De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

‘Het nieuwe examenprogramma: ervaringen uit het klaslokaal’

Verwante presentaties


Presentatie over: "‘Het nieuwe examenprogramma: ervaringen uit het klaslokaal’"— Transcript van de presentatie:

1 ‘Het nieuwe examenprogramma: ervaringen uit het klaslokaal’
Niels HoendervaNGER Docent maatschappijwetenschappen Stedelijk Gymnasium Nijmegen

2 Overzicht van de onderdelen in de lezing
didactiek van de hoofd –en kernconcepten werken vanuit de contexten of juist de concepten een voorbeeld van de aanpak op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen ‘Inleiding sociologie & politicologie’ welke problemen kwamen we tegen? interessante nieuwe eindtermen uit de contexten een voorbeeld uit de context ‘Machtsverhoudingen in de wereld’

3 Overzicht van de onderdelen in de lezing
analyseren met hoofd –en kernconcepten hogere denkvaardigheden operationaliseren van de kernconcepten problematiseren van kernconcepten en koppelen aan sociaal wetenschappelijke kernvragen toetsing van domein A hoofd –en kernconcepten enkele voorbeelden van toetsvragen enkele problemen die we tegen komen Met dank aan het SLO (Lieke Meijs), de pilotdocenten Havo en VWO, collega’s op school, CITO, schrijversgroep SLO en velen aan wie materiaal een voorbeelden ontleend zijn..

4 En zelf weer inlezen … sociologie
En deze even niet →

5 Of zo … politicologie

6 Het nieuwe eindexamenprogramma: de concept context benadering
nieuw: concept-context benadering kernconcepten: kenmerkend voor het vak, structureren kennis, zijn duurzaam, krijgen in meerdere contexten betekenis hoofdconcepten (vorming, verhouding, binding en verandering) vormen de basis van domeinen en verbinden politicologische en sociologische kernconcepten

7 Andere vwo contexten dan havo
hoofdconcepten Havo context Vwo context vorming B: Samenlevings- vormen B: Religie verhouding C: Maatschappelijke verschillen C: Machtsverhoudingen in de wereld binding D: Veiligheid D: Natievorming en de rol van de staat verandering E: Media E: De wording van de moderne westerse samenleving

8 Domeinen voor centraal examen en voor het schoolexamen
SE havo Domein A B: Samenlevingsvormen C: Maatschappelijke ver-schillen D: Veiligheid E: Media F: Analyse van een sociale actualiteit of: G: Analyse van een politieke actualiteit vwo C: Machtsverhoudingen in de wereld D: Natievorming en rol van de staat E: Wording van de moderne westerse samenleving B: Religie F: Analyse van een sociale actualiteit

9 Overzicht van hoofdconcepten en kernconcepten
SOCIOLOGIE Samenleving/maatschappij KERNCONCEPTEN POLITICOLOGIE Politiek/bestuur/staat Vorming Socialisatie/acculturatie Identiteit Cultuur Politieke socialisatie Ideologie Verhouding Sociale gelijkheid / sociale ongelijkheid Macht/gezag Conflict/samenwerking Binding Sociale cohesie Sociale instituties Groepsvorming Politieke instituties Representatie/ representativiteit Verandering Modernisering Individualisering Institutionalisering Democratisering Staatsvorming Globalisering

10 Vanuit hoofd –en kernconcepten of context?
* Wat als je vertrekt vanuit de hoofd –en kernconcepten? Dan zoom je in op de bouwstenen van het nieuwe programma +/- bijvoorbeeld: complex omdat er veel hoofd –en kernconcepten ineens langskomen * Wat als je vertrek vanuit de context(en)? dan zoom je in op een toepassingsgebied +/- bijvoorbeeld: leerlingen missen de overstijgende visie op hoofd –en kernconcepten

11 Didactiek van de concept-context benadering
goede ervaringen met een ‘Inleiding in de sociologie’ op basis van → Inmiddels aangepast tot een ‘Inleiding in de sociologie & politicologie’ nu op basis van →

12 Uit: ‘Inleiding Sociologie & Politicologie’
(…) Met behulp van één krantenartikel per kernconcept laat je zien dat het begrip een rol speelt in actuele vraagstukken. Maak per artikel steeds vijf vragen waarmee je je publiek laat ontdekken welke rol het kernconcept in het vraagstuk speelt. Denk aan kennisvragen (begrippen, namen) of inzichtvragen (waarom, leg uit). Op basis van een TV fragment laat je zien hoe het kernconcept in de actualiteit terug te zien is.

13 Leerlingen aan de slag voorbeeld van een presentatie van leerlingen (3 min) hun keuze voor krantenartikelen en TV-fragmenten Presentaties van leerlingen minuut 07.25

14 Aandachtspunten mooie presentaties van leerlingen, dat stemt tevreden
maar ook aandachtspunten … de leerlingen kiezen een krantenartikel over de Efteling, dat jaar weer veruit het populairste uitje van Nederland, met 4,1 miljoen bezoekers Uitspraak van de leerlingen: ‘de Efteling is een socialisator en er vindt socialisatie plaats omdat er overgebracht wordt dat de Efteling leuk is’

15 Aandachtspunten En verderop over acculturatie:
‘Cola drinken is acculturatie, net als een maatpak dragen in China’ vergelijk definities: ‘acculturatie is het overnemen van delen van een andere cultuur dan die waarin iemand is opgegroeid’ diepgang geven aan kernconcepten en problematiseren aandacht voor: micro, meso en macro niveau

16 Interessante nieuwe eindtermen uit de contexten
uit: VWO domein C Verhouding – context ‘Machtsverhouding in de wereld’ Leerlingen moeten het gedrag van nationale staten ten opzichte van elkaar met behulp van theorieën verklaren Het gaat hier dan om: realistische theorieën, liberale theorieën, Marxistische theorieën, sociaal-constructivistische theorieën en politiek-psychologische theorieën

17 Informatie voor de leerlingen
Bron: NRC

18

19 Vragen bij de casus Noord-Korea
1) Hoe bekijken de verschillende theorieën [ter verklaring van het gedrag van nationale staten] de casus Noord Korea? Leg uit. 2) Van welke theorie gaat Noord-Korea eigenlijk zelf uit? 3) In de benadering van de VS van Noord-Korea als dreiging zie je ook een bepaalde theorie terug. Welke? Bewijs met voorbeelden.

20 Politiek-psychologische theorie?

21 Analyseren met hoofd –en kernconcepten
hogere denkvaardigheden (begrijpen, analyseren, evalueren) operationaliseren van de kernconcepten met indicatoren problematiseren van kernconcepten en koppelen aan sociaal wetenschappelijke kernvragen

22

23 definitie van sociale ongelijkheid
‘er is sprake van sociale ongelijkheid | wanneer verschillen tussen mensen| in al dan niet aangeboren kenmerken | consequentie hebben voor hun maatschappelijke positie | en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken | en een ongelijke waardering en behandeling’

24

25 Domein A Vaardigheden A2.1. Verbanden aangeven tussen de verschillende kernconcepten A2.2. De hoofdconcepten (vorming, verhouding, binding en verandering) en bijbehorende sociologische en politicologische kernconcepten toepassen in gegeven of zelfgekozen contexten A2.3 Sociologische en politicologische benaderingen betreffende de hoofdconcepten toelichten en vergelijken A2.4 Zelfstandig de transfer van kernconcepten van de ene naar de andere context uitvoeren [uit: werkversie syllabus maatschappijwetenschappen VWO voor de pilotscholen: domein A2 de concept/context benadering]

26 [bron: NRC ]

27 Bekijk je de centrale stelling van het artikel nu eens vanuit het hoofdconcept ‘verhouding’, dan vindt de auteur dat sociale ongelijkheid een risico kan worden. Er is namelijk sprake van sociale ongelijkheid wanneer verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken en een ongelijke waardering en behandeling. De ene burger vindt het misschien fijn om verzorgd te worden door zijn naasten, de ander vindt dit juist helemaal niets. Zo ontstaan er sociale ongelijkheden waardoor een groep benadeeld wordt. [bron: een goede leerling klas 5]

28 ‘De overheid weet wat ze wil: burgers moeten veel meer voor elkaar gaan doen. Dit staat niet ter discussie. Maar burgers moeten het voelen alsof ze dit uit eigen beweging doen. Immers, ze moeten zélf veel gaan doen. De overheid moet dus wel op het gevoel spelen. Mensen moeten zich moreel verplicht gaan voelen om nieuwe zorgtaken op zich te nemen. Voelen is immers een voorwaarde voor doen.’ Dit citaat koppelen we aan het kernconcept sociale cohesie: ‘De mate en kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn en samen iets te beleven, het gevoel lid te zijn van een gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars lot, in het bijzonder elkaars welzijn, en de mate waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen.’

29 Voorbeelden van toetsvragen
In de fragiele of falende staten functioneren de door het westen geïntroduceerde politieke instituties niet of gebrekkig. – Kies van tabel 1 twee indicatoren waaruit kan worden afgeleid dat politieke instituties niet of gebrekkig functioneren in een fragiele staat. – Geef per indicator een voorbeeld van een politieke institutie die ontbreekt of niet goed functioneert in Somalië en – Leg uit wat het ontbreken/disfunctioneren van deze politieke institutie te maken heeft met de hoge score van Somalië op deze indicator.

30 De twaalf indicatoren zijn:
1 Toename van demografische druk: bijvoorbeeld gebrek aan bescherming door ziekte, natuurrampen, ondervoeding of vervuiling, gepaard gaande met bevolkingsgroei en een hoog sterftecijfer; 2 Massale binnenlandse beweging van vluchtelingen en ontheemden; 3 Aanwezigheid van wraak zoekende groepen; 4 Het chronisch en langdurig vluchten van mensen uit het land; 5 Ongelijke economische ontwikkeling; 6 Armoede en/of ernstige economische teruggang; 7 Criminalisering van de staat of onwettigheid van de staat; 8 Progressieve verslechtering van de openbare diensten; 9 Wijdverbreide schending van de mensenrechten en wetten; 10 Veiligheidsapparaat dat fungeert als ‘staat binnen een staat’; 11 De bestuurlijke elites van het land raken in toenemende mate onderling verdeeld; 12 Tussenkomst van andere staten.

31 Voorbeelden toetsvragen
Schrijf een voorstel aan de informateurs van het aanstaande kabinet waarin je pleit voor of tegen het instellen van een quotum voor het aantal lager opgeleide volksvertegenwoordigers. (6p) Onderbouw je voorstel met twee argumenten. Verwerk in je voorstel de gevolgen voor de sociale cohesie en laat zien dat je de definitie van sociale cohesie beheerst door minstens twee aspecten van deze definitie te verwerken in je voorstel. Gebruik ongeveer 100 tot 150 woorden.

32 Vragen?

33 Meer weten over de pilot?
Veel informatie over de pilot op Voortgang en achtergrondinformatie in het vakblad Maatschappij en Politiek NVLM Docentendag 2014 twee workshops Pilot onder leiding van het SLO nascholingsprogramma vanaf door SLO en vakdidactici – programma bekend op de docentendag op komst: speciale site van het SLO over de pilot


Download ppt "‘Het nieuwe examenprogramma: ervaringen uit het klaslokaal’"

Verwante presentaties


Ads door Google