Paragraaf 3, trouw aan de heer

Presentatie over: "Paragraaf 3, trouw aan de heer"— Transcript van de presentatie:

1 Paragraaf 3, trouw aan de heer
Hoofdstuk 3, monniken en ridders

2 Wat moet je weten aan het einde van de les?
Wat het leenstelsel inhield. Wie Karel de Grote was. De voor- en nadelen van het leenstelsel kunnen benoemen.

3 Karel de Grote veroverde een groot gebied tijdens zijn regeerperiode
De mannen, vazallen, krijgen in ruil voor hun hulp grond in leen. Karel de Grote veroverde een groot gebied tijdens zijn regeerperiode Deze vazallen van de heer/ koning noem je leenmannen. De opbrengst van de geleende grond mochten de mannen zelf houden. Hiervan kochten ze o.a uitrusting

4 De vazal belooft trouw aan de heer te zijn.
Machtige leenmannen leenden veel grond. Deze grond leenden ze uit aan mannen die voor hen vochten. Deze mannen noem je ridders De vazal belooft trouw aan de heer te zijn. Deze groep leenmannen en achterleenmannen vormden de nieuwe groep: de adel

5 Feodalisme Middeleeuwen Koning (leenheer) Hertog (leenman) Graaf
Ridder Bischop Klooster

6 Feodalisme Middeleeuwen Koning (leenheer) Hertog (leenman) Graaf
Ridder Bischop Klooster

7 Voordelen leenstelsel
Nadelen leenstelel

8 Voordelen leenstelsel
Nadelen leenstelel Handige manier om een rijk op te bouwen Invallen van de Vikingen en Hongaren (het Rijk valt ineen) Het besturen van het rijk was handig. Kinderen van Karel de Grote waren minder goede bestuurders De geleende grond werd als eigen bezit gezien. Hierdoor bezat de familie Capet meer land dan de koning