Download de presentatie
GepubliceerdKrista Verlinden Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Protocol Leesproblemen en Dyslexie
SWV Dronten e.o. 26 januari 2012
2
Agenda Hoe verloopt het leesproces? Wat is dyslexie?
Wat is effectief taal-/leesonderwijs? Spelen van het reflectiespel Toelichting op het continuüm van zorg Uitwisseling van interventies niveau 3
3
Wat is dyslexie? “Ik moet naar de tandarts.”
Jongen, groep 6, gaat voor het eerst onder schooltijd naar dyslexiebehandeling, zegt tegen de kinderen in de groep: “Ik moet naar de tandarts.” Meisje, 11 jaar, kijkt terug op haar schoolervaringen: “In groep 5 had ik pas AVI 0 en veel kinderen hadden al AVI 9. Ik kreeg dan soms de beurt en moest hardop lezen in de klas. Ik zat zelfs de woordjes ‘in’ en ‘het’ te spellen. Dat voelde dan een beetje vernederend.”
4
Definitie dyslexie 2008 Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau (SDN).
5
Wat is lezen? δερμα (Grieks)
Ontwikkelingsfasen Fonologisch bewustzijn: het jonge kind ontdekt dat taal een systeem is van klanken, bijv. poesje is het kernwoord poes en het achtervoegsel je Fonemisch bewustzijn: het kind is in staat een aantal fonemen in een gesproken woord te onderscheiden en kan manipuleren met klanken in woorden, bijv. rijmen en auditieve synthese (pen = p-e-n) Alfabetische fase: kinderen ontdekken dat letters met klanken corresponderen en leggen de foneem-grafeemkoppeling δερμα (Grieks) Elementaire leeshandeling: spellend ontsleutelen van klankzuivere éénlettergrepige woorden:
6
str.aat voer.tuig Elementaire leeshandeling (vervolg)
Geschreven woord van links naar rechts: muis Visuele analyse van een woord in letters: m.ui.s Letter-klankkoppeling: /m/-/ui/-/s/ Onthouden van de klanken in volgorde in werkgeheugen Auditieve synthese van klanken tot een woord: /muis/ De betekenis van het woord kennen. Fase van versnelling en verkorting van de leeshandeling: directe herkenning door deelstructuren (letterclusters en lettergrepen) van woorden te gebruiken str.aat voer.tuig
7
Proctosigmoidectomie
Voortgezet technisch lezen Nieuwe klankgroepen leren lezen: ieuw, eeuw, isch Steeds langere woorden geautomatiseerd leren lezen: directe woordherkenning Langere zinnen leren lezen Verhogen van de leessnelheid. Hoe ontcijfer je dit woord? Proctosigmoidectomie Letter Lettergreep Woorddeel
8
Woordidentificatieproces bij normale lezers Dyslexie: onvolledige/moeizame automatisering letter-klankkoppeling klanken foneemknopen betekenis semantische kenmerkknopen letters letterknopen
9
Fonologisch coherentiemodel (vervolg)
De rode verbinding is het sterkst: veel consistente relaties tussen klanken en letters in het Nederlands: letter t is meestal klank t De blauwe verbinding is sterker dan de gele verbinding; we spreken eerder dan we leren lezen of schrijven. Als de fonologische route minder goed functioneert dan zal de gele verbinding meer gebruikt worden > radend lezen
10
Onderkennende diagnose (SDN)
Achterstand: het vaardigheidsniveau van lezen op woordniveau en/of spelling ligt significant onder hetgeen van het individu, gegeven zijn leeftijd en omstandigheden gevraagd wordt.
11
Onderkennende diagnose (SDN)
Didactische resistentie: het probleem in het aanleren/toepassen van lezen/spellen op woordniveau blijft bestaan, ook na adequate remediërende instructie en oefening.
12
Extra begeleiding Hardnekkigheid/didactische resistentie
aantonen d.m.v.: minimaal 3 x per week 20 minuten intensieve begeleiding bieden: gerichte instructie en oefening met leerkracht/leesspecialist gedurende tenminste een half jaar
13
Rol school Onderkenning
Leerling is dyslectisch bij: Zeer zwakke scores op DMT, CITO spelling/PI-dictee N.B. Score op E is niet altijd doorslaggevend, uitzondering is (hoog) begaafde ll. of ll. met enkele keer score D Ondanks extra ontvangen begeleiding
14
Diagnostisch onderzoek
Dit vindt plaats door geregistreerde kinder- en jeugdpsychologen orthopedagogen. Diagnostiek en behandeling van ernstige,enkelvoudige dyslexie wordt vanaf 2009 vergoed door zorgverzekering!
15
Kenmerken lln. met dyslexie
Trage verwerking van (talige) informatie Prestaties < onder tijdsdruk Moeite met onthouden meervoudige instructies Moeite met overschrijven van het bord Woordvindingsproblemen Moeite met ophalen namen uit geheugen (bijv. bij topografie), etc.
16
Misvattingen over oorzaken leesproblemen
Ineffectieve methoden Sociaal-economische achtergrond: nauwelijks van invloed (Sijtstra, Van der Schoot & Hemker) Aantal dyslectici: 3,6% dyslecten (Bus en Bloomert, 2002) 20% van de zwakke lezers is geen dyslect maar pseudo-dyslecten (Bus)
17
Nieuwe protocollen: wat is er veranderd?
Meer leerkrachtgericht Meer aandacht voor goed lees- en spellingonderwijs Continuüm van zorg vormt rode draad Aansluiting bij nieuwe toetsen Actualisatie interventies Aansluiting bij vergoedingsregeling dyslexie
18
Spelen van het reflectiespel voor effectief taalonderwijs
Maak een 4-tal en test je kennis: is de stelling juist of onjuist?
19
Meer aandacht voor effectief lees- en spellingonderwijs
De leerkracht: Werkt doelgericht (streefdoelen) Maakt effectief gebruik van een methode Roostert voldoende leertijd in met extra instructie- en oefentijd voor leerlingen met lees- en spellingproblemen = zorgniveau 2 Biedt 1 uur per week specifieke interventie = niveau 3
20
De leerkracht: Weet hoe om te gaan met verschillen tussen leerlingen, geeft feedback Biedt een stimulerende leeromgeving Werkt aan een doorgaande lijn Begeleiding binnen of buiten de groep? Zoveel mogelijk binnen de groep Erbuiten? > dan afstemming!
21
Relevante schoolkenmerken
Toetsen primair als effectmeting (i.p.v. rapport) Effectieve instructie Vaker gevarieerde werkvormen Zwakke lezers: vaker feedback op resultaten en aanpakgedrag Meer extra zorg en tijd + evaluatie Meer werk van analyseren van hulpvragen
22
Drie niveaus van leesinstructie
5 -10 % heeft intensieve interventies nodig Niveau 3 Intensieve en specifieke instructie 10-25% heeft aanvullende interventies nodig Niveau 2 Aanvullende verlengde instructie in kleine groepjes Niveau 1 Goede methode en voortdurend volgen van de taal-/leesontwikkeling van alle leerlingen (screening) Instructie voor ALLE leerlingen
23
Vraag/uitwisseling Wat kunnen wij op schoolniveau verbeteren om leesprestaties te optimaliseren? Gebruik daarbij de kaartjes van het reflectiespel.
24
Continuüm van zorg zorgniveau Niveau 1 Goed lees- en spellingow. in
klassenverband 1 2 3 Kwaliteit instructiegedrag en klassenmagement Juist gebruik methode Gebruik LVS Niveau 2 Extra zorg in de groep 25% 4 Vaststellen potentiële uitvallers en voldoende differentiatie in de klas Niveau 3 Specifieke inter- venties 5 Vaststellen lln. met ernstige leesproblemen en instructie ind. of in kleine groepjes
25
Zorgniveau Niveau 3 uitgevoerd en/of ondersteund door zorgspecialist 10% 6 Vaststellen van achterstand en hardnekkigheid vermoeden dyslexie Niveau 4 Diagnostiek en behandeling in zorginstituut 4% 7 8 Vaststellen van dyslexie (psychodiagnostisch onderzoek) Gespecialiseerde dyslexiebehandeling Stap 9: coaching van dyslectische leerlingen
26
Uitwisseling Welke specifieke interventies bied je aan op niveau 3?
Wat zijn je ervaringen? Welke tips kun je geven?
27
Toetsen
28
Aansluiting bij nieuwe toetsen
Afname CITO technisch lezen en voor C, D en E lln. DMT en AVI OF Afname DMT en AVI bij alle leerlingen Afname spelling CITO met gewijzigde normeringstabellen voor de groepen 6,7 en 8
29
Opbrengstgericht werken (OGW)
Nieuwe toetsen, nieuwe streefdoelen? DMT:75% lln. haalt A – C score AVI: 75% beheerst M en E- niveau en M groep 8 AVI plus. Of stellen wij onze doelen hoger? Bijv.: DMT: 90% lln. haalt A- C score AVI: 85 – 95% behaalt M,E en plusniveau.
30
Doelen voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte
Eindperspectief bepalen op grond van: - IQ-test - uitslagen van minstens 3 meetmomenten Tussendoelen vaststellen op grond van leerrendementsprognose: aantal DLE’s Eigen leerlijn: - passend leerstofaanbod - passende didactiek - passende zorg/begeleiding, ook pedagogisch
31
Toetsen zeggen niets over:
Het aanpakgedrag De (patronen in) leesfouten De gebruikte strategieën De mate van zelfcorrectie De motivatie tijdens het lezen en schrijven Daarom is aanvullende observatie nodig!
32
Mogelijke vervolgmodules
Goed onderwijs doet er toe! o.a. zorg op niveau 1, optimaal methodegebruik en een stimulerende leeromgeving; Opbrengstgericht werken: o.a. toetsplanning, analyse, interpretatie en observatie; Zorg bij lees-/spellingproblemen en dyslexie: o.a. zorg op niveau 2 en 3, welke begeleiding bieden, bijv. RALFI, Connect, rol ouders; Omgaan met de dyslectische leerling: o.a. compensatie en dispensatie, hoe ondersteunen bij diverse vakken? Het verandertraject: o.a. vastleggen schoolbeleid.
33
Kunnen we van alle kinderen goede lezers maken?
De wetenschap zegt daarop volmondig “ja”! 95% van de kinderen kan goed technisch leren lezen; technisch lezen is vrij intelligentieloos; 85-90% kan goed leren begrijpend lezen; is naast vlot kunnen lezen afhankelijk van woordenschat en intelligentie.
34
Meertalige leerlingen
Onvoldoende kennis klankstructuur Onvold. kennis woord- en zinsbouw Kennen minder woordbetekenissen. Dit kan leiden tot leesachterstand groep 3, wordt in loop der jaren vaak ingelopen. Onvold. inzicht in morfologische structuur kan leiden tot spellingproblemen vaak extra spellinginstructie nodig.
35
Meertalige lln en dyslexie
a.Hoe is vooruitgang mondelinge taalontwikkeling? b.Hoe is het verloop van het leesproces? Bij vooruitgang a maar stagnatie b, is er sprake van een leesprobleem. Bij didactische resistentie is er mogelijk sprake van dyslexie onderzoek gewenst
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.