De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hfdst 6: Politieke partijen en partijsystemen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hfdst 6: Politieke partijen en partijsystemen"— Transcript van de presentatie:

1 Hfdst 6: Politieke partijen en partijsystemen
6.1 Oorsprong 6.2 Definitie(s) 6.3 Typologieën 6.4 Partijsystemen De oorsprong van politieke partijen -politieke partijen zijn hoofdrolspelers in de politiek, maar een relatief recent verschijnsel Belangrijkste redenen die hun ontstaan verklaren zijn de politieke omwentelingen in de 19e eeuw: Belangrijkste reden: uitbreiding van cijnskiesrecht naar universeel stemrecht : een verkozenen vertegenwoordigt niet louter enkele notabelen maar een heel groot aantal jiezers en politieke partijen treden op als bemiddelaars tussen kiezers en verkozenen Door het universeel stemrecht worden sociale klassen met een groot aantal leden (landbouwers, arbeiders) belangrijke politieke actoren en ze organiseren zich in politieke partijen Toen er nog geen massale participatie was van de bevolking was aan de politieke porcesses, en enkel enkele rijken konden stemmen, dan waren er ook wel verschillende politieke stromingen en denkbeelden maar géén politieke partijen, die zijn pas ontstaan op het ogenblik dat politieke leiders via verkiezingen aangewezen worden door het merendeel van de bevolking. Het gaat niet meer om enkele verkozenen die enkele kiezers vertegenwoordigenmaar een groter aantal kandidaten die zich verenigen en zich presenteren voor honderd duizenden kiezers. Vb: Toen in 1948 het universeel mannenstemrecht werd ingevoerd in rankrijk vertegenwoorigde een volsvertegenwooridiger niet langer 1000 maar kiezers. Dit grotere aantal van kiezers dat men vertegenwoordigt gaat ervoor zorgen dat de verhouding tussen de kiezer en de verkozene wijzigt, men staat verder af van zijn kiepubliek. De politieke partij, onstaan na de uitbeiding van het stemrecht zorgt dan voor de bemiddeling tussen kiezer en verkozene. Doordat bepaalde sociale klassen die vroeger geen invloed hadden op de politieke belsuitvorming dat nu wel hebben door de uitbreiding van het stemrecht konden zij hun macht van het aantal gebruiken en zich in politieke partijen verenigen die voor hun belangen opkomen. Zo zijn politieke partijen vaak de veruitwenidging van sociale conflicten (tussen werkgevers en werknemers, tussen katholieken en protestanten, tussen minderheidsnationalisten en anderen, tussen stedelingen en plattelandsbewoners, …)

2 De oorsprong van politieke partijen
Politieke partijen zijn hoofdrolspelers in de politiek, maar een relatief recent verschijnsel Belangrijkste redenen die hun ontstaan verklaren zijn de politieke omwentelingen in de 19e eeuw: Uitbreiding van cijnskiesrecht naar universeel stemrecht : een verkozene vertegenwoordigt niet louter enkele notabelen maar een heel groot aantal kiezers; politieke partijen treden op als bemiddelaars tussen kiezers en verkozenen Door het universeel stemrecht worden sociale klassen met een groot aantal leden (landbouwers, arbeiders) belangrijke politieke actoren (macht van het aantal) en ze organiseren zich in politieke partijen

3 6. 2 Hoe een politieke partij definiëren
6.2 Hoe een politieke partij definiëren? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Meest eenvoudige definitie (verband met verkiezingen) : een politieke partij is een organisatie die deelneemt aan (concurentiële) verkiezingen van de politieke machthebbers (G. Sartori) Dus: - als geen vrije verkiezingen, geen politieke partijen? - dus geen politieke partijen in autoritaire regimes? - Als geen deelname aan verkiezingen, geen politieke partij? -zijn alle lijsten die zich presenteren ter gelegenheid van de verkiezingen geïncarneerd in een partij

4 6.3 Typologieën Historische typologieën: indeling op basis van historische ontwikkeling, soort partij per periode in geschiedenis Andere typologieën op basis van organisatie, strategie, ideologie, …

5 Historische typologieën
Maurice Duverger (1951), kaderpartijen vs. massapartijen (pp ) Otto Kirchheimer (1966), the catch-all party of volkspartij (pp ) Katz & Mair (1995), cartel partijen of Koole (1992), de moderne kaderpartij ( ) Partijen veranderen ten gevolge van veranderingen in de samenleving

6 Cartelpartijen door de opkomst van catch-all partijen verkleinden de ideologische verschillen, afname van partijcompetitie Volgens Katz en Mair zijn grote partijen héél nauw met elkaar gaan samenwerken en vormen ze een machtskartel (te vergelijken met economisch kartel van grote bedrijven die afspraken maken om de markt te controleren) Definitie partijcartel volgens Katz en Mair: “colluding parties that become agents of the state and employ resources of the state (the party state) to ensure their own collective survival”

7 Partijen zijn niet langer makelaars tussen staat en samenleving maar ze zijn geabsorbeerd door de staat, verschil tussen staat en partijen verdwijnt voor een stuk Politiek verwordt tot het managen van de staat door een professionele klasse Argumenten Katz en Mair: cartelpartijen voeren geen echte strijd meer met elkaar maar trekken zich collectief terug in het bastion van de staatsmacht Toename van subsidies van overheid aan de partijen, partijen beslissen zelf over de hoge bedragen die de staat hen toekent

8 Belangrijkste kenmerken cartelpartijen:
-interdependentie tussen staat en partijen -samenwerking tussen partijen (om in de staat vertegenwoordigd te blijven; ze verdelen de middelen van de overheid onder elkaar en bepalen samen de spelregels) Verschil cartelpartijen met kartelpartijen (formele politieke afspraken); vbn Vbn cartel: groen is cartel maar nie kartel; vlaams belang is niet cartel noch kartel

9 Panebianco (1988): de electoraal-professionele partij
Professionelen en mandaat-houders spelen een grote rol Gericht op mobiliseren van kiezers, niet leden (via massamedia) Geïnspireerd door issues, minder ideologieën Voor en nadelen van historische typologieën: + zicht op veranderingen - Voorzichtig bij gebruik: geeft enkel globale trend aan

10 Typologie op basis van organisatie: ‘new politics party’ of ‘participatory party’ (Pogundke, 87)
Classificatie op basis van strategie: office-seeking; vote-seeking en policy-seeking (Müller en Strom,1999); anti-systeem partijen; one-issue partijen Classificatie op basis van ideologie: 10 families (zie cursus) en Lipset en Rokkan (indeling partijen tav breuklijnen)

11 Ideologische typologieën : de breuklijnen - theorie van Seymour Martin Lipset & Stein Rokkan & kritieken LIVRE : Cleavage structures, Party systems and voter aligments, An introduction (1967) (aussi en français, lu par vos collègues) cursus p (hfdst 3): kerk-staat; centrum-periferie; werk-kapitaal; stad-platteland; en kritieken: materialisten- postmaterialisten(inglehart) ; law & order breuklijn (Ignazi)  Politieke partijen hebben zich gevormd rond deze 5 breuklijnen. Het onstaan van deze partijen verklaart de stabiliteit van de breuklijnen.

12 10 grote ideologische partijfamilies
Historisch vergelijkbare omstantdigheden van onstaan; internationale banden; vergelijkbaar beleid Links 1. sociaaldemocraten 2. communisten 3. nieuw linkse partijen 4. groene partijen Centrum en rechts 5. christen democraten

13 6. conservatieve partijen
7. liberale partijen 8. agrarische partijen (Scandinavische landen) 9. extreem rechtse of rechts-populistische partijen 10. regionalistische partijen

14 Partijsystemen Definitie: het geheel van partijen van eenzelfde politiek systeem en hun onderlinge relaties Belangrijkste kenmerk: Het aantal partijen (niet voldoende) (éénpartijsystemen vs) tweepartijensystemen vs meerpartijensystemen Invloed van omgeving op partijsysteem (kiessystemen en wetten)= partijsysteem als explanandum, afhankelijke variabele Invloed van partijsysteem op omgeving: partijsysteem als onafhankelijke variabele (explans)

15 De benadering van Giovanni Sartori (1976)
- verschil tussen formaat (aantal partijen) en mechanisme (kenmerken van partijen)van partijsystemen - Bepalen van de relevantie van een partij: - electoraal potentieel: kan ze winnen? - coalitie potentieel - blackmail potentieel

16 Soorten meerpartijensystemen
Gepolariseerd versus gematigd pluralisme (Sartori): vanaf 5 (relevante) partijen, en afhankelijk van ideologische verschillen Kritiek: federale staat met meerdere talen (België)

17 Verkiezingen in Zweden in 2002 (multipartisme met dominante partij)

18 Verkiezingen in Zweden in 2006

19 Verkiezingen in denemarken in 1964 (multipartisme met dominante partij)

20 Verkiezingen in Denemarken in 2005

21 2,5 Partijensysteem – onvolmaakt meerpartijensysteem
Belang van de king maker partij (parti pivot)

22 Zetelverdeling in Duitsland

23 Parlement Polen1991-1993: extreem multipartisme

24 Andere methode om formaat van partijsystemen te meten: indicatoren
2 belangrijke indexen 1. Effectief aantal partijen (Laakso et Taagepera): meet de fragmentatie in zetels (hoeveel partijen tellen mee): N= 1/((pi)2) Pi = proportie zetels in het parlement 2. De fractionaliserings-index (Rae, 1968): berekent de fragmentatie in aantal stemmen (hoog in Frankrijk) F= 1-((pi)2)


Download ppt "Hfdst 6: Politieke partijen en partijsystemen"

Verwante presentaties


Ads door Google