Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Het voltooid deelwoord
Aflevering 3: Het voltooid deelwoord
2
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d
3
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d
4
Wat is een voltooid deelwoord?
1. 2. 3.
5
Wat is een voltooid deelwoord?
1. Voltooid = afgerond 2. 3.
6
Wat is een voltooid deelwoord?
1. Voltooid = afgerond 2. Begint vaak met ‘ge’, ‘ver’ of ‘her’ 3.
7
Wat is een voltooid deelwoord?
1. Voltooid = afgerond 2. Begint vaak met ‘ge’, ‘ver’ of ‘her’ 3. GEEN persoonsvorm
8
Wat is een voltooid deelwoord?
1. Voltooid = afgerond 2. Begint vaak met ‘ge’, ‘ver’ of ‘her’ 3. GEEN persoonsvorm Vergelijk De blauwe smurf gelooft dat het ooit nog goed komt. De blauwe smurf blijft erin geloven. De blauwe smurf heeft er altijd in geloofd.
9
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d
10
Zwak Hulp zichzelf ‘d’ of ‘t’ Sterk Haalt de kracht uit
van een extra letter: ‘d’ of ‘t’ Haalt de kracht uit zichzelf
11
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d
12
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d
13
Hoe werkt stam + TeXKoFSCHiP?
14
Hoe werkt stam + TeXKoFSCHiP?
Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5.
15
Hoe werkt stam + TeXKoFSCHiP?
Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Schrijf de [ge+]stam op Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5.
16
Hoe werkt stam + TeXKoFSCHiP?
Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Schrijf de [ge+]stam op Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Heel werkwoord 3. 4. 5.
17
Hoe werkt stam + TeXKoFSCHiP?
Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Schrijf de [ge+]stam op Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Heel werkwoord 3. ‘-en’ eraf 4. 5.
18
Hoe werkt stam + TeXKoFSCHiP?
Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Schrijf de [ge+]stam op Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Heel werkwoord 3. ‘-en’ eraf 4. Laatste letter 5.
19
Hoe werkt stam + TeXKoFSCHiP?
Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Schrijf de [ge+]stam op Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Heel werkwoord 3. ‘-en’ eraf 4. Laatste letter 5. WEL in TeXKoFSCHiP = ‘t’
20
TeXKoFSCHiP Hoe werkt stam + TeXKoFSCHiP? Deel 1
Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Schrijf de [ge+]stam op Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Heel werkwoord 3. ‘-en’ eraf 4. Laatste letter 5. WEL in TeXKoFSCHiP = ‘t’ TeXKoFSCHiP
21
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
22
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Speel Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
23
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Speel > [ge+]speel Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
24
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Speel > [ge+]speel > gespeel Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
25
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Speel > [ge+]speel > gespeel Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Spelen 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
26
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Speel > [ge+]speel > gespeel Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Spelen 3. Spel 4. 5. TeXKoFSCHiP
27
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Speel > [ge+]speel > gespeel Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Spelen 3. Spel 4. l 5. TeXKoFSCHiP
28
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Speel > [ge+]speel > gespeel Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Spelen 3. Spel 4. l 5. ‘d’ TeXKoFSCHiP
29
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Speel > [ge+]speel > gespeel Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Spelen 3. Spel 4. l 5. ‘d’ > gespeel+d TeXKoFSCHiP
30
TeXKoFSCHiP Even oefenen
De kinderen hebben de hele middag in het bos achter het huis (spelen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Speel > [ge+]speel > gespeel Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Spelen 3. Spel 4. l 5. ‘d’ > gespeel+d > gespeeld TeXKoFSCHiP
31
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
32
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Verhuis Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
33
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Verhuis > [ge+]verhuis Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
34
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Verhuis > [ge+]verhuis > verhuis Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
35
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Verhuis > [ge+]verhuis > verhuis Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Verhuizen 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
36
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Verhuis > [ge+]verhuis > verhuis Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Verhuizen 3. Verhuiz 4. 5. TeXKoFSCHiP
37
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Verhuis > [ge+]verhuis > verhuis Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Verhuizen 3. Verhuiz 4. z 5. TeXKoFSCHiP
38
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Verhuis > [ge+]verhuis > verhuis Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Verhuizen 3. Verhuiz 4. z 5. ‘d’ TeXKoFSCHiP
39
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Verhuis > [ge+]verhuis > verhuis Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Verhuizen 3. Verhuiz 4. z 5. ‘d’ > verhuis+d TeXKoFSCHiP
40
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Vorig jaar is mijn beste vriend onverwacht naar een andere stad (verhuizen). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Verhuis > [ge+]verhuis > verhuis Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Verhuizen 3. Verhuiz 4. z 5. ‘d’ > verhuis+d > verhuisd TeXKoFSCHiP
41
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
42
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Date Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
43
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Date > [ge+]date Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
44
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Date > [ge+]date > gedate Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
45
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Date > [ge+]date > gedate Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Daten 3. 4. 5. TeXKoFSCHiP
46
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Date > [ge+]date > gedate Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Daten 3. Dat 4. 5. TeXKoFSCHiP
47
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Date > [ge+]date > gedate Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Daten 3. Dat 4. t 5. TeXKoFSCHiP
48
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Date > [ge+]date > gedate Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Daten 3. Dat 4. t 5. ‘t’ TeXKoFSCHiP
49
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Date > [ge+]date > gedate Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Daten 3. Dat 4. t 5. ‘t’ > gedate+t TeXKoFSCHiP
50
TeXKoFSCHiP Even oefenen
Verliefd verzuchtte mijn broer: ‘Ik heb nog nooit met zo’n leuke meid (daten). Deel 1 Wat is de stam (de ik-vorm)? 1. Date > [ge+]date > gedate Deel 2 Komt er ‘d’ of ‘t’ achter? 2. Daten 3. Dat 4. t 5. ‘t’ > gedate+t > gedatet TeXKoFSCHiP
51
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d
52
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.