Een nieuw koninkrijk Paragraaf 5.1.

Presentatie over: "Een nieuw koninkrijk Paragraaf 5.1."— Transcript van de presentatie:

1 Een nieuw koninkrijk Paragraaf 5.1

2 Tot 1815: 16e eeuw: NL was een verzameling provincies
Het was een statenbond: er was een beetje samenwerking tussen de staten, maar geen centraal bestuur. 18e eeuw tot 1815: Franse overheersing. We worden een eenheidsstaat en krijgen een grondwet en parlement.

3

4 1815 Nederland wordt onafhankelijk:
Koninkrijk der Nederlanden ( Nl + België) Koning willem I van huis Oranje

5

6

7 NL + België België wilde niet bij NL horen, 3 redenen:
In onze grondwet stond godsdienstvrijheid. Dit wilde het katholieke België niet. België wilde niet meebetalen aan onze schulden. België vond dat er te weinig Belgen in de regering zaten. 1839: Opstand, en België is vrij.

8 Bestuur van NL. NL was een constitutionele monarchie.
Een koninkrijk maar wel met een grondwet. Willem I deed wat hij zelf wilde: Kon ministers ontslaan en wetten aannemen. Er was een parlement, maar dat had geen invloed.

9 Overheid Parlement: 1e en 2e kamer Ook wel Staten-Generaal genoemd.
1e kamer: gekozen door koning 2e kamer: gekozen door provincies. Bevolking had niets te zeggen: geen democratie.

10

11

12 Begrippen Koninkrijk der Nederlanden: opgericht in 1815 met Willem I als koning. Constitutionele monarchie: koninkrijk met een grondwet. Parlement: volksvertegenwoordiging, 1e en 2e kamer.