Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Stevigheid en Beweging
Basisstof 2: Het skelet van zoogdieren Basisstof 3: Kraakbeenweefsel en Beenweefsel
2
Skeletten van zoogdieren
Er zijn veel overeenkomsten… Overeenkomsten (schedel, wervelkolom, botten in ledematen, etc)
3
Bijvoorbeeld.. Dezelfde botten in de ledematen van de meeste zoogdieren.
4
Verschillen Tussen de skeletten van zoogdieren zijn ook verschillen.
Dit heeft te maken met hoe het dier leeft. Bijvoorbeeld: - Voeding - Habitat - Voortbeweging
5
Verschillen Zoolgangers, teengangers en topgangers…
6
Zoolgangers Lopen op de hele voetzool.
Voorbeelden zijn: Mensen,verschillende apensoorten, beren, egels, knaagdieren zoals muizen, eekhoorns en cavia's. Wij mensen kunnen op de topjes van onze tenen staan... héél even! En het gaat snel pijn doen. Balletdansers doen het wel, maar hebben daar speciale schoenen en enorm veel oefening voor nodig. Wij staan ook weleens op onze tenen. Dat houden we wel wat langer vol en in een sprint maken we daar net als katten en honden handig gebruik van. Maar als we gewoon staan maken we gebruik van onze hele voetzool. Van teenkootjes tot hielbeen staan dan volledig op de grond. Bij lopen en joggen plaatsen we eerst onze hak op de grond en wikkelen vervolgens onze hele voet af. We zetten af met de bal van onze voet. Dat is die bult onder je voet voor onze tenen. Dat is de overgang tussen onze middenvoetsbeentjes en teenkootjes. Onze teenkootjes gebruiken we vooral voor het houden van ons evenwicht en het krijgen van meer grip, door ze te krommen. Voorbeelden van zoolgangers zijn: mensen verschillende apensoorten beren insecteneters zoals egels knaagdieren zoals muizen, eekhoorns en cavia's
7
Teengangers Lopen altijd op hun tenen.
Voorbeelden zijn: - Hondachtigen - Katachtigen Er zijn ook dieren die hun leven lang op hun tenen lopen. Ze gebruiken alleen de 'vinger- en teenkootjes' om bij het lopen mee af te zetten. Wat bij ons de middenvoetsbeentjes zijn waarmee we op de grond staan, lijkt bij teengangers hun onderbeen. Daarom denken we al gauw dat de knik in hun been een knie is, maar eigenlijk is dat de enkel. Het kniegewricht zit veel hoger, dichtbij hun buik en borst. Ook teengangers kunnen veel snelheid ontwikkelen. Het zijn namelijk roofdieren, vleeseters. Ze moeten wel hun prooi kunnen vangen, dus moeten ze tempo kunnen maken. Het zijn alleen korte afstandlopers. Hun sprint is snel maar kort. Voorbeelden van teengangers zijn: hondachtigen katachtigen
8
Topgangers Lopen op de toppen van hun tenen
Vaak zijn de toppen van de tenen bedekt door hoeven. Daarom ook wel hoefgangers genoemd Voorbeelden zijn: Varkens, paarden, giraffen, antilopen, kamelen, olifanten, schapen, nijlpaarden, neushoorns, etc. Er zijn dieren die alleen met hun nagels op de grond komen. Het zijn de topgangers. Ze lopen op de topjes van hun 'vingers en tenen'. Veel topgangers hebben hoeven. Hun hoeven zijn volledig gebouwd op het 'spitzenlopen'. Het zijn veel groter en sterker nagels dan wij bijvoorbeeld hebben. Je zou de topgangers lichtvoetig kunnen noemen, al zijn sommige hoefgangers best zwaar. Maar door hun manier van lopen, kunnen ze heel veel snelheid ontwikkelen. Ze houden het ook vaak lang vol om te rennen. Dat komt omdat hoefdieren planteneters zijn, die op de loop moeten kunnen voor roofdieren. Voorbeelden van topgangers zijn: evenhoevigen: (hebben per poot 2 tenen op de grond, een even aantal dus) varkenachtigen, zoals varkens en nijlpaarden herkauwers, zoals herten, giraffen, antilopen, runderen, bokken en schapen eeltpotigen, zoals kamelen en lama's onevenhoevigen: (hebben per poot 1 teen op de grond, een oneven aantal dus) paarden pony's ezels zebra's tapirs neushoorns slurfdieren: olifanten
9
Basisstof 3: Kraakbeenweefsel en Beenweefsel
In je lichaam zijn er twee soorten weefsels die voor stevigheid zorgen: - Kraakbeenweefsel - Beenweefsel
10
Kraakbeenweefsel Stevig, maar toch buigzaam
Komt voor op plaatsen die stevig en toch soepel zijn - Oren - Neus -Gewrichten
11
Beenweefsel Is harder dan kraakbeenweefsel
Bevat: - Kalkzouten (voor hardheid) - Lijmstof (voor buigzaamheid)
12
Veranderingen Kraakbeenweefsel: - Baby’s hebben hier veel van. - Tijdens de groei wordt dit vervangen door beenweefsel. Beenweefsel: - Bij kinderen bevat beenweefsel veel lijmstof. - Bij het ouder worden gaat beenweefsel minder lijmstof en meer kalkzouten bevatten.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.