Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGeert Smit Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Verenigingscursus Basketbalspelregels
datum
2
Vragen naar aanleiding van eerste bijeenkomst?
Handelingen voor de wedstrijd? Levende en dode bal, balbezit? Wedstrijdklok? Minuten -en secondenregels? Overtredingen en fouten? Sprongbal? Lopen? Bal uit/innemen van bal? Terugspelen eigen helft? Score?
3
Nu: tweede bijeenkomst
Fouten Pauze Vrije worpen Time-out Wissel Sheet Taakverdeling scheidsrechters
4
Fouten Inbreuk op regels met persoonlijk contact; basketbal in beginsel “non-contact” sport Algemene beginselen: Legale verdedigende positie Verticaliteit (cilinder principe) Hoofd- schouder principe Typen persoonlijk contact Ongeoorloofd gebruik van handen Blokkeren Overmatig gebruik ellebogen Vasthouden Duwen Doordringen
5
Legale verdedigende positie
Beide voeten op de grond, lichte spreidstand, face to face met tegenstander en op moment van contact stilstaan. Meebewegen in baan tegenstander toegestaan: NIET in baan stappen!
6
Verticaliteit (cilinder principe)
De ruimte binnen een denkbeeldige cilinder die een speler op de speelvloer inneemt, met inbegrip van de ruimte boven de speler. Deze ruimte wordt beperkt: Aan de voorkant door de handpalmen, Aan de achterkant door het achterste, en Aan de zijkanten door de buitenzijde van de armen en benen.
7
Hoofd- schouder principe
Als er contact ontstaat als een dribbelende speler is met zijn hoofd en schouder voorbij zijn verdediger is, dan is de verdediger het meest verantwoordelijk voor dit contact. De speler die uit de meest ongunstige positie komt bij het bemachtigen van de bal, is het eerst verantwoordelijk als persoonlijk contact optreedt.
8
Bal? De speler met de bal dient te verwachten, dat hij verdedigd wordt en moet voorbereid zijn te stoppen of van richting te veranderen als een tegenstander een legale verdedigende positie voor hem inneemt (ook in het geval dat dit in een fractie van een seconde gebeurt). Een speler die geen balbezit heeft, heeft het recht zich vrij over het speelveld te bewegen en iedere positie in te nemen die niet al door een andere speler is ingenomen.
9
Ongeoorloofd gebruik van handen
Het aanraken van de tegenstander met hand(en) is niet toegestaan. Als het contact de bewegingsvrijheid van de tegenstander beperkt is er sprake van een fout.
10
Blokkeren Ongeoorloofd persoonlijk contact waardoor een tegenstander in diens bewegingsvrijheid wordt belemmerd. (Vooral bij screening)
11
Overmatig gebruik ellebogen
12
Vasthouden Vasthouden is ongeoorloofd persoonlijk contact met een tegenstander, waardoor diens bewegingsvrijheid wordt belemmerd. Dit contact (vasthouden), kan met elk deel van het lichaam plaatsvinden.
13
Duwen Duwen is ongeoorloofd persoonlijk contact, door met enig lichaamsdeel een tegenstander, met of zonder bal, krachtig weg te duwen of proberen weg te duwen.
14
Doordringen Doordringen is ongeoorloofd persoonlijk contact, met bal, door tegen de romp van de tegenstander te duwen of te bewegen.
15
Dubbelfout Een dubbelfout is een situatie, waarin twee tegenstanders ongeveer gelijktijdig fouten tegen elkaar begaan
16
Straf Tegen een speler die niet met een velddoelpoging bezig is: inworp buiten het speelveld, vanaf het punt het dichtst gelegen bij de plaats van de fout tenzij de ploegfoutenregel van toepassing is. Wordt de fout begaan tegen een speler die met een velddoelpoging bezig is, krijgt die speler vrije worp(en) toegekend: slaagt de doelpoging slaagt, telt het doelpunt en wordt er één extra vrije worp toegekend; afhankelijk van plaats 2 of 3 vrije worpen
17
Doelende speler Speler die NAAR HET OORDEEL VAN DE SCHEIDSRECHTER een poging onderneemt een doelpunt te maken door de bal te werpen, dunken of tikken. Tweetellen ritme behoort niet tot een schotpoging, het gaat om de armbeweging. Poging duurt TOT DE SPELER WEER MET BEIDE BENEN OP DE GROND STAAT. Als tijdens een poging het fluitsignaal van de scheidsrechter klinkt voordat de bal door de ring gaat, dan telt het punt toch als de bal daarna door de basket gaat.
18
Ploegfouten Vanaf de vierde fout in een periode van de spelers van één team, moeten alle volgende persoonlijke fouten: tegen een speler die niet bezig was met een velddoelpoging: twee vrije worpen in plaats van een inworp. begaan door een speler van een ploeg die in het bezit is van een levende bal: inworp door de tegenstanders.
19
Aangeven fouten
20
Technische fout Opzettelijke of herhaaldelijke vorm van een gebrek aan samenwerking, of het niet houden aan de geest van deze regel. Veldspeler (T) Coach (C) Bank (B) 2 Tc óf 3 Tb (waarvan één Tc) is D! Straf (niet doelende speler): 2 vrije worpen en balbezit zijlijn Vooraf/in pauze Eerst 2 vrije worpen; starten met sprongbal (wedstrijd) od beurtelings balbezit (periode)
21
Onsportieve fout Door een speler gemaakte persoonlijke fout, welke naar het oordeel van de scheidsrechter geen legitieme poging ondernam, uitsluitend de bal volgens de geest en bedoeling van de spelregels te spelen. Straf Fout noteren (U), vrije worpen en balbezit zijlijn Twee vrije worpen en balbezit (niet doelende speler) Interpretatie Gedurende heel de wedstrijd hetzelfde!
22
Diskwalificerende fout
Iedere ernstige onsportieve actie begaan door een speler, vervanger, uitgesloten speler, coach, assistent-coach of ploegbegeleider. Twee onsportieve fouten Speler Twee Tc óf 3 Tb (waarvan één Tc) is coach! Straf Naar kleedkamer of gebouw verlaten! Fout noteren (D), vrije worpen en balbezit zijlijn Twee vrije worpen en balbezit (niet doelende speler)
23
Stapelen van fouten Alle fouten moeten worden belast en alle straffen dienen te worden bepaald. De volgorde waarin de fouten plaatsvonden, moet worden bepaald. Gelijkwaardige straffen moeten worden weggestreept in de volgorde waarin zij hebben plaatsgevonden. Balbezit van de laatste straf heft alle eerdere rechten op balbezit op.
24
Pauze
25
Vrije worpen Eén vrije worp als doelpoging slaagt én
fout tegen DOELENDE SPELER in 3- of 2-puntszone. U of D tegen DOELENDE SPELER in 3- of 2-puntszone. Daarna balbezit middenlijn
26
Vrije worpen Twee vrije worpen
na de 5de teamfout als doelpoging niet slaagt. fout tegen doelende speler in 2-puntszone, doelpoging mis. Twee vrije worpen + balbezit middenlijn: T-fout velspeler, coach of iemand op de bank. U of D, doelpoging mis (geen).
27
Vrije worpen Drie vrije worpen:
fout op doelende speler in de 3-puntszone; doelpoging mis. Drie vrije worpen + balbezit middenlijn: U of D op doelende speler in 3-puntszone, doelpoging mis. Balbezit ter hoogte van middellijn: terugspelen eigen helft mag!
28
Vrije worpen, overtredingen
Schutter: 5 seconden: poging vervalt Lijnfout: op of over lijn voordat de bal ring of bord raakt. Bij laatste vrije worp zijlijn; anders volgende vrije worp. schot naast de ring (bij laatste vrije worp) zijlijn. Medespeler bal of basket voordat die de ring raakt: nooit een doelpunt instappen voor bal uit de hand van schutter: score telt. Mis: zijlijn. verkeerde schutter: punt(en) afkeuren, juiste speler opnieuw Tegenstander bal of basket aanraken voordat de ring raakt: punt instappen voor bal uit hand schutter: score telt. Mis: opnieuw.
29
Vrije worpen, overtredingen
Gelijktijdige overtreding: overtreding van de nemer van de vrije worp overheerst!. Score telt. Mis, dan beurtelings balbezit Zijlijn: altijd ter hoogte van de vrije worplijn. Per ongeluk vrije worpen op verkeerde basket: opnieuw op de juiste nemen. Het te vroeg instappen in de 40cm neutrale zone is ook een overtreding.
31
Time out Belaste time-out: Ieder fluitsignaal.
Beide ploegen bij signaal voor scheidsrechterstime-out. Bij een velddoelpunt: de ploeg waartegen gescoord is. Na een laatste geslaagde vrije worp. Vijf belaste time-outs per ploeg in normale speeltijd: twee in de eerste helft (1e en 2e periode) drie time-outs in de tweede helft (3e en 4e periode). één time-out per verlenging. Onbelaste time-out: Vervanging gewonde speler (mag 1 minuut duren) Vervanging van speler met vijf fouten (mag 30 seconden duren)
32
Wissel Wisselen bij: elk fluitsignaal, beide ploegen.
Belaste of onbelaste time-out, beide ploegen. laatste 2 minuten 4e periode én elke verlenging: alleen ploeg die balbezit krijgt op baseline (ander mag dan ook). Na laatste vrije worp, de schutter en één tegenstander. Niet meer wisselen: als scheidsrechter bal geeft of speler bal vast heeft (inworp). Als scheidsrechter 3-secondegebied instapt voor vrije worp Wissel zo snel mogelijk (maximaal 30 seconden). Vervanger wordt speler na wenken door de scheidsrechter.
33
Sheet
34
Taakverdeling scheidsrechters
35
Taakverdeling scheidsrechters
36
Taakverdeling scheidsrechters
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.