Download de presentatie
1
T6. Erfelijkheid en evolutie
B1. Genotypen en fenotypen B2. Chromosomen en genen B3. Geslachtelijke voortplanting B4. Erfelijkheidsonderzoek B5. De evolutietheorie B6. Argumenten voor de evolutietheorie B7. De geschiedenis van het leven op aarde EB. 8 Geslachtschromosomen EB. 9 Mutaties EB. 10 Biotechnologie V1. Het syndroom van Down V2. Voorbeelden van evolutie V3. Fossielen bekijken en tekenen V4. Leren en werken V5. Ideeën voor een onderzoek V6. Werken met de computer
2
B1. Genotypen en fenotypen
Hoe krijg je nieuw DNA? Chromosomen Bouw DNA De wetten van Mendel Chromosomen van de mens
3
B1. Genotypen en fenotypen
Genotype = erfelijke eigenschap van een kenmerk (bijv. AABBEE = rode ogen, beige lichaamskleur en lange vleugels) Fenotype: Uiterlijke verschijningsvorm. Bijv. bij fruitvliegen de rode ogen (AA), beige lichaamskleur (BB) en lange vleugels (EE)
4
B1. Genotype en fenotype Genotype = AABBCCEE Fenotype = “Wild-uiterlijk” Chromosomen De wetten van Mendel
5
B1. Genotype en fenotype Fenotype = Uiterlijke verschijningsvorm
Enkele termen Fenotype = Uiterlijke verschijningsvorm Bijv. bij fruitvliegen de rode ogen. Genotype = Erfelijke eigenschappen deze van witte ogen. Bijv. RR (dit staat voor rode ogen) R R Fenotype = Genotype x Milieu Animatie inleiding erfelijkheidsleer
6
B2. Chromosomen en genen. Chromosomen Bioplek
De werking en bouw van DNA Bioplek Hoe krijg je meer DNA?
7
B2. Chromosomen en genen. De lichaamscel. Blauw Bruin Heterozygoot Wit
Homozygoot recessief GROOT GROOT Homozygoot dominant
8
B3. Geslachtelijke voortplanting
Hoe ontstaat een één eïege tweeling Meïose Mitose Meïose Mitose
9
B3. Geslachtelijke voortplanting
Verschil lichaamscel en voortplantingscel. Lichaamscel (voorbeelden) Voortplantingscel (voorbeelden) Huidcel Stuifmeelkorrel Bloedcel Zaadcel Bevruchte eicel Enz. Eicel Ontstaan door: Mitose Ontstaan door: Meïose = gewone celdeling = reductiedeling Mitose Bioplek Meiose Bioplek
10
B3. Geslachtelijke voortplanting
Verschil tussen mitose en meiose Mitose = gewone celdeling Meiose = reductiedeling 46 chromosomen = 23 paren 46 chromosomen = 23 paren kopie Doel: Maken van voortplantingscellen Doel: Groei Herstel Mitose Meïose
11
B3. Geslachtelijke voortplanting
Cel van mens/dier/plant Lichaamscel * 23 paar chromosomen * 2n chromosomen = diploïde cel n = soort chromosoom (staafvormig, hoekig enz.) Van elke soort zijn er twee ♀ XX * 22 paren lichaamschromosomen 1 paar geslachtchromosomen ♂ XY
12
B3. Geslachtelijke voortplanting
Cel van mens/dier/plant Voortplantingscel * 23 enkele chromosomen * n chromosomen = haploïde cel = soort chromosoom (staafvorm/hoekig) Van elk soort is er één * 22 lichaamschromosomen 1 geslachtchromosoom ♂ ♀ 1 maal X of 1 maal Y 1 maal X
13
B3. Geslachtelijke voortplanting
• • X • • ♀ ♂ • • • • Kruisingsschema F1 • • • ♂ ♀ 25% 75% Fenotype 1 : 3 Genotype • • X • • ♀ ♂ • • • • F2 = F1 x F1 • • • ♂ 25% 50 % 25% Fenotype 1 : 2 : 1 Genotype ♀ De wetten van Mendel Bioplek
14
B3. Geslachtelijke voortplanting
• • X • • ♀ ♂ • • • • Fenotype Genotype F1 • • • ♂ ♀ • • X • • ♀ ♂ • • • • F2 = F1 x F1 Invullen op kladpapier • • • ♂ Fenotype Genotype ♀ Hulp bij erfelijkheid en DNA
15
B4. Erfelijkheidsonderzoek
Mond Hand Echoscopie 3D, 17 weken. De nieuwste ontwikkeling. Echoscopie 2D, 25 weken.
16
B4. Erfelijkheidsonderzoek
= ………………. Stambomen P F1
17
B5. De evolutietheorie Charles Darwin
Natuurlijke selectie Berkenspanner Bioplek Evolutietheorieën
18
B6. Argumenten voor de evolutietheorie
De vinken van de Galapagoseilanden vormen het opvallendste bewijs voor de evolutietheorie. Ze stammen af van eenzelfde voorouder en lijken sterk op elkaar. De verschillende soorten zijn te onderscheiden aan hun snavels. De snavelvorm is een aanpassing aan het soort voedsel. Bovenaan staan twee zaden etende soorten, met grote sterke snavels. Onderaan staan insectenetende soorten met puntige snavels. Charles Darwin door Midas Dekker
19
B6. Argumenten voor de evolutietheorie
20
B6. Argumenten voor de evolutietheorie
21
B6. Argumenten voor de evolutietheorie
22
B6. Argumenten voor de evolutietheorie
23
B6. Argumenten voor de evolutietheorie
24
B7. De geschiedenis van het leven op aarde
Perm Krijt Jura Carboon Evolutietijdbalk in beeld Onstaan van een fossiel Tip! DVD. Walking with dinosaurs
25
B7. De geschiedenis van het leven op aarde
Fossielen Hoe ontstaat een één eïege tweeling Ontstaan fossielen op verschilende plaatsen (engelse site) Ontstaan fossielen (engelse animatie)
26
B7. De geschiedenis van het leven op aarde
27
B7. De geschiedenis van het leven op aarde
28
B7. De geschiedenis van het leven op aarde
29
B7. De geschiedenis van het leven op aarde
30
EB. 8 Geslachtschromosomen
Mitose Mitose Bioplek Meïose Meiose Bioplek
31
EB. 8 Geslachtschromosomen
Het geslacht wordt op een verschillende manier bepaald bij diverse diersoorten. XY chromosoom
32
Ontstaan van mutaties door UV-straling.
EB. 9 Mutaties Kanker. De aan en uitknop va een cel Teleblik Veroudering kent vele aspecten. Progeriapatiënten komen dicht in de buurt van versnelde normale veroudering, maar niet in alle opzichten. Veroudering is voor delende cellen een ander fenomeen dan voor niet-delende cellen. Progeriapatiënten lijden in principe onder de veroudering van delende cellen. Ontstaan van mutaties door UV-straling.
33
EB. 10 Biotechnologie Biotechnologie houdt zich bezig met de technieken om biologie te gebruiken voor praktische doeleinden en is een heel breed terrein dat zich uitstrekt van kaasmaken tot hightech laboratoriumwerk. Genetische manipulatie klokhuis Dit is biotechnologie
34
V1. Het syndroom van Down Het syndroom van Down of Downsyndroom is een aangeboren afwijking die gepaard gaat met een verstandelijke beperking, typerende uitwendige kenmerken en bepaalde medische problemen, en die veroorzaakt wordt, doordat het erfelijk materiaal van chromosoom 21 in drievoud voorkomt (in plaats van in tweevoud).
35
V2. Voorbeelden van evolutie
36
V3. Fossielen bekijken en tekenen
37
V4. Leren en werken
38
V5. Ideeeën voor onderzoek
39
V6. Werken met de computer
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.