De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Structuurveranderingen van stoffen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Structuurveranderingen van stoffen"— Transcript van de presentatie:

1 Structuurveranderingen van stoffen
Moleculen veranderen niet van samenstelling

2 Stoffen kunnen van structuur veranderen
Structuurveranderingen van stoffen waarbij de moleculen niet van samenstelling veranderen. Vb. ijs, water en waterdamp zijn opgebouwd uit waterdeeltjes. Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel Uitzetten en krimpen Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel Structuurveranderingen van stoffen waarbij de moleculen wel van samenstelling veranderen = stofomzetting. Vb. hout verandert in as en gassen na verbranding.

3 Aggregatietoestanden en deeltjesmodel
Vaste stoffen Eigen vorm; Eigen volume;  Grote cohesiekrachten. Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel Vloeistoffen Geen eigen vorm; Eigen volume;  Kleine cohesiekrachten. Uitzetten en krimpen Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel Gassen Geen eigen vorm; Geen eigen volume;  Uiterst geringe cohesiekrachten. Cohesiekrachten: aantrekkingskrachten tussen gelijksoortige moleculen.

4 Uitzetten en krimpen van stoffen
Vaste stoffen Opwarming  uitzetten; Afkoeling  inkrimpen. Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel Vloeistoffen Opwarming  uitzetten; Afkoeling  inkrimpen. Uitzetten en krimpen Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel Gassen Opwarming  uitzetten; Afkoeling  inkrimpen. Verklaring met deeltjesmodel

5 Welke faseovergangen kunnen we onderscheiden?
SMELTEN: vaste toestand  vloeibare toestand STOLLEN: vloeibare toestand  vaste toestand Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel Uitzetten en krimpen VERDAMPEN: vloeibare toestand  gasvormige toestand CONDENSEREN: gasvormige toestand  vloeibare toestand Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel SUBLIMEREN: vaste toestand  gasvormige toestand DESUBLIMEREN: gasvormige toestand  vaste toestand

6 Faseovergangen en deeltjesmodel
Faseovergangen  warmte-uitwisselingen: Smelten, verdampen, sublimeren: opnemen van warmte uit de omgeving; Stollen, condenseren, desublimeren: afgeven van warmte aan de omgeving. Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel Uitzetten en krimpen Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel

7 Moleculen veranderen niet van samenstelling bij het smelten van ijs.

8 Moleculen veranderen van samenstelling bij het verbranden van hout.

9 Deeltjesmodel vloeistof
Deeltjesmodel vaste stof Deeltjesmodel gas

10 Uitzettingsvoeg tussen spoorstaven om de uitzetting en inkrimping op te vangen tijdens de seizoenen.
Uitzettingsvoeg op een brug om de uitzetting en inkrimping op te vangen tijdens de seizoenen. Zware blokken spannen de draden van de bovenleiding van treinen op bij uitzetting en inkrimping.

11 Kwik zet uit bij temperatuursstijging en krimpt in bij temperatuursverlaging.
(koortsthermometer) Alcohol zet uit bij temperatuursstijging en krimpt in bij temperatuursverlaging. (alcoholthermometer)

12 Opgeblazen ballon bij kamertemperatuur
Opgeblazen ballon even in de diepvriezer

13 Schematische voorstelling van uitzetting en inkrimping van een vloeistof
Opwarming van stoffen  moleculen nemen energie op  moleculen gaan verder uit elkaar. Afkoeling van stoffen  moleculen geven energie af  moleculen gaan naar elkaar toe.

14 Smelten: volumevermeerdering van de stof.
Bij voldoende afkoeling wordt water ijs. (stollen) Kaarsvet wordt vloeibaar. (smelten) Smelten: volumevermeerdering van de stof. Stollen: volumevermindering van de stof. Water = uitzondering: - smelten: volumevermindering; - stollen: volumevermeerdering.

15 Verdampingsnelheid neemt toe bij: Temperatuursstijging;
Waterdamp boven hete drank (verdampen) Waterdamp koelt af op koude ruit tot waterdruppels. (condenseren) Verdampingsnelheid neemt toe bij: Temperatuursstijging; Vergroting van het vloeistofoppervlak; Luchtstroming boven het vloeistofoppervlak.

16 Waterdamp uit de lucht wordt ijs zonder de vloeistoffase
Waterdamp uit de lucht wordt ijs zonder de vloeistoffase. (desublimeren) Dijoodkorrels worden paarse dijooddamp. (sublimeren)

17 Faseovergangen volgens het deeltjesmodel (schematisch)


Download ppt "Structuurveranderingen van stoffen"

Verwante presentaties


Ads door Google