Download de presentatie
GepubliceerdAlfons Aalderink Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Minimal Residual Disease bepaling bij CLL
Waarom zou je het doen? Hoe zou het kunnen?
2
Overleving na Eerstelijn behandeling met chemotherapie met / zonder rituximab (anti-CD20)
maanden
3
Overleving na donor (allogene) stamceltransplantatie
4
Waarom werkt allogene stamceltransplantatie ?
Donor T-cel anti-CLL effect Treedt vaak op na verminderen afweeronderdukkende medicatie bij optreden graft-versus-host ziekte na donor lymfocyt infusie (DLI)
5
. Gribben J G et al. Blood 2005;106:4389-4396
©2005 by American Society of Hematology
6
A prospective multi-center phase II study
HOVON 88 CLL Allogeneic stem cell transplantation after reduced intensity conditioning for high-risk relapsed or refractory CLL. A prospective multi-center phase II study
7
drie reeksen vergeleken met kappa/lambda/CD19/CD5
MRD bij CLL drie reeksen vergeleken met kappa/lambda/CD19/CD5 Rawstron, Leukemia 2007
8
werkwijze validatie 7 patiënten casus negen antistof combinaties
nieuwe CLL MRD zonder CLL negen antistof combinaties verstuurd naar 10 labs in 9 verschillende landen
9
uitkomsten laagste inter-lab variatie en minste vals-positieve uitslagen met: CD20 / CD38 / CD19 / CD5 CD22 / CD81 / CD19 / CD5 CD43 / CD79b / CD19 / CD5
10
waarom niet CD23 ? normale CD5 positieve B cellen zijn ook CD23 positief CD23 komt ook voor op subpopulaties van CD5 negatieve normale B cellen
11
MRD bij CLL CD20, CD38, CD19 en CD5
12
CD20 en CD38 expressie CD20 CD38 rijpere B precursors rijpe B cellen
geactiveerde T cellen geactiveerde B cellen allerlei precursors plasmacellen NK cellen
13
waarom CD20 en CD38 bij MRD ? CD19 gated B precursors
normale rijpe B cellen CLL
14
volstaat deze reeks ? ofwel, onderscheidt CD20 en CD38 expressie CLL cellen altijd van normale rijpe en precursor B cellen ?
15
CD20 soms op (rijpere) B cel precursors
= B cel precurors
16
CD38 soms hoog bij CLL CD19 gated geactiveerde CLL R2 B cel precurors
17
conclusie reeks met CD38 en CD20 volstaat niet in alle gevallen
18
MRD bij CLL CD22, CD81, CD19 en CD5
19
expressie van CD81 en CD22 CD81 CD22 T cellen B cellen
Monocyten (zwak) CD22 voorloper en rijpe B cellen
20
B-cel CD81 en CD22 expressie
CD19 gated CLL
21
MRD met CD22 en CD81 R7 = CLL (moderate CD22)
R8 = CLL (moderate CD22, dim CD81)
22
conclusie reeks met CD22 en CD81 levert in vrijwel alle gevallen bruikbare MRD informatie
23
MRD bij CLL CD79b, CD43, CD19 en CD5
24
expressie van CD79b en CD43 CD79b CD43 precursor B cellen
(m.n. cytoplasmatisch) rijpe B cellen CD43 T cellen geactiveerde B cellen plasmacellen monocyten granulocyten macrofagen
25
MRD met CD79b en CD43 CLL rijp B B cel precursors
26
Conclusie CD79b/CD5/CD43 zelfs bij lage CD5 expressie onderscheidend van normale B cellen
27
Conclusie CD79b/CD5/CD43 zelfs bij lage CD5 expressie onderscheidend van normale B cellen buis niet informatief indien er geen duidelijke populatie met CD5 en CD79b is
28
kunnen normale B cellen (rijp en precursor) CD5 positief zijn ?
op geactiveerde B cellen T
29
kunnen normale B cellen (rijp en precursor) CD5 positief zijn ?
op geactiveerde B cellen op precursors ? (5-7% van de CD19+ cellen in kind BM is CD5+)
30
validatie van deze en andere MRD methodes
141 data files, naar 10 internationale labs alleen normale cellen (n=40) % CLL (n=32) % CLL (n=69) Rawstron, Leukemia 2007
31
validatie 141 data files, naar 10 internationale labs
alleen normale cellen (n=40) % CLL (n=32) % CLL (n=69) inter-operator variabiliteit en fout-positieve metingen ‘t minst bij: CD79b / CD43 CD81 / CD22 CD38 / CD20 Rawstron, Leukemia 2007
32
analyse-SOP verhoogt precisie en verlaagt fout-positieve uitslag
Rawstron, Leukemia 2007
33
flow MRD correleert met Q-PCR boven 0.01%
Rawstron, Leukemia 2007
34
detectie limiet minimaal 0.01% MRD detecteren
die 0.01% moeten minimaal 50 events zijn hoe? minimaal leukocyten meten SOP gebruiken Rawstron, Leukemia 2007
35
Dank voor de aandacht ! CLL or no CLL ?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.