Download de presentatie
GepubliceerdGerrit Janssen Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Uitzetten en krimpen Faseovergang
Gemaakt door : Carmen Enzlin en Kari-Anne Gerritsen A2A
2
Uitzetten en krimpen Bij veel thermometers is het zo dat de stof die in de thermometer zit, uitzet als de stof verwarmd wordt. Dit gebeurt bij bijna alle stoffen.
3
Hoeveel zet een stof uit?
Hoeveel een stof uitzet is afhankelijk van de stof zelf en in welke fase deze stof zich bevind, de ene stof zet meer uit dan de andere. Het hangt er ook vanaf hoe hoog de temperathuur is. Bij een gelijke temperatuur geldt: gassen zetten meer uit dan vloeibare en vaste stoffen en gassen zetten altijd evenveel uit.
4
De kracht van het uitzetten.
Als een stof niet genoeg ruimte heeft om uit te zetten ontstaan er grote krachten, bij vaste stoffen is deze kracht het grootst. (de stenen hiernaast zijn kapot gevroren)
5
Faseovergang Er zijn 3 fasen: vast, vloeibaar en gas. Deze fasen kunnen ook in elkaar overgaan, hiernaast zie je een fasedriehoek waar je dat kan zien.
6
Stollen en smelten Om een stof te laten smelten is warmte nodig. Als je de stof daarna laat stollen komt die warmte weer vrij. Bij zuivere stoffen verandert de temperatuur niet, bij mengsels wel, zo kan je een zuivere stof herkennen.
7
Verdampen Vloeistoffen verdampen bij elke temperatuur. De snelheid daarvan hangt af van het soort vloeistof, de temperatuur en het vloeistofoppervlak. Als een vloeistof verdampt koelt de temperatuur van de omgeving af.
8
Het koken van een vloeistof
Als een vloeistof kookt zitten er overal dampbellen in de vloeistof, waardoor de vloeistof snel verdampt. De temperatuur waarbij een vloeistof kookt noem je het kookpunt
9
Einde
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.