Welkom in het Lopen Springen Lachen Rijden Braden Gebeuren Schrijven Laden Snijden Antwoorden Slapen Dansen INFINITIEVEN (ik kan…)

Presentatie over: "Welkom in het Lopen Springen Lachen Rijden Braden Gebeuren Schrijven Laden Snijden Antwoorden Slapen Dansen INFINITIEVEN (ik kan…)"— Transcript van de presentatie:

1 Welkom in het Lopen Springen Lachen Rijden Braden Gebeuren Schrijven Laden Snijden Antwoorden Slapen Dansen INFINITIEVEN (ik kan…)

2 stammenbos tijdenbos Loop, spring, rijd T.T/V.T/V.D

3 Het stammenbos

4 IK ben de stam Spelen = ik speel Lopen = ik loop Kijken = ik kijk Voelen = ik voel Lijden = ik lijd Snijden = ik snijd Spelen Lopen Kijken Voelen Lijden Snijden Het stammenbos

5 liegenplantenleidenbraden springenlachenrijdenzich verbranden (ik) lieg(ik) plant(ik) leid(ik) braad (ik) spring(ik) lach(ik) rijd(ik) verbrand (mij)

6 Het tijdenbos Huidig bosVroeger bos Heel lang geleden bos

7 Huidig bos (Tegenwoordige tijd) Liegen Planten Leiden Braden Springen Lachen Rijden Zich verbranden Jij/hij/zij/de man/ het kind/ u liegt/plant-/leidt/braadt/ springt/lacht/rijdt/ verbrandt ik Lieg Plant Leid Braad Spring Lach Rijd Verbrand mij Jij/je Tip : smurfen

8 Vroegere bos (verleden tijd) e e e e ee Plant-te Lacht-te Leid-de Braad-de Sprong Reed loog

9 Heel lang geleden bos (voltooid deelwoord) De houthakker is geweest en heeft het bos omgehakt en heeft daar lang aan gewerkt! e ee Ik heb geplant--- Zij heeft geleid--- Het is gebeurd--- Gelogen Gesprongen gereden e

10 Het nieuw aangeplante bos Het nieuwe bos Het mooie paden Het groene blad De jonge bomen Het vernieuwde bos De opgeruimde paden De gekleurde bladeren De geplante bomen