De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

ThinPrep® Non-Gynae Presentaties

Verwante presentaties


Presentatie over: "ThinPrep® Non-Gynae Presentaties"— Transcript van de presentatie:

1 ThinPrep® Non-Gynae Presentaties
Urinecytologie Rev. C

2 Voordelen van de ThinPrep-technologie
Het gebruik van ThinPrep Non-Gyn voor specimens van de urinewegen: Optimale celpreservatie Standaardisatie van specimenpreparatie Vereenvoudigt de screening Aanvullende onderzoeken mogelijk

3 Anatomie van de mannelijke urinewegen
De nieren zijn bekleed met 2-3 lagen urotheelcellen, de ureter heeft er 4-5 en de blaas 6-8. Het buitenste oppervlak is bekleed met grote paraplucellen. Onder deze urotheellagen liggen kleinere basaloide cellen. Illustration courtesy of WebMD

4 Anatomie van de vrouwelijke urinewegen
De nieren zijn bekleed met 2-3 lagen urotheelcellen, de ureter heeft er 4-5 en de blaas 6-8. Het buitenste oppervlak is bekleed met grote paraplucellen. Onder deze urotheellagen liggen kleinere basaloide cellen.. Illustration courtesy of WebMD

5 Specimentypen en verzamelmethoden
Spontane urine Gekatheteriseerde urine Cystoscopische/post-cystoscopische urine Spoelen/barbotage (met fysiologische zoutoplossing of Ringer-oplossing) Borstelmonster Ileum conduit/ileale lis-urine Het is belangrijk informatie te verzamelen over de specimenvereisten met betrekking tot de verzamelmethode voor urinemonsters. Instrumentgebruik en monstertechnieken zoals barbotage of ureterale borstelmonsters kunnen extreme celveranderingen veroorzaken die op atypie kunnen lijken.

6 Biologische aard van urine
Bevat ureum, stikstof, elektrolyten en andere organische componenten Specifieke graviteit loopt van 1,006 tot 1,030 pH-bereik van 4,6 tot 8,0

7 Normale bestanddelen en bevindingen
Goedaardige urotheelcellen Overvloedig cytoplasma en kan schuimachtig tot compact zijn Chromatine is fijnkorrelig en nucleoli kunnen multinucleatie vertonen (paraplucellen) Urotheelcellen worden meestal in urinespecimens afgestoten.

8 Normale bestanddelen en bevindingen
Goedaardige plaveisel-en kliercellen Goedaardige plaveiselcellen kunnen van het trigonum afgestoten zijn of aanwezig zijn als contaminant Kliercellen kunnen vanuit vele plaatsen afgestoten zijn, met inbegrip van de paraurethrale en de prostaatklier Goedaardige plaveiselcellen worden vaak in overvloed aangetroffen in urine, vooral bij vrouwelijke patiënten. Het is belangrijk in gedachten te houden dat soms ook endocervicale en endometriale kliercellen aangetroffen kunnen worden.

9 20x vergroot beeld van normale urine
20x vergroot beeld van normale urine. Let op de goedaardige plaveisel- en urotheelcellen en op de PMN's en het ongebruikelijke bloedpigment.

10 Cluster van goedaardige kliercellen bij een vergroting van 40X in gekatheteriseerde urine. De kernen in de groep hebben een normale grootte en vorm en zien er hetzelfde uit. De randen van de cluster zijn glad en de achtergrond is schoon.

11 Normale bestanddelen en bevindingen
Kristallen Contaminanten Bacteriën en gist Pollen en talg Spermatozoën en cellen van zaadblaasjes Glijmiddel

12 Kristallen van gekatheteriseerde urine bij een vergroting van 20X

13 Goedaardige veranderingen
In urinecytologie worden erg vaak reactieve veranderingen aangetroffen; deze kunnen het gevolg zijn van: Instrumentatie Infectie/ontsteking Behandeling met geneesmiddelen Calculi

14 Reactieve veranderingen
Kenmerken van reactieve urotheelcellen kunnen onder andere zijn: Aanzienlijke vergroting van de cellen en kernen Prominente nucleolus Grover chromatinepatroon Multinucleatie Overvloedig cytoplasma Grote honingraatlagen (vooral bij instrumentgebruik)

15 Reactieve veranderingen
De achtergrond kan gelyseerd bloed, een ontsteking of kristallen bevatten

16 Grote clusters komen vaak voor in het instrumenteel verkregen specimen
Grote clusters komen vaak voor in het instrumenteel verkregen specimen. Let op de gladde kerngrenzen, centraal gelegen kernen, fijnkorrelig gelijkmatig verdeeld chromatine en kernen die dezelfde grootte en vorm hebben.

17 Goedaardige veranderingen
Infectueuze stoffen die in specimens van de urinewegen aangetroffen kunnen worden zijnonder andere: Bacteriën (meestal E. Coli of streptokokken) Candida Polyomavirus CMV Trichomonas

18 Candida Candida kan voorkomen in de vorm van sporen en/of van traditionele door een septum gescheiden, vertakkende filamenten Het wordt vaak gezien als een contaminant die afkomstig is van de vrouwelijke urinewegen of de uitwendige genitalia Het kan een bron zijn van een infectie, vooral bij patiënten met een aangetast immuunsysteem

19 Candida kan gemakkelijk gezien worden bij lage versterking (20X)
Candida kan gemakkelijk gezien worden bij lage versterking (20X). De zich vertakkende pseudohyfen doorboren de plaveiselcellen, waardoor een waslijn of shish-kebab-effect gecreëerd wordt.

20 Polyomavirus Polyomavirus kan een diagnostisch probleem opleveren, omdat de cellen die met het virus geïnfecteerd zijn (decoycellen) kwaadaardigheid kunnen nabootsen Decoycellen zijn vaak plasmacytoide cellen met excentrisch gelegen kernen Het virus veroorzaakt een basofiele intranucleaire inclusie, die er vaak erg opeengepakt en donker uitziet en een glad kernmembraan heeft

21 Plaatje welwillend ter beschikking gesteld door Dr. Grace McKee
In dit sterk vergrote beeld van twee cellen die geïnfecteerd zijn met het polyomavirus kan de plasmacytoide aard van de onderste cel gezien worden. Beide cellen bezitten de kenmerkende basofiele intranucleaire inclusie. Plaatje welwillend ter beschikking gesteld door Dr. Grace McKee

22 Cytomegalovirus (CMV)
Dit virus komt meestal voor bij patiënten met een aangetast immuunsysteem of het kan door een moeder bij de geboorte aan de foetus worden doorgegeven Cellen die met CMV geïnfecteerd zijn, hebben gewoonlijk een grote eosinofiele of basofiele intranucleaire inclusie die marginatie van het nucleaire chromatine veroorzaakt en eruitzien als een schietschijf (bull's eye)

23 Trichomonas Trichomonas wordt regelmatig in urine aangetroffen en moet zorgvuldig onderscheiden worden van gedegenereerde PMN’s In een urinespecimen is het organisme gewoonlijk rond en heeft een diagnostische oogvlek

24 Let op het gemak waarmee de organismen gedetecteerd kunnen worden, omdat het opeengepakte protoplasma tegen de schone achtergrond afsteekt bij een vergroting van 10X.

25 Abnormale bevindingen
Transitioneelcelcarcinoom (urotheel) CIS Transitioneelcelcarcinoom (urotheel) Graad I Graad II Graad III TCC is de maligniteit die het vaakst in urinespecimens wordt aangetroffen.

26 Abnormale bevindingen
Plaveiselcelcarcinoom Adenocarcinoom Nier Prostaat Niercelcarcinoom

27 Urotheelcelcarcinoom in situ
Transitioneelcel CIS is een platte laesie Cytologisch wordt het gekenmerkt door: Overvloedige abnormale, vergrote urotheelcellen met een hoge N/C-ratio Hyperchromatische, grofkorrelige kernen die vaak mitotische activiteit vertonen Abnormale cellen die zowel los als in kleine, niet-polaire lagen verspreid zijn Schone achtergrond

28 CIS heeft vaak hooggradige carcinoma-achtige cellen met veelvuldige mitosen en een opvallende schone achtergrond, zoals geïllustreerd wordt in deze 60X afbeelding.

29 Graad I transitioneelcelcarcinoom
Kenmerken van graad I: Groter aantal bleke urotheelcellen in papillaire clusters met onregelmatige randen Celrijkdom en grote clusters zijn de hoofdkenmerken in deze laesie.

30 Graad II transitioneelcelcarcinoom
Kenmerken van graad II: Groter aantal cellen dan bij laesie van graad I Onregelmatige kernomtrek en chromatineverdeling beginnen te verschijnen in combinatie met een hogere N/C-ratio Patroon verschuift naar voornamelijk losse cellen in plaats van papillaire clusters

31 Deze 40X vergroting van een biopsie waarvan bevestigd is dat het een TCC van graad II betreft, vertoont een onregelmatige cluster van bleke urotheelcellen (rechts) naast een pleiomorfere losse cel met een hoge N/C-ratio links.

32 Graad III transitioneelcelcarcinoom
Kenmerken van graad III: Losse, bizarre cellen met kenmerken zoals onregelmatige kerngrenzen, lege plekken in het parachromatine en mitosen De achtergrond kan bloed, afvalmateriaal en inflammatoire cellen bevatten

33 Graad III transitioneelcelcarcinoom
Kenmerken van graad III: Slecht gedifferentieerde tumoren kunnen squameuze of glandulaire differentiatie hebben In dat geval zijn er kwaadaardige plaveisel- of kliercellen naast de kwaadaardige urotheelcellen

34 De pleiomorfe kwaadaardige cellen in deze 40X vergrote afbeelding van gekatheteriseerde urine zijn verspreid tegen een achtergrond van bloed en inflammatoire cellen. Deze kenmerken zijn typerend voor een hooggradig TCC.

35 Plaveiselcelcarcinoom
Kenmerken: Kunnen voorkomen In squameuze metaplasie In de urethra Ten gevolge van een chronische Schistosomas infectie Heeft vaak keratiniserende en andere klassiek herkenbare kenmerken

36 Plaveiselcelcarcinoom
Ter onderscheiding van een TCC met squameuze differentiatie zoekt u naar abnormale urotheelcellen. Een zuiver plaveiselcelcarcinoom bevat uitsluitend kwaadaardige plaveiselcellen. nuttige aanwijzing

37 40X opname van atypische plaveiselcellen in een uitgeplast urinemonster van een vrouwelijke patiënt. Dit kan een contaminant zijn van een cervicale laesie of atypische cellen die afgestoten zijn van een plaveiselcelcarcinoom van de blaas.

38 Adenocarcinoom Blaas: Erg zeldzaam
Heeft driedimensionale clusters van ronde, gevacuoliseerde cellen met onregelmatige kernen en prominente nucleoli Een primair adenocarcinoom in de blaas komt uiterst zelden voor.

39 Adenocarcinoom Nier: Wordt alleen in het eindstadium van de ziekte in de urine uitgescheiden De cellen zijn gewoonlijk rond met gevacuoliseerd cytoplasma De kernen zijn rond met prominente nucleoli Uiterlijk is afhankelijk van de tumordifferentiatie Een niercelcarcinoom wordt ook zelden in urine aangetroffen. Het uiterlijk hangt af van de tumordifferentiatie (d.w.z. sarcomteus vs heldercellig, goed gedifferentieerd vs slecht gedifferentieerd).

40 Sterk vergrote (40X) opname van een adenocarcinoom, NOS van uitgeplaste urine. Let op de excentrisch gelegen kernen en prominente nucleoli.

41 Adenocarcinoom Prostaat:
Kunnen afgestoten worden na gebruik van instrumenten (vooral voor de prostaat) of als de ziekte de blaas is binnengedrongen Wordt gewoonlijk gekenmerkt door losse clusters kliercellen met prominente nucleoli Prostatische instrumentatie omvat technieken zoals massage van de prostaat of een transrectale prostaatbiopsie. Cellen van een prostaatadenocarcinoom zijn vaak klein en kunnen los verdeeld zijn of in kleine losse clusters voorkomen. Recidiverende prostaatkanker kan er meer neuro-endocrien uitzien.

42 Dit plaatje is een afbeelding van een prostaatadenocarcinoom in een urinespecimen bij een vergroting van 60X. Let op de losse cluster van klassiek kleine, ronde cellen met prominente nucleoli.

43 Urinecytologie, overige Ileum conduit/ileale lis-urine
Chirurgisch gevormde blaas van een deel van de dunne darm bij patiënten die een cystectomie hebben ondergaan Wordt gebruikt om een carcinoom van de nieren en ureter te diagnosticeren Een ileum conduit-urinespecimen wordt aangetroffen bij patiënten die een cystectomie hebben ondergaan. Deze blaasachtige zak waarin de urine geleegd wordt, wordt gecreëerd uit een deel van de dunne darm.

44 Urinecytologie, overige Ileum conduit/ileale lis-urine
Bevat vaak: Een ruime hoeveelheid macrofagen, lymfocyten en PMN‘s Cilindrische cellen van de dunne darm Deze kunnen zowel in honingraatgroepen en staketselstructuur als los voorkomen Ze kunnen er ook rond en gevacuoliseerd uitzien

45 Let op een goedaardige laag kleine cilindrische cellen van het darmtype met PMN's, lymfocyten en histiocyten.

46 Voor meer informatie… Raadpleeg uw ThinPrep gebruikershandleiding

47 Voor meer informatie… Ga naar onze website of Productcatalogus Contactinformatie Complete gynaecologische en niet-gynaecologische bibliografieën Presentatie van cytologische casus

48 Bibliografie ThinPrep 2000 bedieningshandleiding Astarita, Robert W: Practical Cytopathology 1990: Bibbo, Marluce: Comprehensive Cytopathology 1991: McKee, Grace T: Cytopathology 1997: Koss, Leopold G: Diagnostic Cytology and its Histologic Bases, 4th edition: 1991:


Download ppt "ThinPrep® Non-Gynae Presentaties"

Verwante presentaties


Ads door Google