Download de presentatie
1
Frequentie en trillingstijd
GELUID Frequentie en trillingstijd Aan het einde van de les moet je in staat zijn om: te verklaren wat frequentie is; te verklaren wat trillingstijd is; te rekenen met deze begrippen. Kernwoorden: (Kun je bedenken wat ze betekenen?) Medium; geluidssnelheid. Schrijf definities en kernwoorden op Onderstreep de titel en kernwoorden. Ing. W.T.N.G. Tomassen Bronnen: / /
2
Frequentie en geluidssterkte
Frequentie: hoog of laag Geluidssterkte: hard of zacht Copy then hand out white boards for the following quiz type slides.
3
Frequentie geluidssterkte
Copy then hand out white boards for the following quiz type slides.
4
Lage frequentie lage toon Hoge frequentie hoge toon
GELUID Lage frequentie lage toon Hoge frequentie hoge toon Copy then hand out white boards for the following quiz type slides.
5
GELUID - sterkte Rockconcert Muis Onweer Spinnende kat
6
Frequentie f in Hz Trillingstijd T in s Geluidssterkte L in dB
GELUID - Snelheid Frequentie f in Hz Aantal trillingen in één seconde Trillingstijd T in s De tijd van één trilling Geluidssterkte L in dB Hoe hard het geluid klinkt. Wordt bepaald door de amplitude. (Max. uitwijking ten opzichte van de evenwichtsstand)
7
Amplitude, Periode en Trillingstijd
Trillingtijd of periodetijd: de tijd van een trilling T in s
8
DE GITAAR lengte en geluidsterkte
04/04/2017
9
Frequentie hangt af van:
GELUID Frequentie hangt af van: De lengte van een snaar of luchtkolom: Frequentie: hoog of laag Geluidsterkte: hard of zacht Copy then hand out white boards for the following quiz type slides. Viool Hoge tonen Gitaar Middeltonen Contrabas Lage tonen
10
Frequentie hangt af van:
04/04/2017 Frequentie hangt af van: De spanning van een snaar: Losser =>lagere toon. strakker => een hogere toon.
11
Frequentie hangt af van:
04/04/2017 Frequentie hangt af van: Dikkere snaar: lage toon Dunnere snaar: hoge toon
12
DE STEMVORK 04/04/2017
13
FREQUENTIE EN AMPLITUDE
Recap of what happens when you vary the parameters.
14
Zet op de juiste plek!!! Zet de juiste omschrijving bij de juiste oscilloscoop. B C D A 1. Een fluit met een zuivere toon. Quick quiz. 2. Een hondenfluit. 3. Een melkfles die op de grond valt. 4. Een onweersdonder.
15
Zet de volgende woorden op de juiste plek erbij:
GELUID - Snelheid Teken een trilling in je schrift. Zet de volgende woorden op de juiste plek erbij: Frequentie / amplitude / trillingstijd / geluidssterkte.
16
FREQUENTIE Frequentiebereik Frequentiebereik= het gebied waartussen je de frequentie kunt horen. 20Hz – Hz, voor kinderen. 20Hz – Hz, voor ouderen Check out what they can hear at If you dont have a frequency generator at hand.
17
Frequentiebereik Wat hoort bij wat? Gebruik je boek Hond Muis
Vleermuis Walvis Kip 1000Hz tot 91,000Hz 125Hz tot 2,000Hz 67Hz tot 45,000Hz 1000Hz tot 123,000Hz 2000Hz tot 110,000Hz
18
Frequentiebereik Hond 67Hz tot 45,000Hz Muis 1000Hz tot 91,000Hz
Vleermuis 2000Hz tot 110,000Hz Walvis 1000Hz tot 123,000Hz Kip 125Hz tot 2,000Hz
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.