Download de presentatie
GepubliceerdRenske Ten Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Inductie elektromagnetische trillingen, wisselstroomschakelingen
H o o f d s t u k 30 Wederzijdse inductie Zelfinductie Energieopslag in een magnetisch veld Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
2
[referentiezin van de omsloten flux]
Zelfinductie Wanneer doorheen een draadlus of een spoel een veranderende stroom vloeit, induceert die stroom een veranderende omsloten magnetische flux. De geïnduceerde “omsloten” flux is evenredig met de stroom: [referentiezin van de omsloten flux] Men noemt L de zelfinductiecoëfficiënt van de stroomkring. I algebraïsch tegenover de stroompijl. FB algebraïsch tegenover referentiezin die met RHR uit de stroompijl volgt. Dit garandeert een positieve zelfinductiecoëfficiënt L. FIGUUR 28.21 Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
3
[referentiezin van de omsloten flux]
Zelfinductie Wanneer doorheen een draadlus of een spoel een veranderende stroom vloeit, induceert die stroom een veranderende omsloten magnetische flux. De geïnduceerde “omsloten” flux is evenredig met de stroom: [referentiezin van de omsloten flux] De SI-eenheid voor de zelfinductiecoëfficiënt is de henry (H): FIGUUR 28.21 Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
4
[referentiezin van de omsloten flux]
Zelfinductie Wanneer doorheen een draadlus of een spoel een veranderende stroom vloeit, induceert die stroom een veranderende omsloten magnetische flux. De geïnduceerde “omsloten” flux is evenredig met de stroom: [referentiezin van de omsloten flux] (30.4) FIGUUR 28.15a omsloten flux! Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
5
Zelfinductie Wanneer doorheen een draadlus of een spoel een veranderende stroom vloeit, induceert die stroom een veranderende omsloten magnetische flux. De veranderende omsloten flux induceert in de draadlus of spoel een spanning. [referentiezin van de omsloten flux] Deze spanning beantwoordt aan de wet van Faraday. (29.2a) Hierin is FB de “omsloten flux”. Voor een spoel wordt dit dus: (29.2b) FIGUUR 28.15a [referentiezin van de EMK] Met FB : flux door één doorsnede. Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
6
Zelfinductie Wanneer doorheen een draadlus of een spoel een veranderende stroom vloeit, induceert die stroom een veranderende omsloten magnetische flux. De veranderende omsloten flux induceert in de draadlus of spoel een spanning. voor een spoel: [referentiezin van de omsloten flux] (29.2b) (30.4) Met FB : flux door één doorsnede. FIGUUR 28.15a (30.5) [referentiezin van de EMK] Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
7
Zelfinductie Wanneer doorheen een draadlus of een spoel een veranderende stroom vloeit, induceert die stroom een veranderende omsloten magnetische flux. De veranderende omsloten flux induceert in de draadlus of spoel een spanning. [referentiezin van de omsloten flux] (30.5) FIGUUR 28.15a [referentiezin van de EMK] Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
8
[referentiezin van de omsloten flux]
Zelfinductie Voorbeeld 30.3 Zelfinductie van een solenoïde Bepaal een formule voor de zelfinductie(coëfficiënt) L van een dicht gewikkelde en lange solenoïde met N draadwindingen en lengte en een dwarsdoorsnede gelijk aan A indien de solenoïde gevuld is met lucht (mr=1). [referentiezin van de omsloten flux] Aanpak Gebruik de wet van Ampère om de inductie te bepalen. Bereken de omsloten flux. Bepaal L. FIGUUR 28.15a Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
9
Oef. 30.13 Zelfinductie van een torus (toroïde)
Bepaal de zelfinductie(coëfficiënt) van een met lucht gevulde torus met rechthoekige doorsnede (zie fig – vraagstuk 13) met r1 , r2 binnen- en buitenstraal van de torus met h hoogte van de torus. Aanpak Gebruik de wet van Ampère om de inductie te bepalen. Bereken de omsloten flux. Bepaal L. FIGUUR 30.26 Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
10
Voorbeeld 30.5 Zelfinductie van een coaxkabel
Bepaal de zelfinductie per lengte-eenheid van een coaxkabel met r1 buitenstraal binnengeleider met r2 binnenstraal buitengeleider indien de coaxkabel gevuld is met lucht (mr=1). Aanpak Gebruik de wet van Ampère om de inductie te bepalen. Bereken de omsloten flux. Bepaal L. FIGUUR 30.5 Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
11
Voorbeeld 30.5 Zelfinductie van een coaxkabel
FIGUUR 30.5 Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
12
30.3 Energieopslag in een magnetisch veld
Wanneer doorheen een spoel met zelfinductiecoëfficiënt L een stroom I gaat is in deze spoel energie opgeslagen. Men vindt: (30.6) Toegepast op een lange solenoïde: (30.7) Hoofdstuk 30 – Inductie, elektromagnetische trillingen en wisselstroomschakelingen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.