Download de presentatie
1
HABILITATIE AARDGASINSTALLATEUR BIJLAGE A – HOOFDSTUK V BEREKENING VAN DE VERDUNNINGSFACTOR
2
VERDUNNINGSFACTOR - ALGEMEEN
De uitmonding van ELK afvoerkanaal dient zo gesitueerd dat de verdunningsgraad van de verbrandingsproducten ter hoogte van elke instroomopening in een gebouw voldoende groot is om geen hinder te veroorzaken voor de personen die aanwezig zijn in de verblijfsruimten. verdunningsfactor “ f ” berekenen.
3
VERDUNNINGSFACTOR GRENSWAARDEN - FORMULE
De verdunningsfactor “ f ” mag voor brandbare gassen maximaal 0,01 bedragen. Formule: P : nominaal vermogen van het gastoestel l : lengte v.d. verbindingslijn tussen uitstroom- en instroomopening h : verticaal hoogteverschil tussen uitstroom- en instroomopening s1 en s2 : verdunningscoëfficiënten
4
Voorbeelden van de afstand "l“: de kortst mogelijke verbindingslijn,
VERDUNNINGSFACTOR Voorbeelden van de afstand "l“: de kortst mogelijke verbindingslijn, gemeten buiten de constructie-onderdelen van het gebouw om, tussen de “afvoer” en de “toevoer”.
5
VERDUNNINGSFACTOR VERDUNNINGSCOËFFICIËNTEN VOOR GAS
Situaties 1; 6; 8 en 9 2 3 en 15 4 en 16 s1 s2 163 325 60 500 - 325 5; 7 en 10 11; 13 en 17 12 14 80 110
6
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 1
Gegeven: l = 5 m ; h = 2,50 m en Pn = 24 kW Is deze plaatsing toegelaten? Stap1: met welke situatie stemt deze figuur overeen? Stap 2: S1 en S2 uit tabel aflezen Stap 3: berekening van de verdunningsfactor
7
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 1
Stap1: met welke situatie stemt deze figuur overeen? situatie 1, eerste figuur
8
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 1
Stap 2: S1 en S2 uit tabel aflezen S1 = S2 = 325 Stap 3: berekening van de verdunningsfactor Besluit: de verdunningsfactor = 0,003 Deze waarde is kleiner dan de maximum toegelaten waarde van 0,01. Deze situatie is dus in orde de plaatsing is toegelaten.
9
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 2
Gegeven: lA = 4 m ; hA = 0,70 m ; PA = 28 kW lB = 7 m ; hB = 1,30 m ; PB = 18 kW Is deze plaatsing toegelaten? Stap1: met welke situatie stemt deze figuur overeen? Stap 2: S1 en S2 uit tabel aflezen Stap 3: berekening van de verdunningsfactor
10
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 2
Stap1: met welke situatie stemt deze figuur overeen? Uitmonding A situatie 2, eerste figuur Uitmonding B situatie 2, vierde figuur
11
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 2
Stap 2: S1 en S2 uit tabel G2 aflezen – voor beide uitmondingen: S1 = S2 = 60 Stap 3: berekening van de verdunningsfactor Uitmonding A: Besluit: de verdunningsfactor 0,187 is groter dan de maximum toegelaten waarde van 0,01 de plaatsing is NIET toegelaten. Uitmonding B Besluit:de verdunningsfactor 0,0085 is kleiner dan de maximum toegelaten waarde van 0,01 de plaatsing is toegelaten.
12
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 3
Stel: lA = hA = 1,50 m ; lB = 2 m ; hB = 0 m; lC = 7 m ; hC = 4 m ; P = 35 kW Is deze plaatsing toegelaten? Toevoer A: situatie 3 – eerste figuur S1 = 500 ; S2 = 0 ; lA = 1,50 ; hA = 1,50 P = 35 f = 0,0079 de plaatsing is toegelaten Toevoer B: situatie 3 – eerste figuur S1 = 500 ; S2 = 0 ; lB = 2 ; hB = 0 ; P = 35 f = 0,006 de plaatsing is NIET toegelaten Toevoer C: situatie 3 – eerste figuur S1 = 500 ; S2 = 0 ; lC = 7 ; hC = 4 ; P = 35 f = 0,0017 de plaatsing is toegelaten
13
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 4
Stel: lA = hA = 0,80 m ; lB = 2 m ; hB = 1,20 m; P = 30 kW Is deze plaatsing toegelaten? Toevoer A: situatie 4 – eerste figuur S1 = 500 ; S2 = ; lA = 0,80 ; hA = 0,80 P = 30 f = 0,0391 de plaatsing is NIET toegelaten Toevoer B: situatie 4 – eerste figuur S1 = 500 ; S2 = ; lB = 2 ; hB = 1,20 P = 30 f = 0,0089 de plaatsing is toegelaten
14
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 5
Stel: lA = 3 m ; hA = 0 m ; lB = 4 m ; hB = 1,30 m; P = 40 kW Is deze plaatsing toegelaten? Afvoer A: situatie 5 – figuur links boven S1 = 80 S2 = 80 ; lA = 3 ; hA = 0 ; P = 40 f = 0,0263 de plaatsing is NIET toegelaten Afvoer B: situatie 5 – figuur links onder S1 = 80 S2 = 80 lB = 4 ; hB = 1,30 ; P = 40 f = 0,0149 de plaatsing is NIET toegelaten
15
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 6
Stel: lA = 4 m ; hA = 0 m ; lB = 4 m ; hB = 1,30 m; P = 40 kW Is deze plaatsing toegelaten? Afvoer A: situatie 5 – figuur links boven S1 = 80 S2 = 80 ; lA = 4 ; hA = 0 ; P = 40 f = 0,0197 de plaatsing is NIET toegelaten Afvoer B: situatie 6 – vierde figuur S1 = 163 ; S2 = 325 ; lB = 4 ; hB = 1,30 P = 40 f = 0,0059 de plaatsing is toegelaten Deze oefening illustreert duidelijk de invloed van de dakhelling op afvoer B.
16
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 7
Stel: lA = 4 m ; hA = 0,7 m ; lB = 5 m ; hB = 1,6 m; P = 35 kW Is deze plaatsing toegelaten? Afvoer A: situatie 7 – eerste figuur S1 = 80 ; S2 = 80 ; lA = 4 ; hA = 0,70 ; P = 35 f = 0,0157 plaatsing is NIET toegelaten Afvoer B: situatie 7 – vierde figuur S1 = 80 ; S2 = 80 ; lB = 5 ; hB = 1,60 ; P = 35 f = 0,0112 de plaatsing is NIET toegelaten
17
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 8
Stel: l = 3 m ; h = 1,80 m ; P = 30 kW Is deze plaatsing toegelaten? Afvoer: situatie 13 – figuur links S1 = 110 ; S2 = 325 ; l = 3 ; h = 1,80 ; P = 30 f = 0,0059 de plaatsing is toegelaten.
18
VERDUNNINGSFACTOR – VARIANTE TER CONTROLE VAN EEN INSTALLATIE
Door de verdunningscoëfficiënten in te vullen in de algemene formule en te stellen dat de verdunningsfactor voor gas maximaal 0,01 mag bedragen bekomt men, voor elke groep van situaties conform de tabel van de coëfficiënten, een uitdrukking waarmee men onmiddellijk kan controleren of een bepaalde plaatsing al dan niet mogelijk is.
19
SITUATIES FORMULE (basis f = 0,01) 1 ; 6 ; 8 en 9 2 3 en 15 4 en 16
VERDUNNINGSFACTOR SITUATIES FORMULE (basis f = 0,01) 1 ; 6 ; 8 en 9 2 3 en 15 4 en 16 5 ; 7 en 10 11 ; 13 en 17 12 14
20
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 9
Stel: l = 5 m ; h = 2,50 m ; P = 24 kW Is deze plaatsing toegelaten? Afvoer: situatie 14 – figuur links (2,038 x 5) + 2,50 > 1,25 x 4,899 10,19 + 2,50 > 6,124 12,69 > 6,124 correct de plaatsing is toegelaten.
21
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 10
dakhelling < 23° situatie 5 dakhelling ≥ 23° situatie 6 Variante: de uimonding is lager gelegen dan de instroomopening waarbij de dakhelling ≥ 23° is situatie 7
22
VERDUNNINGSFACTOR REKENVOORBEELD 11
Stel: l = 3,50 m; h = 1,80 m; P = 30 kW situatie 17 3,50 + (2,954 x 1,80) > 0,909 x 5,477 3,50 + 5,532 > 4,979 9,032 > 4,979 correct plaatsing toegelaten
23
VERDUNNINGSFACTOR VERDUNNINGSFACTOR: BIJZONDERE GEVALLEN UITMONDING ONDER BALKONS EN GALERIJEN DE UITMONDING MOET ,MET EEN MINIMUM VAN 2 m VERWIJDERD ZIJN VAN DE ONDERKANT VAN EEN BOVENGELEGEN BALKON OF UITSTEKENDE GALERIJ
24
VERDUNNINGSFACTOR VERDUNNINGSFACTOR: BIJZONDERE GEVALLEN UITMONDING ONDER BALKONS EN GALERIJEN WANNEER HET AFVOERSYSTEEM VERLENGD WORDT TOT VOORBIJ DE VOORZIJDE VAN HET BALKON OF DE GALERIJ MOET DE VERDUNNINGSFACTOR BEREKEND WORDEN VOOR DE OPENINGEN AANWEZIG OP HET BALKON OF DE GALERIJ
25
VERDUNNINGSFACTOR VERDUNNINGSFACTOR: BIJZONDERE GEVALLEN UITMONDINGEN TER HOOGTE VAN DE PERCEELGRENS AAN TE RADEN: Pas de hinderregel (de verdunningsfactor berekenen) toe over de perceelgrens heen. Het eindstuk bevindt zich op een horizontale afstand van minstens 1 m ten opzichte van de perceelgrens. Enkel geldig voor de verticale muren en het dak dat lager gelegen is dan het dak van de buren. NIET geldig voor een eindstuk op een zadeldak of een plat dak dat op dezelfde hoogte of hoger is gelegen dan het dak van de buren.
26
VERDUNNINGSFACTOR VERDUNNINGSFACTOR: BIJZONDERE GEVALLEN UITMONDINGEN TER HOOGTE VAN DE PERCEELGRENS Het eindstuk geplaatst op een wand die evenwijdig loopt met de perceelgrens, is minstens 2 m verwijderd van deze grens.
27
VERDUNNINGSFACTOR: BIJZONDERE GEVALLEN RISICO OP LETSELS
Indien een eindstuk uitmondt in een gevel op 2,20 m of meer boven de grond dient er geen bescherming voorzien tegen het zich branden. Indien daarentegen de uitmonding lager dan 2,20 m boven de grond gelegen is en op een toegankelijke plaats, moet een doeltreffende bescherming aangebracht worden tegen het zich branden.
28
VOORBEELD VAN “VISUELE HINDER”
VERDUNNINGSFACTOR VOORBEELD VAN “VISUELE HINDER”
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.