Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMaurits Jacobs Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Basis begrippen voor scheidsrechters Roy Cloots Scheidsrechtercoördinator Hasselt Stix
2
Een wedstrijd wordt gespeeld door twee elftallen met elk 11 spelers!
3
De Keeper 3 mogelijke invullingen van de keeper
Keeper met volledige uitrusting Speler met rechten van een keeper, vliegende keeper. Moet een afwijkende kleur shirt dragen dan die van beide ploegen. Mag een helm dragen in zijn 23 m gebied maar MOET een keepershelm dragen bij een penalty corner (PC) en bij een penalty stroke (PS) 11 veldspelers zonder keeper. Mag geen helm dragen bij PC of PS; alleen een masker. ALLEEN geldig bij U19 boys/girls en bij Dames of Heren teams
4
Keeper of plaatsvervangende keeper
Keeper met beschermende uitrusting Speler met rechten van keeper (vliegende keep)
5
De wedstrijd
6
Het beging en het einde van elke helft fluiten, de tijd in het oog houden, notitie nemen van de doelpunten en kaarten en het spel laten hervatten na een doelpunt.
7
NIET FLUITEN, als het duidelijk is dat de bal… (behalve betwisting)
over de zijlijn of over de achterlijn gaat
8
De spelers mogen de bal niet spelen met de bolle kant van de stick (backstick)
9
De spelers mogen de tegenstander niet intimideren of de bal gevaarlijk spelen.
10
De spelers mogen de bal niet gevaarlijk spelen
en de gevolgen ervan
11
De spelers mogen de bal niet met de stick boven de schouder spelen, behalve om als verdediger, een doelpoging te stoppen of af te laten wijken. Toegelaten … …NIET toegelaten
12
De spelers mogen de tegenstander en zijn stick niet raken of tegenhouden.
13
De spelers mogen de bal alleen onderscheppen als ze tegenstander niet raken.
Het beging van de “ tackle " Het einde van de “ tackle "
14
De veldspelers mogen de bal niet bewust met het lichaam stoppen.
15
GEVAARLIJK SPEL ALTIJD FLUITEN als een speler op de grond ligt en er wordt gespeeld in zijn/haar directe omgeving.
16
GEVAARLIJK SPEL ALTIJD FLUITEN als de bal boven de knie van een nabije tegenstander komt.
17
RECHTSTREEKSE OBSTRUCTIE: Kan EN wil de tegenstander de bal wel spelen ?
18
Een veel voorkomende vorm van obstructie: de tegenstander kan de bal niet spelen !
Stick in één hand en bal achter het lichaam: nog geen obstructie NU WEL OBSTRUCTIE omdat de speelster (in wit/blauw/rood) de bal tracht te spelen, maar dit niet kan!
19
INDIRECTE OBSTRUCTIE DOOR AFSCHERMEN: C belet de 2 tegenstanders (donker blauw) naar de bal te gaan en laat toe aan zijn medespeler de bal te spelen.
20
KWETSUREN Een speler die bloedt MOET het veld verlaten en mag pas terugkomen, mits toelating van de scheidsrechter, als zijn wonden verzorgd en bedekt zijn. Een gekwetste speler die op het veld door iemand van de staf wordt verzorgd MOET minstens 2’ uit het veld blijven maar mag wel vervangen worden.
21
5 METER regel
22
5 3 2 1 6 4
23
VRIJE SLAG BUITEN DE 23 m ZONE Slag – Push – Flick – Selfpass
1. Bij de aanvang in het midden van het veld of na een goal: mag de bal in alle richtingen worden gespeeld; moeten de tegenstanders op een afstand van minimum 5 m staan. 2. Bal over de achterlijn of fout van de aanvallende ploeg: mag de bal in alle richtingen worden gespeeld; moeten de tegenstanders op een afstand van minimum 5 m staan.
24
VRIJE SLAG BUITEN DE 23 m ZONE Slag – Push – Flick – Selfpass
3. Vrije slag tussen de 23 m en middenlijn: de bal mag in alle richtingen worden gespeeld; de tegenstanders moeten op een afstand van minimum 5 m staan. 4. Bal over de zijlijn tussen de 23 m en de middenlijn: de bal mag in alle richtingen worden gespeeld; de tegenstanders moeten op een afstand van minimum 5 m staan.
25
VRIJE SLAG BINNEN DE 23 m ZONE Slag – Push – Flick – Selfpass
6. Bal onopzettelijk door een verdediger over de achterlijn (lange corner): de bal wordt op de zijlijn gespeeld, van op 5 m van de achterlijn, aan de kant van de goal waar de bal uit ging; alle spelers moeten op een afstand van minimum 5 m staan. 5. Bal over de zijlijn binnen de 23 m: de bal mag in alle richtingen worden gespeeld; de bal mag niet in de cirkel worden gespeeld voordat ze 5 m is verplaatst of is geraakt door een andere speler; alle spelers moeten op een afstand van minimum 5 m staan.
26
EEN VRIJE SLAG TOEGEKEND AAN DE AANVALLENDE PLOEG VOOR EEN OVERTREDING VAN EEN VERDEDIGER OP MINDER DAN 5 M VAN DE CIRKEL WORDT ZO DICHT MOGELIJK BIJ DE PLAATS VAN DE FOUT GENOMEN, OP 5 M VAN DE CIRKEL (OP DE STIPPELLIJN).
27
WANNEER EEN VRIJE SLAG BIJ DE CIRKEL WORDT TOEGEKEND AAN DE AANVALLENDE PLOEG, MOETEN ALLE SPELERS (TEGENSTANDERS EN MEDESPELERS), OP EEN AFSTAND VAN MINIMUM 5 M VAN DE BAL STAAN, BEHALVE DE SPELER DIE DE VRIJE SLAG NEEMT.
28
VRIJE SLAG EN BAL OVER DE ACHTERLIJN VOOR DE VERDEDIGERS:
bij een overtreding door een aanvaller binnen de cirkel, mag de verdedigende ploeg een vrije slag nemen, op een loodrechte lijn ten opzichte van de acherlijn, in de verlenging van de plaats van de overtreding, tot op de hoogte van de kop circkel = maximum 15 meter; bij een overtreding door een aanvaller buiten de cirkel, wordt een vrije slag gegeven op de plaats van de overtreding. De verdedigende ploeg mag de bal tot op de kop cirkel leggen = maximim 15 meter; als de bal over de achterlijn uit gaat en een aanvaller heeft de bal als laatste geraakt, dan krijgt de verdedigende ploeg een vrije slag op een loodrechtelijn ten opzichte van de achterlijn in het verlengde van de plaats waar de bal buiten ging, tot de kop cirkel = maximum 15 meter.
29
30
Wanneer wordt een Penalty Corner toegekend?
Overtreding van een verdediger in zijn cirkel, waardoor hij het maken van een doelpunt niet voorkomt (kick, backstick,…); Opzettelijke overtreding van een verdediger in zijn cirkel tegen een tegenstander die geen balbezit heeft, noch een mogelijkheid heeft de bal te spelen; Opzettelijke overtreding van een verdediger buiten zijn cirkel, maar binnen zijn 23 meterzone; Opzettelijk de bal over de achterlijn spelen door een verdediger. Keepers mogen de bal met hun stick, hun beschermingsuitrusting of gelijk welke deel van hun lichaam in iedere gewenste richting laten afketsen; - Wanneer de bal in de cirkel komt vast te zitten in de kleding of uitrusting van een keeper of verdediger.
31
EEN PC CORRECT UITVOEREN:
Minstens één voet ACHTER de achterlijn… dus, twee mag ook !
32
EEN PC CORRECT UITVOEREN:
Maar nooit op de lijn!
33
EEN PC CORRECT UITVOEREN:
Goed uitgelopen (zelfs wat laat) De speler is te vroeg uitgelopen en moet plaats nemen achter de middenlijn. Hij mag niet vervangen worden.
34
EEN PC CORRECT UITVOEREN:
DE BAL NIET BINNEN DE CIRKEL CONTROLEREN… MAAR BUITEN DE CIRKEL
35
EEN PC OF EEN SCHOT OP GOAL CORRECT UITVOEREN:
Het mag niet gevaarlijk zijn ! Hier is de bal GEVAARLIJK… vrije slag voor de verdediging
36
EEN SCHOT OP GOAL VERDEDIGEN
Een verdediger mag een schot of push naar het doel (doelkader) stoppen of afketsen met de stick, boven de schouder, indien dit geen gevaar teweeg brengt. Als hij de bal gevaarlijk speelt, dient een penalty stroke gefloten te worden.
37
WANNEER WORDT EEN STROKE TOEGEKEND?
- Voor een overtreding van een verdediger, in zijn cirkel, waardoor het maken van een doelpunt wordt voorkomen; - Voor een opzettelijke overtreding van een verdediger in zijn cirkel tegen een aanvaller die in balbezit is of een mogelijkheid heeft om de bal te spelen.
38
HOE WORDT EEN STROKE UITGEVOERD?
- De tijd wordt stilgezet - De verdedigende keeper staat met beide voeten op de doellijn en mag niet van de doellijn komen of een van zijn voeten verplaatsen voordat de bal gespeeld is; - Voor hij de bal gaat spelen, moet de aanvaller die de stroke neemt, achter en binnen speelafstand van de bal staan; - Alle andere spelers staan achter de 23 meterzone; - Wisselingen zijn toegelaten voor alle spelers die niet gestraft zijn op dat moment.
39
STROKE De speler die de stroke neemt moet op speelafstand van de bal staan en mag deze pas raken als de scheidrechter gefloten heeft. CORRECTE PLAATS VAN DE SCHEIDRECHTER TIJDENS DE STROKE SLECHTE PLAATS VAN DE SCHEIFDSRECHTER TIJDENS DE STROKE
40
BULLY Als men het spel heeft moeten stopzetten tijdens een spelfase omwille van een onvoorziene omstandigheid: gebroken bal, paraplu of hond op het veld, … of als er tijdens een spelfase een speler (ernstig) gekwetst is of er een opstootje plaats vindt.
41
KAARTEN GROEN: Waarschuwing (speler mag blijven spelen) - (behalve voor wedstrijden geleid door scheidsrechters aangeduid door het arbitragecomité = 2’ tijdelijke uitsluiting) GEEL: tijdelijke UITSLUITING van minimum 5’ en maximum 10’
42
KAARTEN 2de GEEL: DEFINITIEVE UITSLUITING de speler moet onmiddellijk het veld verlaten maar mag op de bank blijven zitten ROOD: DEFINITIEVE UITSLUITING de speler moet onmiddellijk het veld verlaten en zich naar de kleedkamers begeven
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.