Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHelena Bakker Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
2
Zwangerschap & Geboorte
3
Bevruchting Vindt na ovulatie in de eileider plaats door één zaadcel.
Als de eicel bevrucht is, zijn de kern van de zaadcel en de eicel samengesmolten.
4
Klompje verplaatsen De bevruchte eicel gaat zich direct delen. Er ontstaat een klompje cellen. De eileider vervoert dit klompje cellen naar de baarmoeder: De spieren van de eileider trekken zich nu en dan samen en dankzij miljoenen trilhaartjes op het slijmvlies van de eileider wordt de eicel langzaam in de richting van de baarmoeder gevoerd.
5
Innesteling Zo’n 5 tot 7 dagen na de bevruchting nestelt het klompje cellen zich in in het baarmoederslijmvlies. De vrouw is zwanger en wordt niet ongesteld.
6
Uitwisseling van stoffen
De eerste twee tot vier weken van de zwangerschap zorgt het baarmoederslijmvlies voor de voeding van het embryo. Daarna onstaat de placenta of moederkoek. De placenta is een speciaal deel van de baarmoederwand waar uitwisseling van stoffen tussen moeder en embryo kan plaats vinden: de bloedvaten van het embryo en van de moeder liggen tegen elkaar aan, maar er vindt geen uitwisseling van bloed plaats! De placenta kan wel 1 kilo wegen. Het embryo staat via de navelstreng in verbinding met de placenta. De navelstreng heeft twee slagaders (embryo → placenta) en één ader (placenta → embryo). Er vindt uitwisseling van zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen plaats.
7
Placenta
8
Vruchtvliezen Het embryo ligt in twee vruchtvliezen met daarin vruchtwater. Vruchtwater beschermt tegen: Stoten Uitdroging Wisseling van temperatuur Ook kan het embryo kan zich gemakkelijk bewegen.
9
Een ongeboren biggetje, ingenesteld in het baarmoederslijmvlies.
← Links : Een ongeboren biggetje, ingenesteld in het baarmoederslijmvlies. Rechts: → Runderen eten vaak de slijmvliezen en/of een deel van de placenta op.
10
Geboorte / Bevalling Eerste verschijnselen zijn de weeën waarbij de spieren in de baarmoederwand zich met tussenpozen samentrekken. Tegelijkertijd wordt de onderkant van de baarmoeder wijder (ontsluiting) [2-20 uur], waarna de vruchtvliezen scheuren en het vruchtwater via de vagina wegloopt. Vervolgens vindt uitdrijving [sec.- 2uur] plaats: door krachtige persweeën en door het samentrekken van de buikspieren wordt het kind naar buiten geperst. Nageboorte: de placenta, de resten van de navelstreng e nde vruchtvliezen worden door samentrekkingen van de baarmoederwand losgewoeld en zo’n 15 minuten na de baby uitgedreven. De navel is een soort litteken op de buik. Zodra de navelstreng wordt doorgeknipt, moet het kind zelfstandig gaan leven.
11
Ligging van het embryo Juiste ligging Stuitligging
12
Couveuse
13
Twee-eiige tweeling Twee eicellen komen vrij uit de eierstok en worden beiden in de eileiders bevrucht.
14
Eeneiige tweeling Tijdens de celdelingen splitsen de cellen zich in twee klompjes cellen: beiden groeien uit tot een embyro. Nieuw soort tweelingen: Semi-identieke tweelingen Deze tweeling ontstaat doordat de eicel zich splitst voor de bevruchting. Elk deel wordt door een zaadcel bevrucht. Dit komt bij zoogdieren voor, maar is nog niet bij de mens aangetoond.
15
Siamese tweeling Tijdens de ontwikkeling laten de twee embyro’s niet volledig los van elkaar. Abby & Brittany
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.