Download de presentatie
1
Taaloefeningen
2
Mijn oude oma bakt dat vlees in de hele grote braadpan.
Zinnen ontleden zin 1 Mijn oude oma bakt dat vlees in de hele grote braadpan. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord = tw
3
Mijn moeder en ik eten het zondag in de keuken op.
Zinnen ontleden zin 2 Mijn moeder en ik eten het zondag in de keuken op. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord = tw
4
Ik geef haar deze kleine slakom.
Zinnen ontleden zin 3 Ik geef haar deze kleine slakom. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord = tw
5
De tuinman ___________________ een boom.
werkwoordspelling zin 4 tegenwoordige tijd planten plant De tuinman ___________________ een boom.
6
De tuinman ___________________ een boom.
werkwoordspelling zin 5 verleden tijd planten plantte De tuinman ___________________ een boom.
7
De tuinman _____________________________________.
werkwoordspelling zin 6 voltooid deelwoord planten heeft een boom geplant De tuinman _____________________________________.
8
werkwoordspelling planten geplante
zin 7 bijvoeglijk naamwoord planten geplante De ________________ boom was erg mooi.
9
Dit was het weer voor vandaag!!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.