Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGert Michiels Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Grammaire chapitre 2 2 havo/vwo
2
Het bijvoeglijk naamwoord
In het Frans past het bn. zich aan bij het zn. Exemples: un grand jardin deux grands jardins une grande maison deux grandes maisons Let op! Bn. die eindigen op een e, krijgen geen extra e in de vrouwelijke vorm: Il est calme elle est calme
3
De plaats van het bijv. nw.
Altijd na het zn. behalve: Beau, haut, jeune, gros, nouveau, bon, long, vieux, mauvais, autre, joli, petit, grand, méchant, large. Deze komen dus altijd vóór het zn.
4
De afwijkende vrouwelijke vormen van het bijv. nw.
beau belle Nouveau nouvelle bon bonne long longue vieux vieille gros grosse blanc blanche cher chère premier première
5
L’imparfait (de o.v.t) Allereerst, wat is dat in het Nederlands?
Werkwijze: 1- Je vormt de stam van het ww. door de nous vorm in de tt. tijd zonder ‘nous’. Nous habitons habit 2- Je zet de uitgangen van de imparfait erachter:
6
Uitgangen van de imparfait
J’habitais ik woonde Tu habitais jij woonde Il/elle/on habitait hij/zij/men woonde Nous habitions wij woonden Vous habitiez u woonde/jullie woonden Ils/elles habitaient zij woonden En nu even oefenen op het bord…
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.