Download de presentatie
1
Verbos/werkwoorden
2
Hoy (vandaag) Verbos: -ar, -ir en -er Practicar los verbos
Leer y reconocer los verbos Los deberes (huiswerk, pagina 22 t/m 28) 17 februari (toets over geleerde) Horom 3 herhaling getallen en tijdsaanduiding (pagina ) tekstboek.
3
-ar Ik trabajo Jij trabajas Hij/zij/het/u trabaja Wij trabajamos
Jullie trabajáis Zij /u meervoud trabajan
4
Voorbeelden werkwoorden op -ar
Estudiar: studeren Escuchar: luisteren Trabajar: werken Hablar: spreken Cantar: zingen Oefening woorden op –ar (werkblad)
5
-ir Ik vivo Jij vives Hij/zij/het/u vive Wij vivimos Jullie vivís
Zij/u meervoud viven
6
Voorbeelden werkwoorden op -ir
Abrir: openen Prohibir: verbieden Escribir: schrijven Decidir: beslissen Recibir: ontvangen Oefening werkwoorden op –ir (werkblad)
7
-er Ik como Jij comes Hij/zij/het/u come Wij comemos Jullie comeís
Zij /u meervoud comen
8
Voorbeelden werkwoorden op -er
Aprender (leren) Vender (kopen) Oefening werkwoorden werkblad
9
Overzicht uitgangen UITGANGEN -ar(trabajar) -ir(vivir) -er (comer)
Ik -o -o -o Jij -as -es -es hij -a -e -e Wij -amos -imos -emos Zij -áis -ís -éis Jullie -an -en -en
10
oefening vervoegingen
11
Onregelmatige werkwoorden ser en tener
Zie pagina 28 (samenvatting unidad 2 ) onderaan voor vervoegingen.
12
Tener (hebben) Ser (zijn)
Tener Ser Tengo Soy Tienes Eres Tiene Es Tenemos Somos Tenéis Sois Tienen Son
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.