Download de presentatie
GepubliceerdSimona Jonker Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
All Right 1thv Unit 6 grammar 4.1 en 4.2
2
4.1 Vergelijkingen met korte woorden
zie ook unit 3 (page 60): small - smaller - smallest old - older - oldest let op: heavy - heavier - heaviest
3
vergelijkingen met langere woorden
bij woorden met meer dan twee lettergrepen gebruik je more en most: expensive - more expensive - most expensive popular - more popular - most popular
4
let op: er zijn ook korte woorden waarbij je toch more en most moet gebruiken: careful - more careful - most careful boring - more boring - most boring helpful - more helpful - most helpful
5
oefenen: Deze tas is duurder dan die tas.
Dat huis is groter dan mijn huis. Het is de gevaarlijkste sport. Geschiedenis is saaier dan Engels. Zij is het behulpzaamste meisje in onze klas. Tim is gezonder dan Tom. Katja is interessanter dan Robbin. Die stoel is zwaarder dan deze tafel!
6
4.2 vragende voornaamwoorden
aan het begin van een vraag kan een vragend voornaamwoord staan: (deze moet je uit je hoofd kennen!) who = wie what = wat when = wanneer where = waar why = waarom how = hoe
7
oefenen: ... are you going to the city? This afternoon.
... much money do you have? 2 pounds. ... is your best friend? Tara, of course! ... are you talking about? About the English test. ... do you live? On Bond Street. ... are you whispering? Because the baby is sleeping!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.