B r i d g e iedereen kan het leren Les 1 Copyright, 2002 © Rob Roling.

Presentatie over: "B r i d g e iedereen kan het leren Les 1 Copyright, 2002 © Rob Roling."— Transcript van de presentatie:

1 B r i d g e iedereen kan het leren Les 1 Copyright, 2002 © Rob Roling

2 LES 1 Theorie ITheorie I Spelen ISpelen I Theorie IITheorie II Spelen IISpelen II Theorie IIITheorie III Spelen IIISpelen III

3 52 KAARTEN – 4 KLEUREN 4 kleuren  2 LAGE kleuren 2 HOGE kleuren   13 harten 13 klaveren 13 ruiten 13 schoppen

4 Hoog in rang Laag in rang 2-3-4-5-6 7-8-9 10-B-V-H-A = plaatjes of honneurs RANGVOLGORDE KAARTEN

5 N W O Z In dit voorbeeld start NOORD met  6 DOEL IS SLAGEN MAKEN

6 met de wijzers van de klok mee legt OOST nu  3 BEKENNEN IS VERPLICHT N W O Z

7 daarna legt ZUID  Heer en ALS JE NIET KUNT BEKENNEN, DAN KAART VAN ANDERE KLEUR N W O Z

8 WEST  Aas MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE DE SLAG NIET WINNEN N W O Z

9 WEST wint de slag met  Aas WEST mag nu de volgende kaart voorspelen. WINNAAR SPEELT VOLGENDE KAART IN KLEUR NAAR KEUZE N W O Z

10 SPELEN 1 DOEL: OEFENEN IN SLAGEN MAKEN Schudden en geven Speler links van de gever mag uitkomen (troef en partners blijven nog even buiten beschouwing)

11 Partners zijn : NOORD EN ZUID NOORD ZUID WESTOOST WEST EN OOST SPELEN MET EEN PARTNER

12 West en Oost hebben 8 slagen gewonnen, zij leggen deze gewonnen kaarten verticaal neer. SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE 1 2 3 4 5 6 7 8

13 SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren, zij leggen deze verloren kaarten horizontaal neer.

14 Na afloop van het spel kan iedereen het aantal winstslagen tellen. 1 2 3 4 5 6 7 8 Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn. SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

15 TROEFKLEUR ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE KAART VAN EEN ANDERE KLEUR Mag alleen als niet kan worden bekend (Over-) Troeven is niet verplicht Volgorde hetzelfde als andere kleuren

16 SPELEN 2 DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR (Troef normaal bepaald bij bieden) Nu echter door draaien van de eerste kaart voor het geven Bij het draaien van een plaatje is de speelsoort Sans Atout (geen troef)

17 DE DUMMY DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER Dummy speelt niet mee, maar de leider bepaalt welke kaart wordt gespeeld Legt zijn kaarten open op tafel direkt na de uitkomst (van rechtertegenstander) Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

18 DE DUMMY

19 SPELEN 3 DOEL: OEFENEN MET DUMMY (Troef normaal bepaald bij bieden) Nu echter door draaien van de eerste kaart voor het geven Bij het draaien van een plaatje is de speelsoort Sans Atout (geen troef) Leider is de gever en dummy zijn partner

20  V B 10 9 8 7 6 7 6  3 2  A H  A H A H  A H  V B 10 9 8 7 6  5 4 V B 10 9 8  9 7 6 5 4  2  3 2 5 4 3 2  V B 10 8  5 4 3 N WO Z

21 Hoofdstuk 1 bestuderen Hoofdstuk 1 oefeningen maken Hoofdstuk 2 doorlezen HUISWERK