Download de presentatie
GepubliceerdKarolien Geerts Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Chemotherapie Principes en Werkingsmechanismen
Koen Van Eygen Medisch Oncologie AZ Groeninge Kortrijk
2
Wat moet er bijblijven ? Het concept waarop de werking van cytostatica gebaseerd is Cytostatica worden in enkele grote groepen ingedeeld Toedieningswijzen van cytostatica Factoren die het effect van cytostatica beïnvloeden Resistentiemechanismen
3
Cytostatica – definitie
Soorten cytostatica Gebruik en gevolgen van cytostatica
4
1. Cytostatica: positieve definitie
Cystostatica zijn : Producten die de celcyclus doorbreken en op die manier de celdeling verhinderen. Ook veel immunologische en hormonale therapieën werken op die manier. Specifiek voor cytostatica is evenwel dat - ze de DNA replicatie en/of expressie verstoren. Ze verhinderen dat het cellulaire DNA op een normale manier gekopieerd wordt bij een celdeling, zodat de dochtercellen niet of minder vitaal zijn. - Ze geen onderscheid maken tussen normale en maligne cellen.
5
1. Cytostatica: negatieve definitie
Onder cytostatica verstaan we NIET: -Immunotherapie: monoklonale antistoffen, cytokines, behandeling met allogene stamcellen -Hormonotherapie -Remmers van bloedvatvorming (angiogenese inhibitoren) -Biomodulatoren
6
2. Soorten cytostatica Aangrijpingspunten van cytostatica in een cel
De celcyclus Processen tijdens de celcyclus Indeling van cytostatica volgens werkingsmechanisme Rechtstreekse DNA beschadiging Verhinderen van tubulusformatie Antimetabolieten Werkingsmechanisme van enkele belangrijke cytostatica Alkylantia Taxanen 5FU
7
De Celcyclus
8
Processen tijdens de celcyclus: DNA replicatie
cytoplasma Celkern Met compact DNA (supercoiling) Chromosomen: Gedecomprimeerd DNA
9
Processen tijdens de celcyclus: DNA replicatie
11
Processen tijdens de celcyclus:
Herstel van DNA schade Transcriptie van DNA naar mRNA
12
Processen tijdens de celcyclus:
Translatie van mRNA naar eiwitten Eiwitten voeren hun functie uit Apoptose: zelfmoord van een cel Normaal cellulair mechanisme Vaak minder aanwezig in maligne cellen Bcl 2, p53, TNF
13
Processen tijdens de celcyclus:
DNA Op de ribosomen mRNA tRNA eiwitten
14
Indeling van cytostatica volgens werkingsmechanisme
Mechanismen zijn lang niet altijd bekend Vershillende indelingen mogelijk Volgens werkingsmechanisme Volgens oorsprong
15
Werkingsmechanisme van enkele belangrijke cytostatica
Alkylantia: cyclofosfamide Inhibitie van microtubuli: paclitaxel Antimetabolieten: 5FU
16
Cyclofosfamide G2
17
Paclitaxel (Taxol)
18
Paclitaxel (Taxol)
19
3. Gevolgen van cytostatica in het algemeen
Welke parameters bepalen de gevolgen ? Externe factoren: dosis, toedieningswijze en -schema Patiëntgebonden factoren: metabolisme Selectieve toxiciteit Resistentiemechanismen Mutatie Selectie Multidrugresistentie
20
Externe parameters: dosis
Concentratie van een product in de tijd is belangrijk Van veel factoren afhankelijk Lichaamsoppervlakte: Dosisreducties bij nier- of leverfunctiestoornissen. Gewicht (kg) x Lengte (cm) BSA (m²) = ( ) 3600
21
Externe parameters: dosis
Meest gebruikte manier om dosis te berekenen is via lichaamsoppervlakte: Bijvoorbeeld CMF: Cyclofosfamide 600 mg/m² dag 1 en dag 8 Methotrexaat 40 mg/m² dag 1 en dag 8 5FU 600 mg/m² dag 1 en dag 8 Patiënte 170 cm, 70 kg Dosis methotrexaat = 40 mg/m² = 40 x 1.81 = 73 mg Gewicht (kg) x Lengte (cm) BSA (m²) = ( ) = 1.81 m² 3600
22
Dosis-intensiteit (DI)
totaal toegediende dosis DI = tijdspanne waarin de dosis werd toegediend. Labo: densiteit van de therapie is belangrijk Bonadonna: CMF adjuvant minder of zelfs niet meer efficiënt als DI < 85% van de geplande DI
23
Dosis-intensiteit (DI)
Patiënt 1: BSA 2 m² Chemo: Adriamycine 75 mg/m² om de drie weken. Zes cycli Zes cycli zonder uitstel of dosis reductie Totaal toegediende dosis: (75 mg/m² x 2m²) x 6 = 900 mg Duur = 6 x 3 weken = 18 weken DI = 900 mg / 18 weken = 50 mg/week (100%)
24
Dosis-intensiteit (DI)
Patiënt 2: BSA 2 m² Chemo: Adriamycine 75 mg/m² om de drie weken. Zes cycli Cyclus 4,5,6 dienen met 25 % gereduceerd Totaal toegediende dosis: (75 mg/m² x 2m²) x 3 + (75 mg/m² x 2m²) x 3 x 75% = 787 mg Duur = 6 x 3 weken = 18 weken DI = 787 mg / 18 weken = 43 mg/week (86%)
25
Dosis-intensiteit (DI)
Patiënt 3: BSA 2 m² Chemo: Adriamycine 75 mg/m² om de drie weken. Zes cycli Cyclus 4,5,6 dienen met 1 week te worden uitgesteld Totaal toegediende dosis: (75 mg/m² x 2m²) x 6 = 900 mg Duur = 3 x 3 weken + 3 x 4 weken= 21 weken DI = 900 mg / 21 weken = 42 mg/week (84%)
26
Dosis-intensiteit (DI)
De Juiste Dosis moet Op Tijd gegeven worden
27
Toedieningsswijze IV Bolus of kort infuus Continu Infuus Oraal
29
AUC (Area Under the Curve)
AUC is een maat voor de blootstelling aan het cytostaticum Aangenomen wordt dat het een maat is om de efficiëntie van dat cytostaticum uit te drukken
30
Toedieningswijze: IV Bolus
IV Bolus of kort infuus concentratie Tijd
31
Toedieningswijze: Continu Infuus
concentratie Stop infuus Tijd
32
Toedieningswijze: Oraal
concentratie bolus oraal Continu infuus Stop infuus Tijd
33
Toedieningswijze: Oraal
Voordeel: simuleert gedeeltelijk continu infuus Nadeel: enorme variabiliteit in biobeschikbaarheid voor de meeste producten
34
Toedieningsschema Klassiek: maximale dosis met minimum interval
Alternatief: frequentere lagere dosissen Combinatiechemotherapie
35
Toedieningsschema: klassiek
Maximale dosissen met een minimum interval Dose-response curve Dosis-limiterende toxiciteit (DLT) Niet voor elk cytostaticum hetzelfde Wordt onderzocht in fase I studies, na voorafgaandelijke dierproeven Maximaal getolereerde dosis (MTD) Maximale dosis van een product dat kan gegeven worden met acceptabele toxiciteit Sterk geëvolueerd in de voorbije 30 jaar: Groeifactoren, antibiotica, SDD, beenmerg- en stamcelsupport,… Hoogst mogelijke dosis op zo kort mogelijke tijd is tot voor kort een dogma geweest.
36
Cyclofosfamide: DLT en MTD
DLT: myelosuppressie MTD: sterk geëvolueerd 60-70er jaren: 2 g/m² 80er jaren: 4 g/m² (Groeifactoren) 90er jaren: 8-10 g/m² (Stamcelsupport)
37
Toedieningsschema Klassiek
Evolutie toxiciteit Cyclus 1 Cyclus 2 Cyclus 3 Cyclus 4 1 21 42 63 Dagen
38
Toedieningsschema: Frequentere kleinere dosissen
De laatste jaren wat aan populariteit gewonnen Theoretisch voordeel: voor sommige producten zelfde dosisintensiteit met minder toxiciteit Weinig schemata echt vergeleken met hun klassieke equivalent
39
Toedieningsschema: Frequentere kleinere dosissen
Voorbeeld: Klassiek schema: Paclitaxel 175 mg/m² om de drie weken. DI = 58 mg/m²/week Alternatief schema: Paclitaxel 100 mg/m² dag 1,8,15 – herhalen dag 29 DI = 75 mg/m²/week Van dit schema lijkt de toxiciteit minder uitgesproken. Het is nooit rechtstreeks vergeleken met het klassieke schema, zodat we niet weten of het equivalent, beter of slechter is.
40
Toedieningsschema: Frequentere kleinere dosissen
II,1 II,8 II,15 1 29 Dagen
41
Toedieningsschema: continu infuus
Theoretisch voordeel: continue blootstelling aan chemotherapie (idem voor orale therapie) Vooral voor traag delende tumoren Vaak in combinatie met radiotherapie
42
Toedieningsschema: combinatiechemotherapie
Monotherapie: veel resistentie Combinatie van cytostatica met verschillende werkingsmechanismen MTD per cytostaticum lager
43
Toedieningsschema: combinatiechemotherapie
= Additief effect = synergistisch = antagonistisch
44
Toedieningsschema: combinatiechemotherapie
Voorbeeld: CAF dag 1, herhalen dag 22: - - Cyclofosfamide 600 mg/m² (alkylans – DLT : myelosuppressie) - - Adriamycine 60 mg/m² (topoisomerase II inhibitor – DLT: myelosuppressie, mucositis) - - 5Fluorouracil 600 mg/m² (antimetaboliet, thymidilaat synthase remmer – DLT: myelosuppressie, mucositis)
45
Toedieningsschema: combinatiechemotherapie
Sequenties van cytostatica binnen chemotherapieschema’s Voor sommige producten is niet alleen de dosis belangrijk, maar ook de volgorde waarmee ze in combinatieschema’s worden gebruikt.
46
3. Gevolgen van cytostatica in het algemeen
Welke parameters bepalen de gevolgen ? Externe factoren: dosis, toedieningswijze en -schema Patiëntgebonden factoren: metabolisme Selectieve toxiciteit Resistentiemechanismen Mutatie Selectie Multidrugresistentie
47
Metabolisme Toediening Interactie met andere medicatie
(lever, intracellullair,…) (Activatie) (Inactivatie) (lever, in circulatie, …) Eliminatie (lever, nieren)
48
Metabolisme: voorbeeld 1
Voorbeeld 1: Renale klaring Carboplatinum wordt vrijwel exclusief renaal geklaard. Dit laat toe de dosis nauwkeuriger te berekenen dan op basis van het BSA. Carboplatinum wordt vrijwel nooit nog berekend per m². Meestal wordt de dosis carboplatinum uitgedrukt aan de hand van de AUC. Bijv. : dosis carboplatinum waarbij we streven naar een AUC = 5 mg x min/ml Dosis carbo = AUC (GFR + 25) = 5 (GFR + 25) GFR = nierfunctie (ml/min) berekend op basis van de nierfunctie van de dag 25 = een constante metabole klaring in het lichaam
49
Metabolisme: voorbeeld 1
concentratie Patiënt 2: 2 m²/ 75 ml/min Patiënt 3: 2 m²/ 100 ml/min tijd Zelfde dosis carboplatinum Patiënt 1: 2 m²/ 125 ml/min
50
Metabolisme: voorbeeld 2
6-mercaptopurine Purines Xanthine Oxidase URINEZUUR
51
Metabolisme: voorbeeld 2
6-mercaptopurine Purines Zyloric Xanthine Oxidase URINEZUUR
52
Metabolisme: voorbeeld 3
Cyclofosfamide Warfarin Afgebroken door hetzelfde enzyme Aanbod van beide producten tegelijkin voldoende hoeveelheden remt de afbraak van elk van die producten
53
3. Gevolgen van cytostatica in het algemeen
Welke parameters bepalen de gevolgen ? Externe factoren: dosis, toedieningswijze en -schema Patiëntgebonden factoren: metabolisme Selectieve toxiciteit Resistentiemechanismen Mutatie Selectie Multidrugresistentie
54
Selectieve toxiciteit
De meeste cytostatica interfereren met de DNA of RNA synthese Meest gevoelige periode G0 fase mogelijk Duur fases erg wisselend
55
Selectieve toxiciteit: groeifractie
Gezond weefsel Tumor CHEMOTHERAPIE Delende cel
56
Selectieve toxiciteit: groeifractie
Snel groeiende tumor Traag groeiende Tumor CHEMOTHERAPIE Delende cel
57
3. Gevolgen van cytostatica in het algemeen
Welke parameters bepalen de gevolgen ? Externe factoren: dosis, toedieningswijze en -schema Patiëntgebonden factoren: metabolisme Selectieve toxiciteit Resistentiemechanismen Mutatie Selectie Multidrugresistentie
58
Mutatie Maligniteiten hebben een hoge groeifractie
Elke celdeling = risico op foute deling Beschermingsmechanismen in maligne cellen vaak defect
59
Mutatie
60
Selectie R R R CT CT R R R R R R R CT R R R R CT R R R R R R R R R R R
61
Selectie Inductie van resistentie verklaring voor beperkte cure-rate door cytostatica Resistentie voor 1 cytostaticum ook vaak voor andere (kruisresistentie)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.