Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdLeen Brouwer Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Werkcollege differentiële psychologie
2
Praktische afspraken Lees document op Toledo, onder Cursusinformatie
Wisselen van werkcollege niet mogelijk!!! Indien wettig afwezig: individuele taak (briefje binnenbrengen en afspraak maken bij Ellen Delvaux, PSI 03.13, spreekuur op vrijdag 13u-14u) Indien onwettig afwezig: 0/1 voor het betreffende werkcollege
3
Verloop van de werkcolleges
Correlaties Factoranalyse Interactionistische visie in de differentiële psychologie In elk werkcollege behandelen we een stuk theorie, maken we een aantal oefeningen en op het einde krijgen jullie een opdracht. Deze opdracht telt telkens mee voor 1 punt op het eindtotaal
4
Werkcollege differentiële psychologie
Correlaties
5
Overzicht werkcollege
Interpretatie correlaties Herhaling Oefening Soorten correlaties Opdracht
6
Interpretatie correlaties Definitie
De correlatie drukt het verband uit tussen verschillen op vlak van 1 variabele met verschillen op vlak van een tweede variabele
7
Interpretatie correlaties Positief verband
Als r > 0 dan positief verband = positieve correlatie = positieve samenhang Hoge/lage score op de ene variabele/voor de ene persoon/in de ene situatie hangt samen met hoge/lage score op de andere variabele/voor de andere persoon/in de andere situatie
8
Interpretatie correlaties Positief verband
Hoog Laag Laag Hoog
9
Interpretatie correlaties Positief verband
Score op examen (/20) Evaluatie docent (/10) Sam 12 7 Lena 8 4 Oliver 15 Vincent 14 9 Bo 5 Ilse 6 Geert 17 Sofie 3 Evelien 11 Anna
10
Interpretatie correlaties Positief verband
11
Interpretatie correlaties Negatief verband
Als r < 0 dan negatief verband = negatieve correlatie = negatieve samenhang Hoge score op de ene variabele/voor de ene persoon/in de ene situatie hangt samen met lage score op de andere variabele/voor de andere persoon/in de andere situatie, en omgekeerd
12
Interpretatie correlaties Negatief verband
Hoog Laag Laag Hoog
13
Interpretatie correlaties Negatief verband
Gemiddelde calorie-inname per dag (over periode van 3 maanden) Gewichtsverlies (in kg) (na 3 maanden) Nadine 1590 6.0 Anke 1680 Tina 1470 6.5 Sofie 2050 2.0 Katja 1800 3.5 Erika 2020 1.0 Mara 1730 5.0 Lotte 1920 2.5 Katrien 1860 Nele 2110 1.5
14
Interpretatie correlaties Negatief verband
15
Interpretatie correlaties Nulverband
Als r ≈ 0 dan nulverband = nulcorrelatie = geen samenhang Score op de ene variabele/voor de ene persoon/in de ene situatie hangt niet samen met score op de andere variabele/voor de andere persoon/in de andere situatie
16
Interpretatie correlaties Nulverband
Hoog Laag Laag Hoog
17
Interpretatie correlaties Nulverband
Lengte (in cm) Intelligentie (score op IQ-test) Roel 182 103 Fien 172 109 Saskia 165 96 Kurt 177 99 Rob 173 114 Andrea 168 108 Kevin 184 93 Natasha 159 95 Bram 169 Laura 175 100
18
Interpretatie correlaties Nulverband
19
Interpretatie correlaties Eigenschappen: -1 ≤ r ≤ 1
Aaaa
20
Interpretatie correlaties Sterkte van het verband
Vuistregel van Cohen |r| < .10: triviaal .10 ≤ |r| < .30: klein verband .30 ≤ |r| < .50: medium verband |r| ≥ .50: sterk verband
21
Interpretatie correlaties Eigenschappen: Niet afhankelijk van het gemiddelde en de standaarddeviatie van de variabelen Lengte (in cm) Gewicht (in kg) 173 65 180 80 157 54 168 58 185 92 M 172.6 69.8 SD 10.9 15.9 r 0.94 Lengte (in inch) Gewicht (in pond) 68.1 143 70.9 176 61.8 118.8 66.1 127.6 72.8 202.4 M 67.9 153.4 SD 4.3 35.1 r 0.94 ≠ ≠ =
22
Interpretatie correlaties Eigenschappen: Drukt enkel lineair verband uit
23
Interpretatie correlaties
Correlatie drukt geen causaliteit uit !!! Samenhang kan in beide richtingen zijn Samenhang kan gevolg zijn van 3e variabele Samenhang kan toevallig zijn Voorbeeld 1: r(Ijsconsumptie, Aantal verdrinkingen) Voorbeeld 2: Homer: Geen beer te zien. De “berenpatrouille” werkt zo te zien geweldig! Lisa: Dat is schijnbaar juist geredeneerd, pa. Homer: Dank je, schat. Lisa: Volgens jouw redenering kan ik beweren dat deze steen tijgers op afstand houdt. Homer: Oh, hoe werk het dan? Lisa: Het werkt niet. Homer: Aha. Lisa: Het is maar een stomme steen. Maar ik zie geen tijgers, jij wel? Homer: Lisa, ik wil je steen kopen.
24
OEFENING
25
1. Soorten correlaties - Gegevenskubus
PERSONEN V A R I A B E L E N S I T U A T I E S / T I J D S T I P P E N
26
1. Soorten correlaties - Gegevenskubus
Vanessa Bv. de mate van kwaadheid die Vanessa voelt wanneer ze met haar kotgenoten kookt Wouter Bv. de mate van ontgoocheling die Emmy ervaart wanneer ze verliest bij een spel Emmy Ontspannen Vriend te laat op afspraak Ontgoocheld Samen koken op kot Kwaad Verliezen bij een spel
27
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
6 3 2 5 4 8 7 9 1 O-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardig patroon van reacties uitlokken in 1 persoon 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
28
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
6 3 2 5 4 8 7 9 1 O-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardig patroon van reacties uitlokken in 1 persoon Bv. 1: r(Vriend te laat op afspraak, Verliezen bij een spel) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
29
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
O-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardig patroon van reacties uitlokken in 1 persoon Bv. 1: r(Vriend te laat op afspraak, Verliezen bij een spel) Wouter Vriend te laat op afspraak Verliezen bij een spel Ontspannen 3 2 Ontgoocheld 6 5 Kwaad 8 7 Enthousiast = Positieve correlatie
30
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
6 3 2 5 4 8 7 9 1 O-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardig patroon van reacties uitlokken in 1 persoon Bv. 2: r(Vriend te laat op afspraak, Samen koken op kot) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
31
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
O-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardig patroon van reacties uitlokken in 1 persoon Bv. 2: r(Vriend te laat op afspraak, Samen koken op kot) Wouter Vriend te laat op afspraak Samen koken op kot Ontspannen 3 8 Ontgoocheld 6 4 Kwaad Enthousiast 7 = Negatieve correlatie
32
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
6 3 2 5 4 8 7 9 1 O-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardig patroon van reacties uitlokken in 1 persoon Bv. 3: r(Naar de fakbar gaan, Verliezen bij een spel) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
33
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
O-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardig patroon van reacties uitlokken in 1 persoon Bv. 3: r(Naar de fakbar gaan, Verliezen bij een spel) Wouter Naar de fakbar gaan Verliezen bij een spel Ontspannen 1 2 Ontgoocheld 5 Kwaad 7 Enthousiast 4 3 = Nulcorrelatie
34
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
6 3 2 5 4 8 7 9 1 P-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties bij 1 persoon gelijklopen over verschillende situaties heen 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
35
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
6 3 2 5 4 8 7 9 1 P-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties bij 1 persoon gelijklopen over verschillende situaties heen Bv. 1: r(Kwaad, Ontgoocheld) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
36
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
P-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties bij 1 persoon gelijklopen over verschillende situaties heen Bv. 1: r(Kwaad, Ontgoocheld) Wouter Kwaad Ontgoocheld Vriend te laat op afspraak 6 8 Samen koken op kot 2 1 Verliezen bij een spel 7 Naar de fakbar gaan = Positieve correlatie
37
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
6 3 2 5 4 8 7 9 1 P-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties bij 1 persoon gelijklopen over verschillende situaties heen Bv. 2: r(Kwaad, Ontspannen) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
38
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
P-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties bij 1 persoon gelijklopen over verschillende situaties heen Bv. 2: r(Kwaad, Ontspannen) Wouter Kwaad Ontspannen Vriend te laat op afspraak 6 4 Samen koken op kot 2 7 Verliezen bij een spel 8 3 Naar de fakbar gaan = Negatieve correlatie
39
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
6 3 2 5 4 8 7 9 1 P-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties bij 1 persoon gelijklopen over verschillende situaties heen Bv. 3: r(Enthousiast, Ontspannen) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
40
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 persoon
P-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties bij 1 persoon gelijklopen over verschillende situaties heen Bv. 3: r(Enthousiast, Ontspannen) Wouter Enthousiast Ontspannen Vriend te laat op afspraak 3 4 Samen koken op kot 6 9 Verliezen bij een spel 5 Naar de fakbar gaan 7 2 = Nulcorrelatie
41
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
6 3 2 5 4 8 7 9 1 Q-correlatie = mate waarin 2 personen een gelijkaardig patroon van reacties vertonen in 1 situatie 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
42
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
6 3 2 5 4 8 7 9 1 Q-correlatie = mate waarin 2 personen een gelijkaardig patroon van reacties vertonen in 1 situatie Bv. 1: r(Vanessa, Wouter) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
43
= Positieve correlatie
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip Q-correlatie = mate waarin 2 personen een gelijkaardig patroon van reacties vertonen in 1 situatie Bv. 1: r(Vanessa, Wouter) Naar de fakbar gaan Vanessa Wouter Ontspannen 6 8 Ontgoocheld 3 1 Kwaad 2 Enthousiast 5 7 = Positieve correlatie
44
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
6 3 2 5 4 8 7 9 1 Q-correlatie = mate waarin 2 personen een gelijkaardig patroon van reacties vertonen in 1 situatie Bv. 2: r(Vanessa, Jonas) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
45
= Negatieve correlatie
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip Q-correlatie = mate waarin 2 personen een gelijkaardig patroon van reacties vertonen in 1 situatie Bv. 2: r(Vanessa, Jonas) Naar de fakbar gaan Vanessa Jonas Ontspannen 6 4 Ontgoocheld 3 5 Kwaad 2 Enthousiast = Negatieve correlatie
46
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
6 3 2 5 4 8 7 9 1 Q-correlatie = mate waarin 2 personen een gelijkaardig patroon van reacties vertonen in 1 situatie Bv. 3: r(Vanessa, Emmy) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
47
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
Q-correlatie = mate waarin 2 personen een gelijkaardig patroon van reacties vertonen in 1 situatie Bv. 3: r(Vanessa, Emmy) Naar de fakbar gaan Vanessa Emmy Ontspannen 6 2 Ontgoocheld 3 Kwaad 5 Enthousiast 8 = Nulcorrelatie
48
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
6 3 2 5 4 8 7 9 1 R-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties gelijkaardige patronen vertonen over personen in 1 situatie 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
49
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
6 3 2 5 4 8 7 9 1 R-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties gelijkaardige patronen vertonen over personen in 1 situatie Bv. 1: r(Ontgoocheld, Kwaad) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
50
= Positieve correlatie
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip R-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties gelijkaardige patronen vertonen over personen in 1 situatie Bv. 1: r(Ontgoocheld, Kwaad) Naar de fakbar gaan Ontgoocheld Kwaad Vanessa 3 2 Wouter 1 Emmy 5 Jonas 6 = Positieve correlatie
51
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
6 3 2 5 4 8 7 9 1 R-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties gelijkaardige patronen vertonen over personen in 1 situatie Bv. 2: r(Ontspannen, Kwaad) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
52
= Negatieve correlatie
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip R-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties gelijkaardige patronen vertonen over personen in 1 situatie Bv. 2: r(Ontspannen, Kwaad) Naar de fakbar gaan Ontspannen Kwaad Vanessa 6 2 Wouter 8 1 Emmy 5 Jonas 4 = Negatieve correlatie
53
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
6 3 2 5 4 8 7 9 1 R-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties gelijkaardige patronen vertonen over personen in 1 situatie Bv. 3: r(Ontspannen, Enthousiast) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
54
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 situatie/tijdstip
R-correlatie = mate waarin 2 soorten reacties gelijkaardige patronen vertonen over personen in 1 situatie Bv. : r(Ontspannen, Enthousiast) Naar de fakbar gaan Ontspannen Enthousiast Vanessa 6 5 Wouter 8 7 Emmy 2 Jonas 4 3 = Nulcorrelatie
55
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen voor 1 variabele/reactie
6 3 2 5 4 8 7 9 1 S-correlatie = mate waarin 2 personen gelijkaardige patronen vertonen in hun reactie op verschillende situaties 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
56
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen voor 1 variabele/reactie
6 3 2 5 4 8 7 9 1 S-correlatie = mate waarin 2 personen gelijkaardige patronen vertonen in hun reactie op verschillende situaties Bv. 1: r(Vanessa, Wouter) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
57
= Positieve correlatie
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 variabele/reactie S-correlatie = mate waarin 2 personen gelijkaardige patronen vertonen in hun reactie op verschillende situaties Bv. 1: r(Vanessa, Wouter) Kwaad Vanessa Wouter Vriend te laat op afspraak 8 6 Samen koken op kot 3 Verliezen bij een spel 7 Naar de fakbar gaan 2 1 = Positieve correlatie
58
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen voor 1 variabele/reactie
6 3 2 5 4 8 7 9 1 S-correlatie = mate waarin 2 personen gelijkaardige patronen vertonen in hun reactie op verschillende situaties Bv. 2: r(Vanessa, Jonas) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
59
= Negatieve correlatie
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 variabele/reactie S-correlatie = mate waarin 2 personen gelijkaardige patronen vertonen in hun reactie op verschillende situaties Bv. 2: r(Vanessa, Jonas) Kwaad Vanessa Jonas Vriend te laat op afspraak 8 1 Samen koken op kot 3 Verliezen bij een spel 2 Naar de fakbar gaan 5 = Negatieve correlatie
60
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen voor 1 variabele/reactie
6 3 2 5 4 8 7 9 1 S-correlatie = mate waarin 2 personen gelijkaardige patronen vertonen in hun reactie op verschillende situaties Bv. 3: r(Emmy, Jonas) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
61
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 variabele/reactie
S-correlatie = mate waarin 2 personen gelijkaardige patronen vertonen in hun reactie op verschillende situaties Bv. 3: r(Emmy, Jonas) Kwaad Emmy Jonas Vriend te laat op afspraak 2 1 Samen koken op kot 7 3 Verliezen bij een spel 6 Naar de fakbar gaan 5 = Nulcorrelatie
62
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen voor 1 variabele/reactie
6 3 2 5 4 8 7 9 1 T-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardige reactie uitlokken bij verschillende personen 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
63
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen voor 1 variabele/reactie
6 3 2 5 4 8 7 9 1 T-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardige reactie uitlokken bij verschillende personen Bv. 1: r(Vriend te laat op afspraak, Verliezen bij een spel) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
64
= Positieve correlatie
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 variabele/reactie T-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardige reactie uitlokken bij verschillende personen Bv. 1: r(Vriend te laat op afspraak, Verliezen bij een spel) Kwaad Vriend te laat op afspraak Verliezen bij een spel Vanessa 8 Wouter 6 7 Emmy 2 Jonas 1 = Positieve correlatie
65
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen voor 1 variabele/reactie
6 3 2 5 4 8 7 9 1 T-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardige reactie uitlokken bij verschillende personen Bv. 2: r(Verliezen bij een spel, Naar de fakbar gaan) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
66
= Negatieve correlatie
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 variabele/reactie T-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardige reactie uitlokken bij verschillende personen Bv. 2: r(Verliezen bij een spel, Naar de fakbar gaan) Kwaad Verliezen bij een spel Naar de fakbar gaan Vanessa 8 2 Wouter 7 1 Emmy 6 3 Jonas 5 = Negatieve correlatie
67
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen voor 1 variabele/reactie
6 3 2 5 4 8 7 9 1 T-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardige reactie uitlokken bij verschillende personen Bv. 3: r(Samen koken op kot, Verliezen bij een spel) 2 4 8 1 6 3 9 5 8 3 7 4 6 9 5 1 3 7 8 2 4 6 5 1 Vanessa Naar de fakbar gaan Wouter Verliezen bij een spel Emmy Samen koken op kot Jonas Vriend te laat op afspraak Kwaad Ontspannen Ontgoocheld Enthousiast
68
Soorten correlaties Correlaties tussen gegevens bekomen bij 1 variabele/reactie
T-correlatie = mate waarin 2 situaties een gelijkaardige reactie uitlokken bij verschillende personen Bv. 3: r(Samen koken op kot, Verliezen bij een spel) Kwaad Samen koken op kot Verliezen bij een spel Vanessa 3 8 Wouter 7 Emmy 6 Jonas 2 = Nulcorrelatie
69
OEFENING
70
OPDRACHT
71
Werkcollege 2 Meebrengen: Formularium factoranalyse Rekenmachine
1 factor/ 2 factoren Orthogonale rotatie/oblieke rotatie Rekenmachine Ruitjespapier
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.