Raskenmerken goed vertonen (met name type) 4. Geschikt zijn om te combineren (elkaar aanvullen op zwakke punten) 5. Vitaal genoeg zijn (niet te vet of te mager)

8 Broedseizoen en paring
Hoenders en dwerghoenders Daglicht of kunstlicht? Afhankelijk van periode van eieren verzamelen. Jonge dieren 14 uur licht, overjarige dieren 16 uur licht. Productie laag bij kortere daglengte (minder opname voer) en voortplantingsseizoen begint bij het lengen van de dagen. Bij kunstmatig verlichten is regelmaat noodzakelijk. ‘s Morgens verlichten heeft de voorkeur boven ‘s avonds.

9 Broedseizoen en paring
Hoenders en dwerghoenders Voeding Om goede fokresultaten te kunnen verkrijgen is het belangrijk om het beste voer aan de dieren te verstrekken. Waarom? Geplette haver en foktoomkorrel verstrekken aan dieren na het samenstellen van de foktomen. Ook een beetje gemengd graan door de foktoomkorrel mengen levert goede resultaten op! Vers water en grit (maagkiezel) zijn essentieel.

10 Broedseizoen en paring
Hoenders en dwerghoenders Huisvesting Ook de wijze van huisvesting is essentieel voor het wel of niet bereiken van goede broedresultaten. Ook voor broedse hennen is het inrichten van de broedomgeving erg belangrijk. Dit wordt uitgebreid beschreven in paragraaf 2.9 (hoofdstuk 2 eieren en broedproces bij vogels).