Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Taaloefeningen
2
Hij kon goed zwemmen en hij kon heel goed duiken.
Zinnen ontleden zin 1 Hij kon goed zwemmen en hij kon heel goed duiken. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord = tw
3
Die hele akelige man ging nergens zitten.
Zinnen ontleden zin 2 Die hele akelige man ging nergens zitten. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord = tw
4
Drie kinderen met hun knuffels sliepen direct in de auto.
Zinnen ontleden zin 3 Drie kinderen met hun knuffels sliepen direct in de auto. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord = tw
5
Het kind _______________ de hond.
werkwoordspelling zin 4 tegenwoordige tijd begroeten begroet Het kind _______________ de hond.
6
De jongen ____________________ het kind.
werkwoordspelling zin 5 verleden tijd begroeten begroette De jongen ____________________ het kind.
7
is onder de stoel gekropen
werkwoordspelling zin 6 voltooid deelwoord kruipen is onder de stoel gekropen Het kleutertje _______________________________________. Het kleutertje heeft voor het eerst gekropen.
8
werkwoordspelling lostrekken losgetrokken
zin 7 bijvoeglijk naamwoord lostrekken losgetrokken Het ______________________ vel papier was kapot.
9
Dit was het weer voor vandaag!!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.