Download de presentatie
GepubliceerdThijmen Geerts Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Hoofdstuk 6 Grafieken en formules
2
6.1 Tabel en Grafiek Eerst lees je het verhaal.
Dan vul je de tabel in en dan teken je de grafiek. 6.1 Tabel en Grafiek Stap 3. Teken de grafiek. Zoek 2 of 3 “mooie punten”. Stap 1. Lees het verhaal. Waarover gaat het? Welke regelmaten zitten erin? Is er een vast bedrag? Sponsorloop Jarno rondes euro O 1 2 3 4 5 6 9 12 15 Jarno doet mee aan een sponsorloop voor een goed doel. Van zijn tante krijgt hij €7,50. Vader geeft hem €1,50 per rondje dat Jarno loopt. Stap 2. Vul de tabel in. Sponsorloop Jarno aantal rondes Bedrag in euro’s 1 2 3 4 5 7,50 9,00 10,50 12,00 13,50 15,00
3
Als je van een verhaal een rekensom maakt, heb je een FORMULE
6.1 Tabel en Grafiek Dit heb je nodig: Waarover gaat het?/wat wil je weten? Is er een vast bedrag? Welke regelmaten zitten erin? Wordt het meer of minder? Jarno doet mee aan een sponsorloop voor een goed doel. Van zijn tante krijgt hij €7,50. Vader geeft Jarno €1,50 per rondje dat hij rent. Jarno wilt weten wat de opbrengst is van zijn rondjes. Formule: Opbrengst = … … x … Formule: Opbrengst = € 7, € 1,50 x aantal rondjes Anke heeft een nieuwe kaars. Die is 60 cm lang. Elk uur dat de kaars brandt, wordt hij 5 cm korter. Anke wilt de lengte van de kaars weten. Jaime spaart voor een scooter. Zijn vader zal hem 300 euro geven. Elke week verdient Jaime 40 euro als vakkenvuller in de Super. Jaime wilt elke week weten hoeveel scootergeld hij al heeft. Renske heeft € 500, - gespaard. Ze moet het abonnement voor haar mobieltje zelf betalen. Dit is 22 euro per maand. Renske wilt elke maand berekenen hoeveel spaargeld zij nog heeft. Formule: … = … … … Formule: Scootergeld = € € 40 x aantal weken Formule: Lengte kaars = 60 – 5 x aantal uren Formule: Spaargeld = … … x … Formule: Spaargeld = € 500, € 22,00 x aantal maanden Formule: … = ……. … …….. … ………
4
Huiswerk voor de volgende les:
t/m 12
5
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 150 160 170 180 190 200 belmin. kosten/euro. Ashira betaalt voor elke minuut die ze belt € 0,40. Haar mobieltje kost € 160,-. Zij wilt weten welke kosten zij maakt voor mobiel bellen Barry heeft een mobieltje gekocht voor €170,-. Een belminuut kost bij de provider € 0,20. Barry wilt precies weten hoeveel hij uitgeeft aan mobiel bellen Maak de formule bij dit verhaaltje Kosten = ,20 x aantal belminuten Maak de formule bij dit verhaaltje Kosten = ,40 x aantal belminuten aantal belminuten 10 20 50 100 kosten aantal belminuten 10 20 50 100 kosten 170 172 174 180 190 160 164 168 180 200
6
Huiswerk voor de volgende les:
t/m 20
7
Bedrag terug = 300 – 30 x aantal dagen
Als ik een boormachine huur moet ik borg betalen. Als ik de boormachine terugbreng dan wordt de borg verrekend met de huur. 6.4 Formule en rekenmachine 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 50 100 150 200 250 300 dagen. Terug bedrag/euro. Hoeveel borg heeft Henk betaald? 300 euro Na hoeveel dagen krijgt henk niets meer terug? Maak de formule 10 dagen Hoeveel is de huur per dag? 30 euro Bedrag terug = 300 – 30 x aantal dagen Is het erbij of eraf? eraf
8
Huiswerk voor de volgende les:
t/m 37
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.