Hoofdstuk 3 §1 en §2 Stoffen en hun eigenschappen.

Presentatie over: "Hoofdstuk 3 §1 en §2 Stoffen en hun eigenschappen."— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 3 §1 en §2 Stoffen en hun eigenschappen

2 Waar gaat dit hoofdstuk over?
Dit hoofdstuk gaat vooral over stoffen. Er zijn er miljoenen van. Er zijn er zoveel omdat stoffen ook in combinaties kunnen bestaan. Stoffen hebben unieke eigenschappen, daaraan kun je ze herkennen.

3 De drie fasen De meeste stoffen kunnen in drie toestanden (fasen) voorkomen: - De vaste toestand. - De vloeibare toestand. - De gasvormige toestand.

4 Wat is zuiver? Het woord zuiver heeft 2 duidelijke verschillende betekenissen: - ‘De lucht is daar zuiver’ - ‘Elektriciteitsdraad maakt men van zuiver koper’ Eerste uitspraak: Die lucht is gezond. Tweede uitspraak: Dat koper is chemisch zuiver en dus geen mengsel. Een stof is chemisch zuiver als het één stof is,dus geen mengsel.

5 Vloeibare mengsels: niet altijd gemengd
Als een mengsel helder (doorzichtig) is, wordt het een oplossing genoemd. De opgeloste stof is onzichtbaar over de hele oplossing verdeeld. Een vloeistof waarin opgelost is, is een oplosmiddel De stof die in het oplosmiddel is opgelost, kan een vaste, een vloeibare of een gas fase zijn.

6 Een suspensie Een suspensie is een niet helder mengsel van fijn verdeelde vaste stof in een vloeistof. Een suspensie is altijd troebel en gekleurd. Bij een suspensie ontstaat er na enige tijd meestal neerslag. Dat is dat die deeltjes naar de bodem zakken en daar blijven liggen.

7 J L u i l s i a a M S ü c l h l o e t A2A r