Download de presentatie
GepubliceerdRosa Vermeiren Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Brugklas // hoofdstuk 4 natuurrampen
2
H4 §2.1 // aardbevingen Er zijn: 1. natuurrampen; alleen natuurinvloed
2. milieurampen; invloed van de natuur en de mens 3. cultuurrampen; Alleen invloed mens (wat mensen elkaar aandoen)
3
H4 §2.1 aardbevingen
4
Landkorst=continentale korst)
> Oceanische korst (zwaarder dan landkorst, en gaat daarom onder de landkorst schuiven)
5
H4 §2.1 Een oceanische korst is dus zwaarder dan een continentale korst! Wanneer een oceanische plaat en een continentale plaat (continent= land) tegen elkaar botsen, dan zal de zwaardere oceanische plaat ONDER de continentale plaat doorschuiven. Het gebied waar dit gebeurt noemen we een SUBDUCTIEZONE
6
H4 §2.1 wat is een aardbeving?
Een aardbeving is een trilling in de aardkorst. Ze worden meestal veroorzaakt door een beweging van de platen die samen de aardkorst vormen. De oorzaak kan ook liggen bij een vulkaanuitbarsting, een meteoorinslag, een ondergrondse explosie of een instorting van bijvoorbeeld een mijn.
7
H4 §2.1 Wat is de oorzaak van een aardbeving?
Aardbevingen hebben vaak te maken met het schuiven van de platen die samen de aardkorst vormen. Het wetenschappelijke woord voor de aardkorst is "lithosfeer". De basisgedachte is dat de buitenste laag van de aarde wordt gevormd door een groot aantal platen die als het ware op een onderliggende laag liggen.
8
H4 §2.1 Op de plaats waar twee of meer platen aan elkaar grenzen kunnen verschillende dingen gebeuren: De platen bewegen uit elkaar (divergeren) ze worden samengedrukt (convergeren) ze bewegen langs elkaar
9
Platen bewegen uit elkaar
10
Groeiende Atlantische Oceaan IJsland ligt op de Mid-Atlantische Rug
Groeiende Atlantische Oceaan IJsland ligt op de Mid-Atlantische Rug. De tekening die je zometeen gaat zien, toont wat er kan gebeuren langs de rug als de Noord-Amerikaanse en de Europese plaat uit elkaar drijven. De rug (hier vanuit het zuiden bekeken) loopt verder voorbij de noordelijke top van IJsland.
12
Convergerende platen; naar elkaar toe
13
H4 §2.1 Breuklijnen De grenzen tussen twee platen van de aardkorst worden ook wel breuklijnen genoemd.
14
H4 §2.1 Trillingen van aardbevingen
Een aardbeving vindt dus altijd plaats op een specifiek punt in de aardkorst: Dit is het Hypocentrum. De plaats aan de oppervlakte boven dit hypocentrum noemen we het epicentrum.
17
!! Een aardbeving met een kracht van 6 op de schaal van Richter is 30 keer sterker dan eentje van schaal 5, en maar liefst 900 (30 maal 30) keer sterker dan eentje van schaal 4
18
Hoe ontstaat een tsunami?
Een tsunami is een supergolf die op gang komt door een onderzeese aardbeving. Het zeewater neemt de energie van de aardbeving op en zet deze om in krachtige golfbewegingen die honderden of duizenden kilometers over de aardbol reizen en elke kust die ze bereiken grote schade kunnen toebrengen. Via tsunami's hebben dus ook onderzeese aardbevingen een verwoestend effect op het land.
19
H4 §2.2 // vulkanen
20
H4 §2.2 // vulkanen
21
H4 §2.2 // vulkanen Leer de tekst die bij deze afbeelding staat in je boek op blz. 87! (bron 12)
22
H4 §2.2 // vulkanen DVD over Vulkanen
- Leer je zelf gemaakte aantekeningen die bij deze film horen (gezien in de les)
23
Videofragment “soorten vulkanen”
24
Het ontstaan van een vulkaan | animatie
26
Tropische orkanen
27
Orkaan, Hurricane, Cycloon, Tyfoon of Willy-Willy?
28
De orkaan Mitch was een van de hevigste tropische cyclonen in de geschiedenis (1998), die windsnelheden tot aan 290 kilometer per uur bereikte.
29
De route van de orkaan Mitch (1998) | animatie
30
Videofragment gevolgen van de orkaan Mitch
31
Videofragment hulpverlening van de orkaan Mitch
32
Tornado’s Een tornado is een wervelwind met zeer grote windsnelheden tot enkele honderden kilometers per uur en een doorsnede van enkele tientallen meters tot een paar kilometer, die meestal zichtbaar is doordat waterdamp condenseert in de wervel of doordat materiaal van het aardoppervlak wordt opgetild. Een tornado ontstaat onderaan een flink ontwikkelde buienwolk en maakt daarbij contact met het aardoppervlak waarbij de sneldraaiende lucht snelheden haalt van minimaal 65 km per uur.
33
Tornado’s Hoe ontstaan ze?
Er zijn drie belangrijke voorwaarden voor de vorming van tornado's: a. voldoende vocht in de lucht op lage en middelbare niveau b. onstabiele lucht c. een opstijgende kracht
34
Wil je meer weten? Ga naar de site van meteonet
35
Tornado’s – voorbeeld videofragment
36
§2.4 // Natuurrampen overal?
Er zijn: 1. natuurrampen; alleen natuurinvloed 2. milieurampen; invloed van de natuur en de mens 3. cultuurrampen; Alleen invloed mens (wat mensen elkaar aandoen)
37
Er zijn ook weer twee soorten natuurrampen:
Natuurrampen die veroorzaakt worden door bewegingen in de aardkorst, zoals bij aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami’s Natuurrampen die veroorzaakt worden door extreme weersomstandigheden zoals orkanen, overstromingen en lawines
38
§4.1 // natuurrampen in Nederland?
Ja! - 1953: grote overstroming - Lichte aardbevingen in Limburg en Groningen - Overstromingen van rivieren
39
§4.3 // Ruimte voor rivieren
wiel
40
einde Heb je nog een vraag? Mail naar dalton@johanvandergaag.nl
Succes met alle proefwerken in de proefwerkweek!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.